Adrz

Deze folder geeft u voedingsadviezen bij kanker. Het is goed u te realiseren dat de situatie voor u persoonlijk anders kan zijn dan beschreven.

Deze brochure is bedoeld voor patiënten met kanker, als naslagwerk en na de begeleiding door de diëtist. Gedurende deze ziekte kunnen patiënten met kanker problemen krijgen met eten en/of drinken. Deze problemen hebben uiteraard gevolgen voor het dagelijks leven. De plaats en grootte van de tumor en de soort en duur van de behandeling hebben invloed op de ernst en duur van de klachten. In deze brochure komen veelvoorkomende voedingsproblemen aan bod. Belangrijk is, dat u kijkt naar wat in uw situatie van toepassing is en welke adviezen u kunt gebruiken. De brochure is tot stand gekomen door een samenwerking van het Diëtisten Oncologie Netwerk Zeeland (DONZ).

Voeding bij kanker

Er wordt veel onderzoek gedaan naar de invloed van voeding bij kanker. Gebleken is dat voeding een rol speelt bij het ontstaan van bepaalde soorten kanker. Misschien vraagt u zich daarom af of er een bepaalde voeding bestaat die de ziekte kan genezen of stoppen. Het ziekteproces kan geremd en mogelijk genezen worden door een behandeling zoals operatie, bestraling en chemotherapie. Goed eten en drinken is daarbij erg belangrijk. Het levert energie en bevat voedingsstoffen die uw lichaam nodig heeft om goed te kunnen functioneren. Goede voeding kan u helpen de behandeling beter te doorstaan. Hoe beter uw conditie, des te meer weerstand u heeft. Ook kunt u vele bijwerkingen van de behandeling beter aan. Er is echter geen voeding die uw ziekte kan genezen of stoppen.

Voedingstoestand

Het is belangrijk u in een goede voedingstoestand bent. Een goede voedingstoestand wil zeggen dat uw lichaam op elk moment van de dag beschikt over voedingsstoffen die het nodig heeft om goed te kunnen functioneren.

Het behouden van een goede voedingstoestand en zo nodig verbeteren van verslechterde voedingstoestand is van belang voor het beperken van complicaties bij operaties, het verminderen van bijwerkingen, het verbeteren van de weerstand en voor het welbevinden van uzelf.

Wanneer u in korte tijd veel gewicht verliest is dat een reden om extra aandacht aan uw voeding te besteden. Uw voedingstoestand gaat dan namelijk (erg snel) achteruit. Bij bewust afvallen is het gewichtsverlies met name verlies van vetmassa. Gewichtsverlies gerelateerd aan een ziekte (kanker) bestaat uit het verlies van niet alleen vetmassa, maar juist ook verlies van spiermassa. Het verlies van deze spiermassa of verlies van spierkracht bij kanker heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van leven. Ook bij overgewicht kan u door gewichtsverlies (verlies van spiermassa) in een slechte voedingstoestand komen. Indien uw lichaam vocht vasthoudt is uw gewicht niet meer betrouwbaar om uw voedingstoestand te kunnen beoordelen. Door het vocht stijgt wel uw gewicht, maar uw vet- en spiermassa kunnen dan zelfs gedaald zijn.

Voeding

De voedingsstoffen die het lichaam dagelijks nodig heeft zijn: eiwitten, vetten, koolhydraten, vitamines, mineralen en vocht. De koolhydraten en vetten leveren energie (calorieën). De behoefte aan energie en/of voedingsstoffen kan door de kanker verhoogd zijn.

Voldoende energie (calorieën)

Door uzelf regelmatig te wegen krijgt u een goed beeld van uw gewichtsverloop. Het beste kunt u zich eenmaal in de week onder dezelfde omstandigheden wegen, bijvoorbeeld ’s morgens nadat u naar het toilet bent geweest en voor het aankleden. Wanneer uw gewicht stabiel blijft, geeft dit aan dat u voldoende energie binnenkrijgt.

Het is belangrijk om op gewicht te blijven. Ook wanneer u overgewicht heeft. Als u toch onbewust gaat afvallen is het de bedoeling om meer energie op te nemen. Dit betekent dat u moet proberen meer te eten en te drinken.

Voldoende eiwit

Eiwit is een bouwstof voor het herstel van de gezonde lichaamscellen na een behandeling. Niet alleen gewichtsverlies, maar ook spierafbraak kan een gevolg zijn van kanker. Voor het behoud en/of opbouw van de spieren is eiwit nodig. Voedingsmiddelen met veel eiwit zijn melk en melkproducten, kaas, vlees, vis, kip, ei, vegetarische vervangers, peulvruchten en noten. Maak ruim gebruik van deze voedingsmiddelen.

Voldoende vocht

Bij de behandeling is het belangrijk om voldoende te drinken. De nieren hebben vocht nodig om de afvalstoffen af te voeren. Tevens kan voldoende vocht klachten als misselijkheid verminderen. Gebruik daarom 1500 – 2000 ml vocht per dag. Dit komt overeen met 12-16 kopjes of glazen. Bent u ouder dan 70 jaar, dan heeft u meer vocht nodig, streven naar 1700 – 2200 ml vocht per dag (14-18 kopjes of glazen per dag). Als u twijfelt of u dit haalt, kunt u van een hele dag de hoeveelheid drinkvocht bijhouden. Wanneer u regelmatig kunt plassen en uw urine niet te donker van kleur is, drinkt u voldoende.

In de tabel hieronder ziet u de voeding die per dag minimaal wordt aanbevolen bij kanker:

Brood en broodvervangers 3-4 sneden
Kaas 2 plakken
Melk- en melkproducten 3 bekers of schaaltjes
Vlees, vis, gevogelte, ei, vleesvervangers 100 gram
Vleeswaren 2 plakken
Groente 3-4 opscheplepels
Aardappelen/pasta/rijst 3 stuks/ opscheplepels
Fruit 2 porties
Smeer- en bereidingsvetten 30 gram of 30 ml
Noten 1 handje (25 gram)

Adviezen bij voedingsproblemen

Door het ziek-zijn of de behandeling kan eten en drinken moeizamer gaan. U kunt met wat aanpassingen proberen uw problemen te verminderen. De volgende algemene adviezen kunnen u helpen om voldoende te eten:

  • Neem de tijd om te rusten.
  • Als vast voedsel te veel vermoeit, kunt u fijngemalen of vloeibare gerechten kiezen.
  • Verdeel de voeding in kleine porties over de dag. Vaker een klein beetje eten is minder vermoeiend dan een grote maaltijd.
  • Laat, indien mogelijk, iemand anders de boodschappen doen en koken.

Hieronder worden klachten genoemd waarmee u te maken kunt krijgen. Deze klachten kunnen problemen geven bij de inname van het eten en drinken.

  • Onbedoeld gewichtsverlies
  • Verminderde eetlust
  • Misselijkheid en braken
  • Droge mond
  • Kauw en slikklachten
  • Verslikken
  • Slijmvorming
  • Smaak- en reukverandering
  • Vermoeidheid
  • Diarree
  • Obstipatie

Samen met uw diëtist kunt u bespreken op welke manier u de voeding kunt aanpassen.

Adviezen bij onbedoeld gewichtsverlies

Onbedoeld gewichtsverlies komt vaak voor bij kanker. Hiermee heeft u te maken als u niet bewust streeft naar een lager gewicht, maar toch afvalt. Er kan zo ondervoeding ontstaan.

