Gynaecologie is het specialisme in de geneeskunde dat zich richt op het onderzoeken en behandelen van klachten rond het vrouwelijke geslachtsorgaan. In Adrz kunt u terecht bij een van onze acht gynaecologen.
Verwijzing naar gynaecoloog
Veel voorkomende redenen voor verwijzing naar een gynaecoloog zijn menstruatieproblemen, een afwijkend uitstrijkje, langdurige ongewenste kinderloosheid, verzakkingsklachten en buikpijn. Ook kunt u naar de gynaecoloog verwezen worden, wanneer zich tijdens de zwangerschap of bij de bevalling bijzonderheden voordoen. U kunt daarbij denken aan hoge bloeddruk, zwangerschapsdiabetes of bloedverlies. Voor onderzoek naar erfelijke of aangeboren afwijkingen wordt u ook verwezen naar een gynaecoloog.
Samenwerking echoscopie
Tijdens de zwangerschap kunnen we in Adrz verschillende echo’s en onderzoeken doen. Bijvoorbeeld om de groei van het kindje in de buik te bepalen of het kindje te onderzoeken op bepaalde afwijkingen Voor het maken van de echo’s werken onze gynaecologen samen met de echoscopisten. U leest hier meer over op onze pagina over echo’s en onderzoeken tijdens de zwangerschap. Klik voor meer informatie op het gele blok ‘Echo’s en onderzoeken’ verderop op deze pagina.
Coassistenten
Adrz helpt studenten die geneeskunde studeren aan het Erasmus MC door coschappen aan te bieden. Ook het specialisme Gynaecologie draagt hieraan bij. De coassistent is al bezig aan zijn laatste of voorlaatste studiejaar en moet derhalve al goed op de hoogte zijn van de diagnostiek. Mocht u bezwaar hebben tegen de aanwezigheid van een coassistent, dan kunt u dit vooraf aangeven.
Bijzonder bevallen
De meeste bevallingen verlopen spontaan, maar soms moet een bevalling om welke reden dan ook worden bespoedigd en kiest de gynaecoloog voor een zogeheten kunstverlossing.
Vacuümextractie
Afhankelijk van de reden en de omstandigheid kan de geboorte van uw baby worden bespoedigd door middel van een zuignap (vacuümextractie), u perst zelf nog steeds mee. Dit kan alleen bij een volledige ontsluiting. De eerste fase van de bevalling, de ontsluiting, is dan al achter de rug. Het is alleen mogelijk op deze manier hulp te bieden als de baby in hoofdligging ligt en diep genoeg is ingedaald.
Wanneer een vacuümextractie?
Er kan een vacuümextractie worden gedaan als de:
- conditie van de moeder of die van het kind zodanig is, dat de uitdrijving snel moet verlopen
- uitdrijving niet vordert na lang persen
- moeder niet mag persen vanwege een ziekte zoals hart- en longaandoening
Stuitligging
Als uw kindje in een stuit ligt krijgt u van de gynaecoloog uitleg over welke vorm van bevallen in uw situatie het beste is. Dat kan een vaginale bevalling of een keizersnede zijn. Samen maakt u een plan over hoe u gaat bevallen.
- Meer informatie
- Bekijk de folder ‘uitwendige versie en stuitligging’
De folder is er in 9 verschillende talen (Nederlands, Arabisch, Duits, Engels, Frans, Mandarijn, Portugees, Spaans en Turks), kijk op: https://deverloskundige.nl/over-de-verloskundige/subtekstpagina/188/stuitligging-draaien-door-uitwendige-versie/
De keizersnede
Een keizersnede (Sectio Caesarea) is een operatie onder plaatselijke verdoving (ruggenprik) of algehele narcose waarbij de baby door een operatie ter wereld komt. Uw partner mag bij de keizersnede aanwezig zijn.
Wanneer is een keizersnede nodig?
