Bekkenbodemklachten bij vrouwen
De bekkenbodem bestaat voornamelijk uit spieren en bindweefsel en zorgt ervoor dat de organen (blaas, baarmoeder, darm) in de buik blijven. Als deze spieren verslappen of te strak staan, kunnen klachten ontstaan, zoals urine- of ontlastingsverlies, problemen tijdens het vrijen, het gevoel hebben dat er iets uit de vagina hangt of pijn en vage klachten in de onderbuik.
Bekkenbodemklachten verhelpen
Bij het Bekkenbodemcentrum Zeeland in Goes kunnen we uw klachten op verschillende manieren verhelpen. Uw huisarts heeft u daarom doorgestuurd.
Voorbereiding onderzoek
Voorafgaand aan het onderzoek krijgt u een of meerdere formulieren toegestuurd, afhankelijk van uw klachten. De vragenlijst vult u in en neemt u mee naar uw afspraak. In totaal neemt u mee:
- De brief met folders over flowmetrie en cystoscopie en een vragenlijst
- Uw afspraak voor de geplande onderzoeken
- Een formulier om urine in te leveren
- Een lijst om 48 uur een mictieschema bij te houden
Een paar dagen voor uw afspraak levert u, samen met het formulier, urine in bij het laboratorium van het ziekenhuis. Lees de folders goed door zodat u precies weet wat u kunt verwachten.
In het Bekkenbodemcentrum wordt u binnen een dagdeel onderzocht door een uroloog, die uw bekkenbodemklachten in kaart brengt en een behandelplan voorstellen. De continentieverpleegkundige is er ter ondersteuning voor u en de arts.
Gesprek met continentieverpleegkundige
Het eerste gesprek van de onderzoeksdag is met de continentieverpleegkundige.
Wij vragen u om met een volle blaas naar deze afspraak te komen.
- Op de dag van de afspraak meldt zich aan bij de receptie. Daar wordt u doorverwezen naar de juiste wachtkamer (route 23). De continentieverpleegkundige roept u vervolgens op.
- De continentieverpleegkundige bespreekt met u de vragenlijst en het mictieschema. Zo nodig krijgt u informatie over incontinentiemateriaal.
- De continentieverpleegkundige vraagt u om op een speciaal toilet te plassen (flowmetrie).
- Na de flowmetrie wordt met een scan de blaasinhoud gecontroleerd. Vervolgens wordt u vanuit de wachtkamer opgeroepen voor de uroloog.
- Het kan nodig zijn dat u na alle onderzoeken weer bij de continentieverpleegkundige terugkomt voor uitleg van uw behandeling.
Onderzoek door de uroloog
De uroloog maakt eerst even kennis met u. Hierna gaat u naar de kamer waar het blaasonderzoek plaatsvindt. U moet uw onderlichaam ontkleden en op een speciale tafel plaatsnemen. De uroloog bekijkt de binnenkant van de blaas. Hiervoor brengt hij een slangetje in. Dit doet de uroloog via de plasbuis in de blaas (cystoscopie). Als het onderzoek klaar is, mag u zich weer aankleden.
De uroloog bekijkt ook de vragenlijst en het mictieschema en de bevindingen van de continentieverpleegkundige. Als alle onderzoeken gedaan zijn, krijgt u een behandelplan van de uroloog en kunt u naar huis.
Multidisciplinair overleg
Alle bevindingen worden besproken in een overleg met een uroloog, gynaecoloog, continentieverpleegkundige en bekkenfysiotherapeut. Het kan nodig zijn dat u nog door andere artsen gezien wordt, in verband met verder onderzoek. U krijgt hiervoor een oproep thuisgestuurd.
Passende behandeling
Welke behandeling het best bij u past, hangt af van uw klachten en de resultaten van de onderzoeken. Mogelijke behandelingen zijn:
- Bekkenbodemtherapie
- Pessarium (ring)
- Blaastraining
- Leren zelf-katheteriseren
- Medicatie
- Operatie
Contact
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u bellen naar uw behandelend arts via 088 125 00 00. Buiten werktijden kunt u bellen naar de Afspraakcentrale van Adrz via 088 125 00 00. Zij verbinden u door met de betreffende afdeling.
Wilt u een afspraak maken, annuleren of verzetten? Neem dan contact op met de Afspraakcentrale via 088 125 00 00 of via het contactformulier.