We spreken van ondervoeding als u meer dan 3 kg in één maand of meer dan 6 kg binnen het laatste half jaar onbewust bent afgevallen. Dit kan veroorzaakt worden door verschillende factoren (of een combinatie daarvan), zoals een gebrek aan eetlust, klachten waardoor u moeilijk kunt eten en veranderingen in uw stofwisseling als gevolg van de ziekte. Door de veranderingen in uw stofwisseling kan uw lichaam voedingsstoffen minder goed opnemen en gebruiken. Hierdoor heeft u meer behoefte aan voeding (energie) en bepaalde voedingsstoffen (zoals eiwitten). Wanneer het u niet lukt om in deze extra behoefte te voorzien, kunt u afvallen. Naast vetweefsel kunt u bij het afvallen ook spieren kwijtraken. Het verlies van spiermassa geeft klachten van vermoeidheid, krachtsverlies en een verminderde conditie. Dat kan vaak voorkomen worden door goed te eten en voldoende te bewegen.

De volgende adviezen kunnen helpen om meer energie en eiwitten binnen te krijgen. Ook kunnen deze adviezen helpen om aan te komen als uw gewicht te laag is.

  • Verdeel de voeding over de hele dag.
  • Gebruik vaak kleine maaltijden en tussendoortjes.
  • Kies waar u zin in heeft en wat u lekker vindt en goed bevalt.
  • Houd niet vast aan bepaalde etenstijden, maar neem iets wanneer u er zin in heeft (al is dit s’ nachts of vlak voor het slapen gaan).
  • Samen met anderen eten, want zien eten doet eten.
  • Zorg dat u kant-en-klaar of gemakkelijk te bereiden maaltijden en tussendoortjes bij de hand heeft, zowel thuis als onderweg.
  • Gebruik voldoende vocht, minimaal 1,5 liter per dag, bijvoorbeeld thee, koffie, melk, chocolademelk, vruchtensap en limonade.
  • Neem de tijd om te rusten als u zich moe voelt.
  • Vraag hulp als het niet lukt! Denkt hierbij aan de hulp van naasten voor bijvoorbeeld boodschappen doen en maaltijdbereiding, etc.

Extra inname van eiwitten en energie moet nu de belangrijkste prioriteit krijgen. Het is in deze periode geen probleem wanneer u producten neemt die veel verzadigd vet, suiker en eiwitten bevatten zolang het nodig is. Deze producten kunnen u helpen weer op een gezond gewicht te komen. Kies vooral voedingsmiddelen waar u trek in heeft en welke u goed kan verdragen.

Beweging

Probeer zo actief mogelijk te blijven. Door te blijven bewegen bouwt u spieren op en houdt u uw conditie op peil. Onderneem activiteiten die u leuk vindt en makkelijk kunt doen, zoals wandelen of fietsen. Ook klusjes in en om het huis zijn goede activiteiten. Oefeningen onder leiding van een oncologisch fysiotherapeut kunnen u helpen om uw spieren op te bouwen en uw spieren sterk te houden.

Tips om de voeding energierijker te maken

Sla geen maaltijden over. Gebruik dagelijks een ontbijt, middag- en avondmaaltijd. Wen uzelf eraan om tussendoortjes te nemen. Kies steeds bij de koffie of thee iets extra’s.

Broodmaaltijden

  • Gebruik royaal (dieet)margarine of roomboter. Neem geen halvarine, dit levert minder energie.
  • Beleg royaal met:
    • Volvette (room)kaas of smeerkaas
    • Vettere vleeswaren, zoals worst, paté, smeerleverworst
    • Vette vis zoals haring, paling, makreel, sardines
    • Zalm-, krab-, ei-, en vleessalade
    • Gekookt, gebakken ei of roerei
    • Pindakaas, chocoladehagelslag, chocoladepasta, jam
  • Beleg kan ook extra uit het vuistje.
  • Als brood eten moeilijk gaat, kunt u de korstjes eraf snijden of de boterham roosteren.
  • Brood kan ook vervangen worden door crackers, knäckebröd, beschuit, croissants, broodjes, pistolets, ontbijtkoek, krenten- en mueslibrood, ontbijtdrank, melkproducten met muesli, fruit of andere ontbijtgranen, pap, pannenkoeken, poffertjes, drie-in-de-pan, wraps, pasta salade. Wissel hiermee af en dit kan ook als tussendoortje.
  • Smeerbaar beleg maakt het makkelijker om brood te eten.
  • Gebruik bij voorkeur volle melk, chocolademelk, volle drinkyoghurt. Eventueel kan nog suiker en/of room toegevoegd worden.
  • Gebruik ruim suiker of honing in de koffie en thee.
  • Vervang koffiemelk in de koffie door koffieroom of ongeklopte slagroom.

Warme maaltijd

  • Neem alleen soep als het een maaltijdsoep is. Deze is goed gevuld en bevat veel calorieën. Gebruik geen soep voorafgaand aan de hoofdmaaltijd, want dit vult de maag.
  • Doe een klontje boter, (dieet)margarine of een scheutje olijfolie door de groenten of puree;
  • Probeer gebakken aardappelen, frites en rösti.
  • Maak een sausje bij de groenten op basis van boter of (dieet)margarine, bloem en melk. Voeg eventueel wat room toe.
  • Kies bij voorkeur gekookte of geroerbakte groente. Rauwe groente zoals salade geeft snel een vol gevoel en levert weinig energie (calorieën).
  • Gebruik royaal jus, saus of mayonaise.
  • Neem vaker vettere vleessoorten zoals worst, gehakt, doorregen rund- en varkensvlees, gepaneerd vlees, spek.
  • Vettere vissoorten zijn zalm en gebakken vis.
  • U kunt van het vlees ook ragout maken. Dit levert meer calorieën indien wat room of crème fraîche toegevoegd wordt.
  • U kunt het vlees ook vervangen door kip, vis, ei of een vegetarische vervanging.
  • Maak gebruik van kaas, bijvoorbeeld over groenten- of pastagerechten.
  • Neem eventueel het nagerecht wat later na de maaltijd. Gebruik bij voorkeur volle producten zoals volle (slagroom)vla, volle yoghurt en kwark, roomijs (met slagroom), bavarois, chocolademousse, pap van volle melk en pudding.

Tussendoortjes of tussenmaaltijden

  • Brood, beschuit, cracker of een paar toastjes besmeerd met (dieet)margarine of roomboter en belegd;
  • Pannenkoek met beleg, poffertjes.
  • Hartig broodje zoals saucijzenbroodje, worstenbroodje, kaasbroodje, minipizza.
  • Een plak ontbijtkoek, krentenbol, mueslireep, tussendoorbiscuits.
  • Fruit, fruitsalade, vruchtjes uit blik.
  • Slaatje: bijvoorbeeld: vlees-, huzaren-, zalm-, vis-, zalm- en tonijnsalade.
  • Blokjes kaas, plakjes vleeswaar, stukje worst, eventueel met augurk, gember.
  • Olijven en dadels.
  • Pinda’s, noten, chips, studentenhaver, rozijnen, zoute koekjes.
  • Gebak, koek, chocolade, snoep.
  • Snacks zoals kroket, frikandel, loempia, saté of andere snack.
  • Roomijs, yoghurtijs, milkshake, waterijs.
  • Volle vla, vlaflip, pudding, Griekse yoghurt, volle yoghurt/ kwark met desgewenst vruchten, suiker of honing.
  • Dranken zoals thee en koffie met suiker en melk of room, vruchtensap, limonade, (volle) melk- en yoghurtdranken, ontbijtdranken, advocaat met room, Irish coffee, chocolademelk met room en soep.

 

 

Adviezen bij verminderde eetlust

Verminderde eetlust kan komen door het ziek-zijn of de behandeling. Maar ook als u zich moe of misselijk voelt, of als het eten u niet meer zo smaakt, kunt u minder trek hebben. Verder kan ongerustheid of angst de eetlust wegnemen.

