Een overactieve blaas
Uw uroloog heeft aan de hand van verschillende urologische onderzoeken vastgesteld dat u een overactieve blaas heeft. Bij een overactieve blaas moet u vaak ineens plassen en lukt het niet goed om uw plas op te houden. De gangbare behandeling met bekkenbodemfysiotherapie en medicijnen hebben bij u onvoldoende resultaat, daarom heeft u in overleg met uw uroloog gekozen voor een behandeling met botox.
Signaaloverdracht zenuwvezels naar spieren
Botox is een afkorting voor botuline-toxine. Dit medicijn is een product van bacteriën dat de signaaloverdracht van zenuwvezels naar de spieren onderbreekt. Als botox in de blaasspier wordt ingespoten, wordt de signaaloverdracht van de zenuwen naar de blaasspier onderbroken. Hierdoor neemt het samentrekken van de blaas af. Het gevoel van aandrang neemt af en u kunt beter en langer uw plas ophouden.
De dag van de behandeling
Voorbereiding
Het is belangrijk tevoren aan uw uroloog te melden wanneer u bloedverdunnende medicatie gebruikt. Deze moet mogelijk u mogelijk stoppen. Na de behandeling hoort u van de uroloog wanneer u weer mag starten met deze medicatie.
Voorbereiding behandeling
U neemt plaats op een speciale bank, waar de verpleegkundige met het toedienen van de verdoving start. De verpleegkundige brengt met behulp van een katheter verdoving in de blaas. Na het inbrengen van de verdoving wordt de katheter weer verwijderd. De verdoving blijft een half uur in de blaas, zodat de verdoving goed kan inwerken. U mag weer plaatsnemen in de wachtkamer.
Verloop behandeling
De ingang rond de plasbuis wordt gereinigd, vervolgens wordt het onderlichaam afgedekt met een steriele doek. De uroloog brengt een flexibel instrument met een camera (cystoscoop) via de plasbuis in de blaas. Via de cystoscoop wordt de blaas gevuld met steriel water, zodat de blaaswand goed in beeld kan worden gebracht. Ook wordt via de cystoscoop een speciale naald waarmee op verschillende plaatsen in uw blaas een kleine hoeveelheid botox wordt ingespoten.
Na de behandeling
Nadat de uroloog de cystoscoop heeft verwijderd, bestaat de kans dat u nog enige tijd aandrang voelt om te plassen. Ook kunt u last hebben van een branderig gevoel. Het is daarom belangrijk dat u veel drinkt, daardoor verdwijnt het branderige gevoel het snelst. De eerste dagen na de behandeling kunt u wat bloed hebben in de urine.
Wat te doen bij problemen?
Als u aanhoudende pijn of koorts heeft, niet meer kunt plassen, er langer dan twee dagen bloed in de urine aanwezig is of er komt steeds meer bloed in de urine neem dan contact op met de polikliniek Urologie. Dit kan via de receptie van het ziekenhuis (088 125 00 00).
In spoedeisende gevallen kunt u ’s avonds en in het weekend kunt u contact opnemen met de spoedeisende hulp via de receptie van het ziekenhuis (088-125 00 00).
Contact
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen of ontstaan er na de behandeling onverhoopt problemen waarover u zich zorgen maakt, dan kunt u bellen naar de poli Urologie via 088 125 00 00. U kunt uw vragen ook stellen aan uw fysiotherapeut. Buiten werktijden kunt u bellen naar de Receptie van Adrz via 088 125 00 00. Zij verbinden u door met de betreffende afdeling.
Wilt u een afspraak maken, annuleren of verzetten? Neem dan contact op met de Afspraakcentrale via 088 125 00 00 of via het contactformulier.