In deze folder staat belangrijke informatie, lees daarom deze folder zorgvuldig door. Als u verhinderd bent of nog vragen heeft over de behandeling kunt u telefonisch contact opnemen met de Scopie Behandelafdeling via 088 125 52 50.
Samen met uw behandelend arts heeft u gesproken over het plaatsen van een flexibel buisje (stent) op de plaats van de vernauwing. Hiervoor wordt u opgenomen op een verpleegafdeling en meestal moet u een nacht na de stentplaatsing blijven.
Wat is een stentplaatsing?
Een stent is een flexibel buisje om een vernauwing wijder te maken of om een fistel (open verbinding tussen bijvoorbeeld slokdarm en luchtweg) af te sluiten.
Een stent kan in de slokdarm, maaguitgang of in de dikke darm geplaatst worden. Na het plaatsen van de stent kan bij een slokdarm of maaguitgang het eten beter passeren en in de dikke darm kan de ontlasting beter passeren.
De dag van de behandeling
Voorbereiding
Eten en drinken bij een stentplaatsing in de slokdarm of maaguitgang.
Nuchter
- Als de stentplaatsing in de ochtend plaats vindt, mag u na 00.00 uur niets meer eten of drinken.
- Als de stentplaatsing in de middag plaats vindt, mag u voor 7.00 uur nog een glas water, thee of koffie zonder melk met eventueel een beschuitje met jam, maar zonder boter nuttigen. Hierna moet u nuchter blijven.
- Als de stent in de dikke darm geplaatst wordt, moet u een dieet en een laxeerschema volgen omdat de darm goed schoon moet zijn, zie ook de folder colonscopie. In deze folder staat ook beschreven vanaf welke tijd u dan nuchter moet zijn.
- Neem slaapkleding en toiletartikelen mee, want meestal moet u na de stentplaatsing een nacht in het ziekenhuis blijven om te kijken hoe het met u gaat. Draag makkelijke, niet knellende kleding tijdens het verblijf in het ziekenhuis.
Medicijnen
- U mag u tot twee uur voor het onderzoek uw medicijnen nog innemen met een klein slokje water.
- Puffers (inhalatiemedicijnen voor longen) mag u gewoon doorgebruiken zoals u deze thuis gewend bent te gebruiken.
- Neem altijd een actuele medicijnenlijst mee naar het ziekenhuis.
- Als u een CPAP-masker gebruikt, neem deze dan mee naar het ziekenhuis.
Bespreek de onderstaande punten voorafgaande aan de behandeling met uw behandelend arts.
- Wanneer u bloedverdunners gebruikt dient u te overleggen met uw behandelend arts of deze wel of niet gestopt moeten worden.
- Wanneer u suikerziekte heeft en insuline gebruikt, is het raadzaam om met uw behandelend arts te overleggen over hoeveel insuline u moet gebruiken op de dag van de behandeling. Het is raadzaam om uw insuline en pen mee te nemen naar het ziekenhuis.
- Geef aan of u een pacemaker of ICD heeft.
- Geef aan of u allergieën heeft.
De behandeling
U wordt opgenomen op een verpleegafdeling. De verpleegkundige neemt met u nog enige gegevens door. Het plaatsen van de stent kan als belastend ervaren worden daarom krijgt u vlak voor de behandeling via een infuusnaald medicijnen toegediend waarvan u wat slaperig wordt (roesje) en een sterke pijnstiller. Voor verdere informatie over de sedatie; zie de sedatiefolder.
De behandeling wordt op de Scopie Behandelafdeling (SBA) gedaan en soms op de röntgenafdeling. Het plaatsen van de stent wordt gedaan met behulp van een endoscoop. Een endoscoop is een flexibele slang met aan de tip een cameraatje zodat de arts precies kan zien waar de stent geplaatst moet worden.
Stent in de slokdarm of maaguitgang
Als de stent in de slokdarm of maaguitgang geplaatst moet worden, wordt de endoscoop via de mond naar binnen gebracht en zo verder naar de slokdarm of maaguitgang opgeschoven. Het slikken van de slang kan een benauwd gevoel geven maar de endoscoop gaat niet in uw luchtwegen. U kunt gewoon via de mond of neus inademen. Bovendien krijgt u een roesje waardoor u hier minder last van heeft.
Stent in de dikke darm
Als de stent in de dikke darm geplaats moet worden, wordt de endoscoop via de anus naar binnen gebracht, zie ook de folder colonscopie. De behandeling duurt 20 tot 30 minuten.
Vlak na de behandeling
Na de procedure wordt u wakker op de zaal van de SBA. Wanneer de bloeddruk, hartslag en het zuurstofgehalte in het bloed goed zijn en u goed wakker bent, gaat u terug naar de afdeling waar u opgenomen bent.
Pijnklachten
De stent zal zich na het plaatsen nog verder uitvouwen. Daardoor kunt u pijnklachten of een drukkend gevoel ervaren op de plaats waar de stent geplaats is. Als u al pijnklachten had is het mogelijk dat deze nog wat toenemen. Dit is een normaal verschijnsel. Meestal verdwijnen deze klachten na enkele dagen. U mag paracetamol innemen voor de pijnklachten (tot vier keer per dag 1000 mg). Mocht dit onvoldoende werken neem dan contact op met u behandelend arts of de verpleegkundig specialist.
Mogelijke complicaties
Op zich is het een veilige behandeling, maar er bestaat altijd een kleine kans dat tijdens het plaatsen van de stent een complicatie optreedt. Mogelijke complicaties zijn:
- Het ontstaan van een klein scheurtje (perforatie)
- Het ontstaan van een (kleine) bloeding
- Bij een slokdarmstent het ontstaan van een verbinding (fistel) tussen de slokdarm en de luchtpijp.