  • Neem de tijd om te eten, eet rustig en kauw goed.
  • Maak de eetmomenten zo ontspannen mogelijk. Het kan helpen om voorafgaand aan een maaltijd rust te nemen, of door juist even naar buiten te gaan en een blokje om te lopen.
  • Laat indien mogelijk de maaltijdbereiding over aan anderen, zodat u meer rust en energie heeft voor het eten.
  • Varieer regelmatig tussen zoete en hartige gerechten en presenteer het eten op een aantrekkelijke wijze. Bedenk dat alle kleine beetjes helpen. Wees positief over wat gelukt is op te eten.
  • Neem kleine porties, goed verdeeld over de dag.
  • U kunt maaltijdmomenten verschuiven.
  • Ook kunt u het toetje van de warme maaltijden een uurtje later nemen, dan is het eten wat gezakt en zult u het toetje makkelijker kunnen opeten.
  • Maak van het eten een gezellig moment en zorg dat het er aantrekkelijk uitziet.
  • Eet altijd iets als u wat drinkt.
  • Vermijd producten die de eetlust verminderen en afkeer oproepen.
  • U kunt de warme maaltijd door een koude maaltijd, salade of broodmaaltijd vervangen. Dit kan natuurlijk ook juist andersom.
  • U kunt vaste voeding vervangen door vloeibare of zachte voeding, bijvoorbeeld pap, vla, gemalen voeding;
  • Let op dat een heldere soep zoals bouillon en rundvlees weinig voedingsstoffen bevatten, maar wel een verzadigend gevoel kunnen geven.
  • Vet levert veel calorieën. Gebruik bij voorkeur volle producten en smeer royaal boter of margarine op brood en koek. Smelt een klontje boter door de groente of pap en schenk een scheutje room of crème fraîche in koffie, vla, pap, yoghurt, soep en saus.
  • Suiker levert ook veel calorieën, kies daarom voor suikerrijke producten bijvoorbeeld chocolademelk, roomtoetje, roomijs, koek, snoep of gebak en voeg suiker toe aan thee, koffie, yoghurt, pap, etc.
  • Vermijd te grote compacte maaltijden zoals stamppot en vette gasvormende gerechten. Deze geven snel een vol en opgeblazen gevoel.
  • Neem geen grote hoeveelheden rauwkost, vers fruit of grof volkorenbrood, deze producten geven snel een vol gevoel. Kies liever gekookte groenten (met boter), vruchtensap (met suiker) en lichtbruin of wit brood met ruim boter en beleg.
  • Gebruik geen volumineuze voedingsmiddelen zoals koolzuurhoudende dranken en opgeklopte slagroom. Deze producten geven gauw een vol gevoel en nemen de eetlust weg.
  • Bouillon en alcohol zijn eetlust opwekkende producten wanneer ze een half uur voor de maaltijd worden gebruikt. Overleg met uw arts of u alcohol mag gebruiken.
  • Voldoende drinken bevordert de eetlust. Zorg dat u minimaal 1½ liter vocht per dag gebruikt (10-12 kopjes). Probeer dit over de dag te verdelen. Alle soorten vocht tellen mee: thee, sap, limonade, appelmoes, vla, yoghurt, bouillon en water. Wees matig met koffie. Kies liever voor een drank die voedingsstoffen levert zoals zuivel of sap, dan water of thee.
  • Als vaker eten lastig is kan gebruik gemaakt worden van een voedzame drank, zoals smoothie, milkshake, en chocolademelk, etc.

Overige aandachtspunten

  • Sterke smaken kunnen de eetlust bevorderen. Denk hierbij aan sterk gekruide, erg zoete of erg bittere voedingsmiddelen en dranken zoals koffie en tonic.
  • Wanneer u rookt is het goed te proberen dit te stoppen of te verminderen, omdat roken uw eetlust vermindert. U kan bij uw arts om hulp vragen als u ondersteuning hierbij nodig hebt.
  • Licht intensief bewegen, zoals rustig wandelen kan helpen uw eetlust te verbeteren.
  • Als u familie en vrienden inlicht over uw veranderde eetlust, kunnen ze u beter begrijpen en helpen. Hierdoor wordt het dan bijvoorbeeld mogelijk om telkens kleine beetjes te eten, zonder dat anderen daar raar van staan te kijken. En bij het gezamenlijk gebruiken van de maaltijden wordt het u zo wellicht makkelijker gemaakt om op een rustige en ontspannen wijze te eten.

Adviezen bij misselijkheid en braken

Misselijkheid kan heel vervelend zijn, zeker als u er braakneigingen bij ervaart. Het kan een bijwerking zijn van de ziekte zelf. Ook kunnen behandelingen, zoals chemotherapie, radiotherapie en hormoontherapie voor een misselijk gevoel zorgen. Verder kunnen bepaalde medicijnen misselijkheid veroorzaken, zoals pijnmedicatie en bisfosfonaten (ter bescherming tegen botschade). Voeding is niet altijd de oorzaak van misselijkheid. Tegenwoordig zijn er medicijnen die misselijkheid voor het grootste deel onderdrukken. Uw arts kan deze medicijnen voorschrijven als dat nodig is.

Probeer iedere dag minimaal 1½ liter (10-12 kopjes) te drinken. Een tekort aan vocht verergert de misselijkheid. Wanneer u moeite heeft met veel drinken, start dan met regelmatig kleine hoeveelheden, bijvoorbeeld ieder half uur 50 ml. Let op de kleur en de hoeveelheid van uw urine. Een donkergekleurde urine en weinig urine wijst op een tekort aan vocht.

 

  • Koolzuurhoudende dranken zoals cola kunnen helpen om overtollig lucht uit de maag op te boeren en zo het gevoel van misselijkheid te verlichten. Drink de koolzuurhoudende drank niet te koud, dit kan weer maagklachten geven.
  • Gebruik kleine maaltijden per dag. Vaak geeft de hoeveelheid voedsel een misselijk gevoel en niet het soort voedsel. Probeer toch wat in uw maag te hebben, omdat een lege maag ook een misselijk gevoel kan geven. Het voortdurend knabbelen aan droog voedsel, zoals toastjes, crackertjes en soepstengels kan helpen, met name ’s morgens vroeg.
  • Gember en pepermunt kunnen helpen het gevoel van misselijkheid te verlichten en uw maag tot rust te brengen. Probeer of het drinken van thee van verse gember u helpt.
  • Leid bij kortdurende misselijkheid de aandacht af van (het moeten) eten. Belangrijk is dan om te eten wanneer u niet misselijk bent.
  • Als u zo misselijk bent dat u veel moet braken, heeft eten en drinken niet zo veel zin. Geef de maag een paar uur de kans om tot rust te komen. Begin met een half kopje thee, bouillon of appelsap. Breid langzaamaan de voeding uit tot normale maaltijden.
  • Zet niet gebruikt eten en drinken weg.
  • Wanneer de misselijkheid acuut komt opzetten kan het helpen om op een ijsklontje, waterijsje of zacht stukje (bevroren) fruit te zuigen. Kauwgom kan soms ook helpen. Door op iets te zuigen gaan de speekselklieren werken. Dit voorkomt een doge mond en een vieze smaak in de mond.
  • Probeer of de misselijkheid door regelmatig wat te eten kan worden “weggegeten”.
  • Vermijd geuren die misselijkheid kunnen veroorzaken of verergeren, zoal bijvoorbeeld eau de cologne, schoonmaakmiddelen, koffie, kookluchtjes van met name vlees.
  • Een goede mondverzorging is belangrijk, zeker als u vaak braakt.
  • Vermijd voedingsmiddelen die misselijkheid kunnen opwekken zoals vet eten, koffie, sterk gekruid en geurig eten en alcohol. Vermijd de geur van warm eten als u daar misselijk van wordt.
  • Vraag familie of vrienden uw eten te bereiden. Blijf uit de keuken waar net eten is klaargemaakt en ventileer uw woning goed.
  • Koude gerechten worden vaak beter verdragen dan warme. Laat uw warme gerechten daarom eerst afkoelen;
  • Kies smaken die uw voorkeur hebben. Ook neutrale smaken zoals die van aardappelen en pasta gaan vaak beter.
  • Ga zo mogelijk rechtop zitten tijdens het eten. Ga niet meteen na de maaltijd weer liggen en blijf tot een half uur na de maaltijd rechtop zitten. De maaltijd kan zo beter zakken waardoor het misselijke gevoel vermindert.
  • Zorg voor een rustige omgeving en frisse lucht. Bezorgdheid en opwinding kunnen misselijkheid verergeren. Probeer daarom te ontspannen tijdens het eten in een rustige comfortabele eetomgeving.