Soms is al voor de uitgerekende datum bekend dat een vaginale bevalling niet mogelijk is en wordt een keizersnede gepland. Een keizersnede is nodig:
- als de placenta voor de baarmoedermond ligt
- wanneer er afwijkingen van het bekken zijn
- als de baby mogelijk zuurstofgebrek krijgt en een normale bevalling niet afgewacht kan worden
- als mogelijk aan het eind van een eerdere zwangerschap een keizersnede is uitgevoerd
- als na volledige ontsluiting van de baarmoedermond de baby niet voldoende is ingedaald en de baring na enige tijd persen onvoldoende vordert
- als vaginale geboorte bij stuitligging niet verantwoord lijkt na beoordeling door de gynaecoloog
- om diverse andere redenen waarbij de geboorte niet op de gewone manier kan plaatshebben, bijvoorbeeld een dwarsligging of een uitgezakte navelstreng of wanneer de baby vroeger in de zwangerschap geboren moet worden
- ook tijdens de bevalling kunnen er situaties ontstaan waardoor een keizersnede nodig is
Wat gebeurt er bij een keizersnede?
Bij een geplande (primaire) keizersnede vindt voorafgaand aan de operatie een medisch onderzoek plaats naar uw gezondheidstoestand. Dit gebeurt door de anesthesioloog op het preoperatieve spreekuur. De keuze tussen plaatselijke verdoving en algehele verdoving (narcose) wordt uitgelegd en in overleg met u bepaald. Verder wordt er een aantal voorbereidingen getroffen zoals bij elke operatie.
Gentle Sectio
Bij een geplande keizersnede kunt u in ons ziekenhuis met een Gentle sectio bevallen. Via een buikoperatie proberen wij uw baby op een zo natuurlijk mogelijke manier ter wereld te brengen. Het uitgangspunt is dat moeder en haar partner meer betrokken worden bij de ingreep en dat de baby na de geboorte bij de ouders blijft. De kinderarts is altijd aanwezig bij de geboorte en onderzoekt of de baby in goede conditie is en tot en met het einde van de operatie bij de moeder mag blijven.
De baby wordt bloot op de borst bij de moeder gelegd en bedekt met een warme molton om afkoeling te voorkomen. Voordelen direct huid op huidcontact:
- hechting moeder-kind verloopt beter
- borstvoeding komt sneller op gang
- baby’s zijn rustiger, hebben een stabielere hartslag, ademhaling en bloedsuikerwaarden
Een Gentle Sectio is alleen mogelijk bij een geplande sectio rond de uitgerekende datum als er geen complicaties verwacht worden en als de moeder kiest voor een ruggenprik. De Gentle Sectio kan van maandag tot en met vrijdag, op bepaalde tijden.
Voorbereiding op de keizersnede
Om de kans op een infectie te verkleinen is het belangrijk dat u één week voor de keizersnede het schaamhaar niet meer wegscheert. Op de dag zelf moeten sieraden, piercings, nagellak, make-up, contactlenzen en eventueel kunstgebit verwijderd worden. Je krijgt een operatiehemd aan. Vlak voor de operatie krijgt u een blaaskatheter. De dag voor de keizersnede komt u voor een opnamegesprek. Tijdens dit gesprek met een verpleegkundige van de kraamafdeling wordt een aantal vragen met u doorgenomen en kunt u uw wensen kenbaar maken. Bij het laboratorium laat u bloedprikken om de uitgangswaarde te bepalen.
Operatiekamer
De gynaecoloog maakt een horizontale snede vlak boven het schaambeen. Dit litteken is later nauwelijks meer te zien. De baby wordt uit de baarmoeder getild (dit is het geboortetijdstip) en de navelstreng wordt afgebonden en doorgeknipt. Vervolgens worden de placenta en de vliezen verwijderd. Bij een geplande keizersnede mogen uw baby en uw partner met u mee naar de uitslaapkamer (recovery). Als dit niet mogelijk is, gaan de partner en de baby naar de kraamafdeling waarbij de baby voor het eerste contact bloot bij de partner mag liggen.
De baby
Soms kan een baby die met de keizersnede wordt geboren wat moeite hebben met ademhalen. Om de conditie van de baby te beoordelen, wordt het na de geboorte door een kinderarts uitvoerig onderzocht en zo nodig behandeld. Het is toegestaan om foto’s te maken tijdens de keizersnede, doe dit wel in overleg. Filmen is niet toegestaan.
Controles en verzorging
Kort na de keizersnede heeft u waarschijnlijk pijn. Dit wordt veroorzaakt door de wond of door naweeën. De verpleegkundige vraagt regelmatig hoe het met de pijn is. Hierbij gebruikt zij een zogenaamde pijnscore. Op een schaal van 1 tot 10 kunt u uw pijn aangeven. 0 is geen pijn en 10 ondragelijke pijn. Aan de hand van de pijnregistratie krijgt u zo nodig aanvullende pijnmedicatie toegediend.
