Hartritmestoornissen
Een hartritmestoornis treedt op door verschillende oorzaken. De hartslag kan te snel, te langzaam of onregelmatig zijn. Dit wijkt bij iedereen weleens af. Mogelijk hebt u al enige tijd last van hartritmestoornissen of misschien hebt u een hartstilstand meegemaakt, die alleen door reanimatie en/of elektrische schokken (defibrillatie) beëindigd kon worden.
We onderscheiden een aantal soorten hartritmestoornissen die door een cardioloog vastgesteld kunnen worden:
- Het hart klopt te snel (tachycardie)
- Het hart klopt te langzaam (bradycardie)
- Het hart klopt onregelmatig
- De boezems en kamers werken niet goed samen
Implanteerbare cardioverter defribilator
Een ICD is een inwendige defibrillator voor mensen met kans op een gevaarlijke, onvoorspelbare ritmestoornis van de hartkamers. De ICD kan het normale hartritme herstellen en zorgt ervoor dat de drager dan niet aan een gevaarlijke hartkamerritmestoornis overlijdt.
Wanneer heeft u een ICD nodig?
De implantatie van een ICD kan in de volgende gevallen noodzakelijk zijn:
- Na een reanimatie ten gevolge van kamerritmestoornissen.
- Bij kamerritmestoornissen die niet of onvoldoende op medicatie reageren.
- Bij patiënten met een verhoogd risico op een plotse hartdood zoals bij een sterk verminderde pompfunctie of erfelijke/familiaire hartafwijkingen.
De cardioloog informeert u over de reden van de implantatie en het ICD-systeem dat voor u van toepassing is.