Adviezen bij een droge mond

Een droge mond komt door een tekort aan speeksel. Dit kan het gevolg zijn van sommige vormen van chemotherapie, bestraling in het gebied rondom het hoofd en de hals en bepaalde medicijnen. Ook uitdroging, roken en niet eten en drinken kunnen zorgen voor een droge mond. Hierdoor kan het spreken en het kauwen en slikken moeilijker worden. Ook heeft dit gevolgen voor de smaak. Sommige gerechten kunnen minder smaken of uitgesproken vies van smaak worden.

  • Spoel uw mond regelmatig (met eventueel een zoutoplossing) of drink vaak een klein beetje. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld mineraalwater, thee met citroen, kamillethee en donker bier. Veel drinken maakt de mond niet minder droog, dus dat heeft weinig zin.
  • Zorg dat u altijd iets te drinken bij de hand heeft, ook ’s nachts. Neem ook onderweg altijd een waterflesje mee. Neem gedurende de dag kleine slokjes water.
  • Drinkt tijdens het eten. Neem bij iedere hap eten iets te drinken, zodat het vocht door kauwen met het eten wordt vermengd. Gebruik dranken om harde producten zachter te maken. Denk aan het dippen van een koekje in de thee of melk en brood in soep of bouillon.
  • Een vieze smaak in de mond komt soms door te weinig vocht. Drink daarom voldoende.
  • Kauw op (suikervrije) kauwgom of fris zure producten zoals ananas, appel, augurk en komkommer, tomaat, zilveruitjes. Zuig op kleine pepermuntjes, zacht snoep of waterijsjes. Kauwen en zuigen stimuleert de speekselklieren om dun, waterig speeksel te produceren. Bij slijmvliesbeschadigingen in de mond zijn zure voedingsmiddelen echter pijnlijk. Maak hier dan liever geen gebruik van.
  • Gebruik extra jus, saus, crème fraῖche mayonaise of boter om de voeding smeuïger te maken. Dit helpt om de maaltijd zachter te maken en gemakkelijker te kunnen eten. Ook een pastagerecht met extra saus kan prettig zijn bij een droge mond.
  • Brood kun je vervangen door verschillende soorten pap, vla, kwark, of drinkontbijt. Neem ook eens ontbijtproducten zoals muesli of cornflakes met yoghurt of melk.
  • Brood kan ook zonder korst of geroosterd gegeten worden. Kies voor smeuïg beleg zoals smeerkaas, roerei, paté, leverpastei, salade, honing, fijngemaakt fruit of jam.
  • Zorg voor een goede mondverzorging, want de kans op ontstekingen en tandbederf zijn bij een droge mond groter.

Adviezen bij kauw- en slikklachten

U kunt last hebben van kauw- en of slikproblemen door een tumor in het gebied van de mond of keel. Ook door behandeling kunnen er problemen ontstaan als gevolg van beschadiging van de slijmvliezen mond, keel en slokdarm. Door het moeilijker kunnen kauwen en slikken duurt de maaltijd langer en is het eten veel vermoeiender. Vooral brood, mager vlees, stukjes fruit en harde brokjes kunnen u veel last bezorgen. U zult dan geneigd zijn om die voedingsmiddelen weg te laten. Om toch voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen is het beter om te kiezen uit vloeibare gerechten. Vast voedsel dat problemen geeft kan ook vaak worden gemalen.

Hoe grof of fijn de voeding moet zijn, kunt u het beste zelf bepalen. Soms is het al voldoende als alle voeding heel fijn wordt gesneden. Lukt dit niet dan kunt u de voeding fijnmalen of indien nodig, mixen tot een vloeibare voeding. Zo nodig kunnen de vezels er worden uitgezeefd. Zachte, gemalen of vloeibare voeding bevat over het algemeen minder energie en voedingsstoffen dan ‘gewone voeding’. Hierdoor is het vaak moeilijker om op gewicht te blijven en alle noodzakelijke voedingsstoffen binnen te krijgen. Kies daarom voor volle producten, zoals volle melk en volle yoghurt. U kunt ook producten toevoegen aan de maaltijd die veel kcal bevatten, zoals room en crème fraῖche. Handige hulpmiddelen om de voeding fijner te maken zijn een staafmixer, mengbeker, keukenmachine, sapcentrifuge en een handmixer.

Enkele tips om de smaak van gemalen en vloeibaar voedsel te verbeteren

  • Wissel hartige en zoete gerechten af. Omdat de meeste vloeibare gerechten zoet zijn, is het vaak prettig om tweemaal per dag een warme maaltijd en of een gevulde en gemixte soep te gebruiken. Gebruik kruiden en specerijen wanneer u daar geen last van heeft.
  • Wissel warme en koude gerechten af, als de temperatuur van het eten geen problemen oplevert. Denk bijvoorbeeld aan ijs en warme maaltijdsoep of warme chocolademelk en koud appelsap.
  • Wissel de kleur van de gerechten af. Gemalen erwtjes, snijbonen, peultjes en sperziebonen smaken bijna hetzelfde. Worteltjes, bloemkool, rode kool en spinazie zijn daarentegen erg verschillend.

Suggesties voor broodmaaltijden

  • Brood: dunne sneetjes licht bruinbrood of witbrood (eventueel zonder korst), kadetje, croissant, toast, beschuit, crackers dik besmeren met boter of margarine.
  • Beleg: zacht smeerbaar beleg, zoals leverpastei, paté, zure zult, leverworst, smeerkaas, groente- en sandwichspread, salade, bijvoorbeeld zalmsalade en huzarensalade, gekookt ei, roerei, jam, gelei, stroop of honing.
  • Is brood te droog, dan kan het helpen om bij elke hap een slok drinken te nemen. Brood uit de magnetron is meestal zachter.
  • Week (belegd) brood eventueel in soep/bouillon of warme melk.

Brood kunt u vervangen door drinkontbijt, vla, (vruchten)yoghurt, kwark, pudding of pap, bijvoorbeeld rijstepap, havermoutpap, karnemelksepap, griesmeelpap, Brintapap, broodpap, beschuitpap, Ligapap. Als u last heeft van de vezels, kunt u de pap zeven. Ook kunt u gladde pap kiezen, bijvoorbeeld van custardpoeder, maïzena, rijstebloem of kindermeel. Met melk en/of room kunt u de pap zo dun maken als u zelf wilt. Een bord pap kan energie- en/of eiwitrijker gemaakt worden door het toevoegen van een scheutje room of  een klontje boter.