- Voedsel of vocht dat tijdens de slokdarm- of maagstentplaatsing in de longen gaat.
Het is dus belangrijk dat u het niet eten en drinken advies in deze folder goed opvolgt.
Problemen met de stent op lange termijn
- De stent is verstopt. Het verstopt geraken van de stent kan door voedsel of ontlasting zijn, afhankelijk waar de stent geplaats is. Soms kan het ook zijn dat tumorweefsel over de boven- of onderrand van de stent groeit. Bij een slokdarmstent merkt u dit, doordat het voedsel minder makkelijk naar beneden zakt. Bij een stent in de maaguitgang kunt u langer een vol gevoel hebben en bij een stent in de dikke darm merkt u dat de ontlasting minder makkelijk gaat of niet. Afhankelijk van wat de oorzaak is, kan er met de endoscoop gekeken worden of de stent weer doorgankelijk gemaakt kan worden. Indien nodig kan er een tweede stent geplaatst worden.
- De stent heeft zich verplaatst. Dit geeft dezelfde klachten als hierboven benoemd. De stent kan dan met behulp van een endoscoop terug op zijn plaats gebracht worden of er wordt een tweede stent geplaatst.
Wanneer moet u contact opnemen?
- U bloed opgeeft, of als u zwarte ontlasting heeft;
- De pijn achter het borstbeen na één of twee dagen niet verdwenen is;
- U koorts heeft;
- U buikpijn heeft;
- U direct moet hoesten na eten of drinken;
- Als het eten niet wil zakken.
Als u (een van de) bovenstaande klachten heeft moet u contact opnemen met de Scopie Behandelafdeling. Dit kan op werkdagen tussen 8.00 uur en 17.00 uur via het telefoonnummer 088 125 52 50.
Tussen 17.00 uur en 8.00 uur, in het weekend of op feestdagen kunt u contact opnemen met de receptie van Adrz in Goes via 088 125 00 00. Zij verbinden u dan door met de afdeling Spoedeisende Hulp.
Nazorg
Dieet en instructies voor een stent in de slokdarm of maaguitgang
Om ervoor te zorgen dat de stent niet verstopt raakt door voedsel is het belangrijk om onderstaande instructies goed op te volgen.
Op de afdeling mag u beginnen met het drinken van water en als dit goed gaat mag u de dag na het plaatsen van de stent vloeibaar voedsel nuttigen. Dit zijn producten zoals thee, limonade, melk, yoghurt, kwark, soep zonder stukjes groente/vlees erin, appelmoes en vla.
Dag na de behandeling
Meestal mag u de volgende dag met ontslag. Soms wordt er nog een röntgenfoto gemaakt voordat u met ontslag kan. De dagen na de behandeling moet u rekening houden met uw dieet. U dient hiervoor rekening te houden met het onderstaande schema.
Dag twee
De tweede dag na het plaatsten van de stent kunt u over gaan op een gemalen warme maaltijd (of een potje babyvoeding). Verder mag u het volgende eten: biscuit, beschuit of brood zonder korst met roomboter, margarine, halvarine en goed smeerbaar beleg zoals jam, appelstroop, leverpastei en smeerkaas. Natuurlijk kunt u ook het vloeibare voedsel van dag één gebruiken.
Dag drie en later
Vanaf de derde dag na het plaatsen van de stent is het niet meer nodig om uw voedsel te malen, maar er zijn wel een paar aandachtspunten om ervoor te zorgen dat de stent niet verstopt raakt;
- Kauw het voedsel twee keer zolang als normaal. Vermijdt pitjes, schillen, graten en botjes. Pas op met draderige groente zoals asperges, zuurkool en selderij.
- Eet bij voorkeur in een zittende houding.
- Neem de tijd voor de maaltijden, eet op een rustig tempo.
- Tijdens en vooral na het eten is het verstandig te drinken, zodat het voedsel makkelijker naar de maag getransporteerd kan worden.
Als de stent onderin de slokdarm geplaats is, kunt u last hebben van zuurbranden. De MDL-arts kan dan maagzuurremmers voorschrijven. Ook kunt u het hoofdeinde iets omhoog zetten als u gaat liggen/slapen. Het is verstandig om twee uur voor het slapen gaan niets meer te eten of te drinken, zodat het voedsel minder makkelijk terugkomt in de slokdarm.
Instructies voor de stent in de dikke darm
Om ervoor te zorgen dat de stent niet verstopt raakt moet de ontlasting zacht zijn en makkelijk gaan.
Zorg dat de ontlasting zacht blijft door voldoende vocht te drinken. Heeft u moeite met de ontlasting dan kan de arts zakjes Movicolon voorschrijven, waardoor de ontlasting makkelijker komt en zacht blijft.
Contact
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen of ontstaan er na de behandeling onverhoopt problemen waarover u zich zorgen maakt, dan kunt u bellen naar de Scopie Behandel afdeling via 088 125 52 50. Buiten werktijden kunt u bellen naar de Afspraakcentrale van Adrz via 088 125 00 00. Zij verbinden u door met de betreffende afdeling.
Wilt u een afspraak maken, annuleren of verzetten? Neem dan contact op met de Afspraakcentrale via 088 125 00 00 of via het contactformulier. Annuleren moet tenminste 24 uur voor het onderzoek. In uw plaats helpen we graag een andere patiënt.
Informatie over uw afspraak
Op datum ____________
Tijd ____________
Afdeling ____________
Locatie ____________