- Na de operatie kunt u wat slap en duizelig voelen bij het opstaan en kunt u last hebben van darmkrampen.
- In de meeste gevallen bent u na een dag weer zover hersteld dat het infuus en de blaaskatheter worden verwijderd.
- Uw eetlust komt weer terug en vrij snel kunt u al wat gemakkelijker uit bed komen.
- Na een plaatselijke verdoving heeft u de eerste uren na de operatie nog geen controle over uw benen.
- Na een keizersnede worden altijd regelmatig bloeddruk, pols, temperatuur, bloedverlies en de hoeveelheid urine gecontroleerd.
- Er worden oplosbare hechtingen gebruikt.
- U krijgt, om trombose te voorkomen, eenmaal per dag antistolling.
- In principe mag u op de derde dag, indien er geen verdere problemen zijn ontstaan, weer naar huis.
- Voor u met ontslag gaat, kunt u de folder ‘Keizersnede – richtlijnen voor thuis’ doornemen. Daarin staan tips en adviezen.
Verzorgen van je baby
Uw partner wordt direct betrokken bij de zorg voor uw baby en zodra u daar zelf toe in staat bent, kunt u samen de zorg voor u baby nemen. Er is altijd een verpleegkundige of kraamverzorgende bij u in de buurt om te helpen en om adviezen en tips te geven.
Het ziekenhuis over donorinseminatie
Spermadonoren en donorkinderen
Naar aanleiding van de recente berichten over artsen die hun eigen zaad hebben gebruikt als donorzaad, kunnen wij ons voorstellen dat die berichten vragen oproepen bij donorkinderen en ouders.
Mocht u als donorkind of als belanghebbende zich afvragen of iets dergelijks ook in ons ziekenhuis heeft plaatsgevonden, dan helpen onze patiënten-contactpersonen u graag. Zij zijn te bereiken via donorinseminatie@adrz.nl.
Openheid in communicatie
Tot 2004 was anonieme spermadonatie toegestaan. Tot die tijd kregen wensouders vaak het (soms dringende) advies van hun behandelend arts om niet aan hun kinderen te vertellen dat ze verwekt waren met behulp van donorsperma. Misschien heeft u dat advies indertijd ook van uw arts gekregen.
Tegenwoordig denken we daar echter anders over. Uit onderzoek is gebleken dat het voor kinderen juist heel belangrijk is te weten dat ze geboren zijn na donorinseminatie, zodat dat geen ‘familiegeheim’ is waar het kind buiten wordt gehouden. Daarnaast geldt dat uit onderzoek is gebleken dat het voor kinderen belangrijk kan zijn om te weten wie hun biologische ouders zijn. Vandaar dat wij nu een ander advies geven.
We roepen alle ouders – die nog niet met hun kinderen hebben besproken dat zij met behulp van spermadonatie zijn verwekt – op om dit alsnog te doen. Ook als hun kinderen ondertussen volwassen zijn.
Voor ouders
We kunnen ons voorstellen dat het moeilijk is om met uw kind(eren) te bespreken dat u in het verleden een behandeling heeft ondergaan met (donor)inseminatie. Wilt u hulp krijgen bij het informeren van uw kind(eren) of heeft u andere vragen? Neem dan contact op met:
- Stichting Donorkind: zij bieden informatie en lotgenotencontact aan donorkinderen en (wens)ouders.
- Fiom: specialist en expertisecentrum op het gebied van afstammingsvragen.
- Fiom KID-DNA Databank waar donorkind en spermadonor via DNA gematcht kunnen worden.
Of bezoek het online informatiepunt www.donorconceptie.nl waar betrouwbare informatie over donorconceptie te vinden is.
Voor spermadonoren
Bent u voor 2004 anoniem spermadonor geweest? Dan roepen wij u op om u bekend te maken, zodat de kinderen die met uw sperma verwekt zijn informatie over hun biologische afkomst kunnen vinden. Meer informatie over waarom én hoe u zich bekend kunt maken, is te vinden op Fiom. Ook als u nog twijfelt en gewoon eens wilt praten met een onafhankelijke vertrouwenspersoon.