Suggestie voor de warme maaltijd

  • Soep heeft pas veel voedingswaarde als u er veel (gemalen) vulling en wat boter en/of room aan toevoegt. Gebonden soep is vaak makkelijker te slikken dan heldere soep. De vulling zakt bovendien niet zo uit.
  • Vulling: bijvoorbeeld soepvlees, gehaktballetjes, kip, vis, soepgroente, tomaten, champignons, bloemkool, erwten, bonen, tuinkruiden, rijst, vermicelli. Als u geen stukjes of brokjes kunt slikken, kunt u het beste de soep goed fijn mixen.
  • Als vlees te droog of te draderig is, lukt het doorslikken na goed kauwen misschien wel met tartaar, gehakt, ragout of roerei. Vettere vleessoorten zijn zachter. Bak het vlees en de vis niet te hard. Vis kunt u ook stoven. Vlees, kip of visfilet (denk aan de graten) kunnen heel goed worden fijngemalen of gemixt.
  • Goed gaar gekookte groenten kunnen vaak al met een vork fijn genoeg worden gemaakt. Voeg een klontje boter en/of een groentesausje toe.
  • Aardappels kunnen goed worden geprakt en kunnen met boter, melk en jus smeuïg worden gemaakt.
  • Stamppot maakt u van groente, aardappels en vlees of vis, door alle ingrediënten met een mixer fijn te ‘malen’ en met jus, melk of bouillon op de goede dikte te brengen.
  • Een pastagerecht, zoals macaroni met veel saus is vaak glad en minder droog. Gare rijst en macaroni kunnen vermengd met groente, vlees en saus, goed worden gemalen.
  • Er bestaan kant en klare gemalen maaltijden in de vorm van baby- en peuter/ kleutervoedingen van verschillende fabrikanten.
  • Nagerecht: vla, yoghurt, ijs, vruchtenmoes, luchtige pudding of milkshake.

Suggesties voor tussendoortjes

  • Volle melk, volle chocolademelk, anijsmelk, melk met oploskoffie.
  • Karnemelk, karnemelkdrank met siroop.
  • Bouillon vers of van een blokje.
  • Vruchtensap, bijvoorbeeld appelsap, druivensap, sinaasappelsap, grapefruitsap, perensap, perziksap of een dubbeldrank of vruchtennectar.
  • Tomatensap, groentesap;
  • Frisdrank, zo nodig zonder koolzuur;
  • Alcoholische dranken zoals: Irish coffee, advocaat etc. (altijd in overleg met de arts!);
  • Roomijs, milkshake;
  • Zacht fruit, zoals aardbei, banaan, framboos, mango, meloen, nectarine, peer, perzik en pruim. Fruit uit blik is meestal zachter dan vers fruit. Meng het eventueel met room, vla, yoghurt, kwark;
  • Liga, lange vingers, theebeschuitjes om in de thee of koffie te ‘dopen’;
  • Cake, zacht gebak, zoals slagroom-, kwarkgebak;
  • Gomballen, tumtum, spekjes, schuimpjes, marsepein, bonbons met zacht vulling;
  • Stukje zacht brood met smeerkaas, roomkaas, paté, salade, haring, paling.

De mogelijkheden die bij de broodmaaltijden en warme maaltijd staan genoemd kunnen in een kleine portie ook heel goed als tussendoortje worden gebruikt.

Adviezen bij verslikken

Als u zich verslikt kom er eten in uw luchtpijp terecht. Dit kan leiden tot een longontsteking.

  • Zorg dat u niet teveel afgeleid worden tijdens het eten. Slik bewust en geconcentreerd.
  • Zit rechtop tijdens het eten, neem kleine hapjes en slokjes en kauw goed. Buig eventueel u hoofd een beetje naar voren bij het slikken.
  • Pas op met tegelijkertijd eten en drinken. Slik eerst het eten door en neem dan pas een slokje drinken of nog een hap.
  • Probeer uit bij welke etenstemperatuur u zich minder snel verslikt. Vaak gaan koude gerechten beter. Gebruik hiervoor eventueel ijsklontjes.
  • Dunne vloeistoffen en droge kruimelige voeding leiden vaak tot klachten, gladde gebonden voeding geeft meestal minder klachten.
  • Bij verslikken kunt u gebruik maken van verdikkingsmiddelen. U kunt zich namelijk sneller verslikken in dunne dranken zoals koffie, thee en sap.
  • Eet geen vloeibare producten waarin stukjes zitten, zoals een heldere soep met stukjes vlees, vermicelli of groenten. U kunt dan beter kiezen voor een geboden of fijngemalen soep zonder stukjes.

Als verslikken vaak voorkomt meldt dit dan bij u behandelend arts.

Adviezen bij hinderlijke slijmvorming

Hinderlijk, taai slijm is slijm dat moeilijk kan worden weggeslikt en in de keel kan blijven hangen. Hinderlijke slijmvorming kan te maken hebben met de behandeling en de voeding is niet de oorzaak in deze situatie. Veel mensen veronderstellen dat vooral melk en suikerrijke producten slijmvorming veroorzaken. Zoete melkproducten (o.a. gewone melk) laten een plakkerig gevoel in de mond achter. Dit wordt vaak als slijmerig en hinderlijk ervaren, maar er wordt niet daadwerkelijk meer slijm geproduceerd.

  • Spoel de mond regelmatig met een zoutoplossing of gebruik koolzuurhoudend mineraalwater, koolzuurhoudende dranken, thee (met citroen), ananas- en bosbessensap of donker bier. Ook Kamillethee kan prettig zijn.
  • Gebruik ijsblokjes of ijswater.
  • Kauw op (suikervrije) kauwgom of fris zure producten zoals ananas, appel, augurk en komkommer, tomaat, zilveruitjes. Zuig op kleine pepermuntjes, zacht snoep of waterijsjes. Kauwen en zuigen stimuleert de speekselklieren om dun, waterig speeksel te produceren. Bij slijmvliesbeschadigingen in de mond zijn zure voedingsmiddelen echter pijnlijk. Vermijd deze dan ook.
  • De mond spoelen met water, thee, koffie na het drinken van melk. Zure melkproducten zoals karnemelk en (drink)yoghurt geven een minder plakkerig gevoel.
  • Sojaproducten zoals sojamelk en sojatoetjes geven ook een minder plakkerig gevoel;
  • Zuig langzaam op een vitamine- C tablet.

Adviezen bij smaak- en reukverandering

Verandering van smaak komt vaak voor bij kanker. Het kan komen door de ziekte zelf of door de behandeling. Zo kan door chemotherapie eten naar metaal of bitter gaan smaken of helemaal geen smaak meer hebben. Ook bestraling in het mond- keelgebied kan de smaak veranderen. In veel gevallen is de verandering tijdelijk, maar het kan helaas ook langdurig en zelfs permanent zijn. Reuk en smaak gaan samen. Als u reuk verminderd is, proeft u veel minder. Het kan ook zijn dat u reuk veranderd is en u dingen anders ruikt dan u voor de ziekte deed. Ook hierdoor kan aversie tegen eten door ontstaan. En dat kan erg frustrerend zijn. De smaak en reuk kunnen per dag wisselen, het is daarom de moeite waard producten te blijven proberen. Een tekort aan vocht kan het probleem groter maken, doordat smaakstoffen niet goed oplossen in uw mond en u zo nog minder proeft. Wanneer er sprake is van volledig smaakverlies is het belangrijk dat u niet blijft wachten op iets dat lekker is, omdat dit steeds op een teleurstelling uitloopt. U zult eten moeten zien als medicijn om uw voedingstoestand op peil te houden.

  • Goed kauwen, want door het kauwen wordt de smaak enigszins verbeterd.
  • Vermijd producten met een sterke smaak en/of geur die een afkeer oproepen, zoals gebraden vlees, vis, gefrituurde of gekruide gerechten, oude kaas en koffie.
  • Gebruik eventueel producten met een weinig uitgesproken smaak, zoals gekookte aardappelen of puree, pasta, rijst, brood, beschuit, crackers, jonge kaas, biscuitjes, lange vingers, eierkoek, pap.
  • Blijf uit de keuken als er wordt gekookt. Of gebruik als u zelf moet koken de magnetron, dit geeft minder geuren.
  • Wanneer de warme maaltijd tegen staat, gebruik dan een broodmaaltijd of koude gerechten zoals maaltijdsalade, koude vis, vlees(waar) en yoghurt. Koude gerechten hebben over het algemeen een minder sterke geur en smaak.
  • Gebruik bij afkeer van een bepaalde smaak eens een andere smaak. Je hebt de smaken zoet, zuur, bitter, zout en umami. Vraag u diëtist om het “Smaakkompas”.
  • Bij een vieze smaak in de mond kunt u sterk gekruide gerechten kiezen, als u tenminste geen last heeft van gevoelige mondslijmvliezen. Of u kunt zuigen op een pepermuntje of zuurtje of kauwgompje nemen;
  • Friszure voedingsmiddelen, zoals cranberry’s, appelmoes, perzik, komkommer, kwark, yoghurt en augurk worden vaak goed gewaardeerd.
  • Zorg voor voldoende vocht, minimaal 1,5 liter per dag. Onvoldoende vochtinname kan een onaangename smaak in de mond verergeren.
  • Soms kan het drinken met een rietje helpen.
  • Gebruik plastic bestek bij een metaalsmaak in de mond.
  • Wanneer het brood naar karton smaakt, kunt u het brood licht roosteren.
  • Bij een afkeer van geurende bloemen, cosmetica en schoonmaakmiddelen: deze zoveel mogelijk vermijden.
  • Goede mondverzorging is belangrijk. Als er weinig of geen speeksel is, is de kans op tandbederf of ontstekingen in de mond groter. Poets wat vaker uw tanden.
  • Bij grote weerstand tegen etensgeuren kan het helpen wat menthol crème onder de neus aan te brengen vlak voor de maaltijd. Eventueel is een neusklemmetje ook een optie.

Bij ernstige smaak- en reukverandering bespreek dit met u diëtist, zodat u aanvullende informatie kunt ontvangen.

 

Adviezen bij vermoeidheid

Vermoeidheid is vaak een bijkomstigheid van het ziekteproces en/of de behandeling en kan vaak nog lang na de behandeling aanhouden. Ook wanneer u goede voeding gebruikt kunt u zich moe voelen. Voldoende rust is belangrijk maar zal het probleem niet helemaal verhelpen. Beweging is erg belangrijk, omdat dit in combinatie met voeding zorgt voor opbouw of instandhouding van de conditie en de spieren. Alleen rust vermindert de vermoeidheid niet, maar verergert het juist. Er moet dus een gulden middenweg gezocht worden tussen rust en beweging.

  • Eet op tijdstippen dat de vermoeidheid minder is.
  • Rust voor het eten een poosje uit.
  • Gebruik eventueel kant-en-klaarproducten die alleen opgewarmd hoeven te worden, bijvoorbeeld in de magnetron.
  • Geef het doen van boodschappen en koken uit handen of bestel uw boodschappen online. U kunt ook gebruik maken van een maaltijdservice, zoals Tafeltje dekje.
  • Verdeel het eten over de dag. Kleine porties zijn vaak minder vermoeiend om te eten en staan vaak minder tegen dan een uitgebreide maaltijd.
  • Bereid eventueel meerdere porties tegelijk. De extra porties kunt u bewaren voor de volgende dag of invriezen. Ook kunt u vooraf alvast de groente en aardappelen schoonmaken. Zo houdt u voldoende energie over om te eten.
  • Wanneer kauwen vermoeiend is kan beter gekozen worden voor vloeibare alternatieven zoals soep, (vruchten)moes, pap, ontbijtdrank, vla en yoghurt.
  • Het kan zijn dat u een tekort aan bepaalde vitamines en mineralen binnen krijgt wanneer u weinig of eenzijdig eet. Het is dan raadzaam met uw diëtist te overleggen of u aanvullend medisch voeding nodig heeft.

Adviezen bij diarree

Wanneer uw ontlasting dunner is dan normaal en u vaker naar het toilet moet heeft u diarree. Diarree kan veroorzaakt worden door een behandeling bijvoorbeeld bestraling, chemotherapie of door medicijngebruik en infecties. Het is goed om gewoon te blijven eten. Voeding heeft vrijwel geen invloed op deze vormen van diarree en voor het behoud van uw conditie heeft u voldoende voeding nodig. Voeding die zorgt voor het stoppen van diarree, zoals wat wel eens gezegd wordt over bananen of witbrood, bestaat niet.

  • Eet zo gevarieerd mogelijk. Varieer met smaken en probeer iedere twee uur iets te eten en te drinken. Vasten of minder eten is niet verstandig. Door de diarree krijgen uw darmen minder tijd om voedingsstoffen op te nemen. Daardoor is het juist goed om wat meer te eten als dat lukt. Zo zorgt u dat u voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt en dat uw lichaam niet uitgedroogd raakt. Dit kan er namelijk voor zorgen dat uw darmen zich minder goed herstellen.
  • Drink minstens 1,5-2 liter per dag. Dat zijn 12 -16 kopjes of glazen. Alle soorten vocht tellen mee. Denk aan water, koffie, thee en bouillon, of ter variatie sap, limonade, appelmoes, vla, en yoghurt. Veel drinken kan in het begin lastig zijn omdat u niet altijd dorst heeft. Het kan helpen om op te schrijven wat u gedronken heeft. Probeer het drinken goed over de dag te verdelen.
  • Vezels uit de voeding houden vocht vast, waardoor de ontlasting meer gebonden en dikker wordt. Kies voor fijne vezels, zoals in fijn volkorenbrood, aardappelen en fruit. Deze vezels zorgen niet voor extra prikkels in je darmen.
  • Indien u diarree heeft, verliest u veel zout. Dat moet worden aangevuld. Neem regelmatig een kopje soep of bouillon. Dat kan u zelf maken, maar bouillon van een bouillontablet of oplossoep zoals Cup-a-Soup zijn ook goed. Eet op brood hartig beleg zoals kaas of hummus. Kies als tussendoortje blokjes kaas, olijven, zoutjes of gezouten noten. Neem bij de warme maaltijd net iets meer zout, milde kruidenmengsels of sauzen met toegevoegd zout.
  • Vermijd grote maaltijden. Neem liever vaker kleinere porties op een dag. Dit is beter voor de maag en darmen.
  • Beperk of vermijd voedingsmiddelen die winderigheid kunnen veroorzaken, die de darmwerking kunnen overprikkelen of buikpijnklachten geven zoals ui, prei, koolsoorten, spruitjes, peulvruchten, nieuwe aardappelen, scherpe kruiden en specerijen, gefrituurde gerechten, koolzuurhoudende frisdranken, koffie en alcohol.
  • In melk en melkproducten zoals vla en pap zit van nature melksuiker (lactose). Dit wordt bij diarree soms moeilijker verteerd in je darmen. Daarom is het goed om niet meer dan 2-3 keer op een dag melk, vla of pap te eten of te drinken. Zure melkproducten, zoals karnemelk, yoghurt en kwark worden doorgaans beter verdragen. Wanneer je drinkvoeding gebruikt is dit meestal geen probleem, want die bevatten niet veel melksuiker.
  • Voedingsmiddelen met sorbitol kunnen zorgen voor diarree. Sorbitol zit vaak in kauwgom, keelpastilles, snoepjes, light frisdranken, cake en koekjes. Op de verpakking staat of er in een product sorbitol zit.
  • Als de diarree is ontstaan door chemotherapie is het beter om zuiveldrankjes met speciale goede bacteriën (probiotica) niet te drinken. Doe dit ook niet als je minder weerstand hebt door intensieve chemotherapie. De bacteriën in deze drankjes zijn in deze situaties niet altijd veilig. Als de diarree komt door antibiotica, kunnen probiotica wel helpen om de darm sneller te laten herstellen. Dit kan je gebruiken na het stoppen van de antibiotica

Bij aanhoudende diarree waarschuw uw arts of verpleegkundige. Er zijn verschillende medicijnen die gebruikt kunnen worden tegen diarree. Zij kunnen u adviseren welke medicatie voor u geschikt is.

Adviezen bij obstipatie

Een moeilijke stoelgang noemen we ook wel obstipatie of verstopping (moeite om naar de wc te gaan). Verstopping kan verschillende oorzaken hebben. Het kan onder andere komen doordat u:

  • minder beweegt
  • medicijnen gebruikt die de stoelgang beïnvloeden
  • vochttekort
  • minder eet en/of drinkt
  • te weinig vezels binnenkrijgt
  • een vernauwing van de darm hebt, bijvoorbeeld door een tumor of operatie

Het is niet nodig om iedere dag ontlasting te hebben. Als je ontlasting hard en pijnlijk is en je al langer dan drie dagen geen ontlasting hebt gehad, kunnen onderstaande tips helpen.

  • Gebruik voldoende vezels. Bij verstopping kunnen vezels samen met voldoende vocht de ontlasting soepel en zachter maken en houden. Ook houden vezels de darm in beweging. Kies zoveel mogelijk de volkoren variant van producten. Doe dit alleen als u er veel bij kunt drinken. Als u veel vezels eet en weinig drinkt, zal de stoelgang namelijk nog moeilijker worden. De combinatie van vezels en vocht is dus erg belangrijk. Vezels zitten onder andere in volkorenproducten, groente, fruit, noten, pitten en zaden. Een voeding die rijk is aan voedingsvezel kan tegenstaan, vooral als er sprake is van weinig eetlust. Bedenk dan dat witbrood, beschuit, crackers nog altijd meer ontlasting geeft dan geen brood.
  • Drink twee liter per dag. Vocht is nodig om de ontlasting soepel en zacht te krijgen.  Twee liter vocht per dag staat gelijk aan tien glazen of zestien kopjes vocht per dag. Niet alleen water telt als vocht, maar ook andere dranken als thee, koffie en melk. Daarnaast tellen ook soep, vla en yoghurt mee.
  • Zorg voor voldoende lichaamsbeweging. Dit stimuleert de darmwerking. Streef naar 30 minuten per dag.
  • Drink een glas lauw water of vruchtensap op de nuchtere maag en maak gebruik van een ontbijt. ’s Nachts bewegen je darmen minder dan overdag. Door te ontbijten breng je je darmen op gang.
  • Stel toiletbezoeken niet uit. Ga meteen naar het toilet als je voelt dat het moet, stel dit niet uit. Door het uit te stellen verdwijnt de prikkel en wordt de verstopping erger. Let ook op je houding op de wc. Zet eventueel een voetenbankje of opstapje onder je voeten. Dit zorgt voor een betere houding. Probeer te zorgen voor een rustige omgeving met genoeg privacy waarin je ontspannen genoeg bent om naar het toilet te gaan.

Er zijn verschillende medicijnen die gebruikt kunnen worden tegen obstipatie. Raadpleeg uw arts wat voor u het beste middel is.

Voorkomen voedselvergiftiging

Om een voedselvergiftiging te voorkomen is het belangrijk dat u eten niet besmet is of wordt met ziekmakende bacteriën. Met name tijdens de behandeling tegen kanker moet u goed op de voedselveiligheid letten, want u bent dan extra kwetsbaar voor een voedselvergiftiging.

Tips om een voedselvergiftiging te voorkomen

  • Was u handen regelmatig. Doe dit voordat u eten klaarmaakt, na het aanraken van rauw vlees en rauwe groente en voor het eten.
  • Was u handen ook na ieder toiletbezoek en na het aanraken van (huis)dieren.
  • Gebruik schoon keukengerei.
  • Spoel de snijplank en het mes waarmee rauw vlees is gesneden af met heet water.
  • Vervang vaatdoekjes elke dag.
  • Vervang handdoeken en theedoeken regelmatig.
  • Was vaatdoekjes op minimaal 60 °C in de (vaat)wasmachine.
  • Hang natte doeken uit zodat ze kunnen drogen.
  • Gebruik keukenpapier voor hele vieze oppervlakten.
  • Gebruik liever geen afwasspons, daar blijven te veel bacteriën in zitten. Kies in plaats daarvan voor een staalspons of afwasborstel.
  • Was groente en fruit grondig onder stromend water.
  • Houd rauw en klaargemaakt eten apart. Gebruik snijplanken, messen en ander keukengerei die in aanraking zijn geweest met rauw eten niet meer voor ander eten.

Meer informatie over voedselveiligheid

Variatielijst

Brood

  • Bruin en witte broodsoorten, broodjes, roggebrood, stokbrood
  • (Volkoren)beschuit, knäckebröd, crackers, rijstwafels, kinderbiscuits, toast, tortilla’s, wentelteefjes
  • Krentenbrood, ontbijtkoek, notenbrood, kruidenbrood, eierkoek, donut, matzes
  • Graanproducten zoals havermout, muesli, cornflakes, rice crispies
  • Drinkontbijt op basis van granen, yoghurt, melk of sap

Kaas

  • Alle soorten van jong tot oud
  • Smeerkaas, roomkaas of buitenlandse kaas
  • Blokjes kaas, Nederlands of buitenlands uit het vuistje
  • Geraspte kaas door soep, groente, stampot of macaroni/spaghetti

Hartig broodbeleg

  • Gesneden vleeswaar voor op brood
  • Smeerworst, paté, vleessalade of ragout op brood of toast
  • Schijfjes vleeswaar of worst uit het vuistje
  • Zalm-, huzaren-, ham-prei, kip-kerrie, eislaatje
  • Gesneden ham of worst door soep of groente
  • Vis zoals haring, makreel, sardines of vissalade op brood of toast
  • Pindakaas, notenpasta, sandwichspread, hummes

Melk en melkproducten

  • Halfvolle of volle melk
  • Chocolade- of anijsmelk, koffie verkeerd, warme melk met oploskoffie
  • Karnemelk (eventueel aangemaakt met siroop) of yoghurt drank
  • Vla, pap, pudding, yoghurt, Skyr, kwark, (room) toetje, mousse
  • (Room)ijs, milkshake
  • Easy to eat. Is een klein toetje dat te koop is bij de Jumbo in het vriesvak.

Fruit

  • Alle soorten fruit (vers of uit blik) zoals appel, peer, banaan, perzik, pruimen, kiwi, meloen, mandarijntjes, sinaasappel, grapefruit, druiven, aardbeien
  • Plakjes fruit of fijngemaakt fruit op brood, beschuit en dergelijke.
  • Fruit door yoghurt, muesli of vla
  • Toetjes: vers fruit, vruchten op sap, appelmoes
  • Gedroogd fruit zoals abrikozen, tutti-frutti
  • Vruchtensap zowel vers als uit pak zoals sinaasappel- en grapefruitsap, appel- en druivensap

Zoetigheid voor tussendoor en op brood

  • Koek, cake, gebak, speculaas, biscuit, evergreen, sultana, mueslireep, milkbreak
  • Honing, hagelslag, chocoladevlokken, muisjes, chocoladepasta, jam, stroop, kokosbrood
  • Snoep, chocolade, candybar, zuurtjes, drop

Vlees, vis, kip, ei en vegetarische vervangers

  • Alle soorten rund-, varkens- en lamsvlees in lapjes, gehakt of worst: gebakken, gekookt, gestoofd
  • Alle soorten vis: gebakken, gekookt of gestoofd
  • Mosselen, garnalen, oesters, krab, kreeft
  • Kip, kalkoen, eend of ander gevogelte
  • Gekookt of gebakken ei, roerei, omelet
  • Vegetarische vleesvervangers, sojabrokjes, quorn, seitan, tahoe of tofu, tempé, noten
  • Fijngesneden vlees, vis, kip kalkoen, gehaktballetjes, in (maaltijd) soep
  • Vlees-, vis-, kippen- of eierragout
  • Vlees-, vis-, kippen- of eiersalade

Aardappelen

  • Gekookt of gebakken aardappelen, frites
  • Aardappelpuree of stamppot met extra boter
  • Rijst, pasta, (macaroni, spaghetti, mie), couscous
  • Aardappel-, pasta- of rijstsalade
  • Pizza

Groente

  • Gekookte groente zowel vers als diepvries, uit blik of glas;
  • Groentesalade;
  • Plakjes tomaat, komkommer, paprika, sla op brood of uit het vuistje;
  • Groentesap, zowel vers als uit pak;
  • Rauwkost

Vetten

  • Olijfolie, zonnebloemolie, vloeibare boter;
  • Roomboter, margarine;
  • Dieetmargarine

Dranken

  • Hartig: bouillon, soep, tomatensap, groentecocktail;
  • Zoet: limonade(siroop) vruchtensap, frisdrank, milkshake, vla, drinkontbijt;
  • Warm: thee, vruchtenthee, kruidenthee, koffie, cappuccino, warme melk, chocolademelk anijsmelk;
  • Koud: melk, karnemelk, yoghurt(dranken), (mineraal)water, ijsthee, room- of waterijs, milkshake.

 

 

 

Recepten voor energierijke dranken

Componenten voor een recept voor een energierijke drank:

  • Vier delen melkproduct
  • Twee delen ijs
  • Eén deel toevoegingen

Deze verhouding kan naar wens worden aangepast.

Melkproduct IJs Toevoegingen
(Half)volle melk

Karnemelk

(Half)volle yoghurt

Bulgaarse yoghurt

(Half)volle kwark

(Half)volle vla

(Half)volle chocolademelk

Roomijs

Verschillende smaken

Vruchten (kan ook uit blik)

Vruchtenmoes

Limonadesiroop

Slagroom

Koffiepoeder, sterke koffie

Suiker(stroop)

 

Enkele voorbeelden van recepten zijn:

Kwarkdrank

Ingrediënten:

  • 100 gram kwark
  • 50 ml melk of karnemelk
  • 100 gram vruchtenmoes
  • 30 gram suiker
  • 30 ml ongeklopte room

Bereidingswijze

  • Doe alle ingrediënten bij elkaar in een kom en roer ze met behulp van een mixer of mengbeker.
  • Indien er nog klontjes in de drank zitten kan deze gezeefd worden.
  • Is de drank nog te dik, dan kan wat (karne)melk of vruchtensap toegevoegd worden.

Bevat per 1-persoonsportie: 420  kcal

Wintercocktail

Ingrediënten:

  • 100 ml vanillevla
  • 100 ml chocolademelk
  • 100 ml appelsap
  • 50 ml slagroom + 1 eetlepel suiker
  • Speculaaskruiden

Bereidingswijze

  • Vla, chocolademelk, appelsap en slagroom door elkaar mengen
  • Naar smaak speculaaskruiden toevoegen
  • Koud serveren (smaakt naar vloeibare speculaas)
  • Slagroom kan ook geklopt worden en gebruikt worden als garnering

Bevat per 1-persoonsportie: 460 kcal

Vruchtenshake

Ingrediënten:

  • 200 ml volle melk
  • 2 bolletjes roomijs
  • vruchtenmoes of –sap

Bereidingswijze

  • Alle ingrediënten door elkaar mixen met staafmixer of keukenmachine
  • U kunt variëren door verschillende smaken ijs of fruitsoorten uit te proberen.

Bevat per 1-persoonsportie: 380 kcal

Romige vruchtenyoghurt

Ingrediënten:

  • 100 gram fruitcocktail
  • 50 ml slagroom
  • 1 eetlepel suiker
  • 150 ml Bulgaarse yoghurt

Bereidingswijze

  • Slagroom en suiker ongeklopt door Bulgaarse yoghurt roeren
  • Helft van de vruchten met sap in een glas doen
  • De helft van het yoghurtmengsel hier bovenop scheppen
  • Rest van de vruchten erop doen en eindigen met het yoghurtmengsel

Bevat per 1-persoonsportie: 410 kcal

Dieetpreparaten

Als het met de eerdergenoemde adviezen niet lukt om op gewicht te blijven of aan te komen, kan speciale dieetvoeding een oplossing zijn. Ze worden meestal gebruikt als aanvulling op de gewone voeding.

Voedingssuiker

Voedingssuiker is een speciale suiker die net zoveel energie levert als gewone suiker. Het is alleen minder zoet van smaak, waardoor u er meer van kunt gebruiken dan van gewone suiker. U kunt het toevoegen aan alle dranken, maar ook aan yoghurt en vla. Voedingssuikers zijn verkrijgbaar bij drogist of apotheek (bijvoorbeeld Fantomalt®, Dextro Pur®).

Drinkvoeding

De meest gebruikte aanvullende voeding is drinkvoeding. Dit is een geconcentreerde vloeibare voeding op basis van melk, yoghurt, vruchtensap of soep. Deze voeding is in vele soorten en smaken verkrijgbaar. Er is ook een dessert variant verkrijgbaar. Als drinkvoeding als aanvulling wordt gegeven zijn 2-3 drankjes per dag nodig.

Sondevoeding

Sondevoeding wordt alleen gegeven wanneer eten en drinken via de mond niet goed mogelijk of onvoldoende is. Via een sonde (een dun slangetje) wordt de voeding rechtstreeks naar de maag of darm geleid. Dit kan op verschillende manieren. In de meeste gevallen loopt de sonde via de neus, door de slokdarm naar de maag of darm.

Vergoeding

Voor drink- en sondevoeding kan u diëtist een machtiging verzorgen bij u verzekering. De voeding wordt dan geleverd door een facilitair bedrijf.

Belangrijke websites

Overige informatie

  • Als eten even moeilijk is. Thea Spierings, Nijmegen: Miller Books. Kookboek met recepten en praktische tips voor eten in een aangepaste consistentie tijdens of na behandeling van hoofd-halskanker. Deel 2 (2013) en Deel 3 (2016) zijn beschikbaar.
  • De Maaltijd wordt weer een feestje; als eten even niet meer zo vanzelfsprekend is.Janny van de Laar – Müskens, Tilburg: Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ). Verzameling van recepten van het kookcafé in het ETZ. De recepten zijn gericht op smaakverandering. Met handige tips en extra informatie. Te koop via: ETZ.nl/kookboek
  • Gezond eten rond chemotherapie. José van Mil en Christine Archer-Mackenzie, Utrecht: Inmerc; 2009. Kookboek voor mensen met problemen met kauwen, slikken en smaakverandering bij chemotherapie met een indeling naar ‘textuur’: luchtig, smeuïg, zacht met beet, vloeibaar, krokant of stevig. De recepten zijn goed bruikbaar. Voor de voedingsinformatie verwijzen wij u naar onze website, aangezien daar de meest recente voedingsinformatie te vinden is.
  • Kom op, kom aan. Suzanne Bader. Lannoo; 2008. Informatie en recepten om in gewicht aan te komen.
  • Piet Puur. Piet Huysentruyt. Lannoo; 2010. Kookboek met pureegerechten, gemixte voeding, shakes en smoothies bij problemen met kauwen, slikken of vast voedsel.

Contact

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u bellen naar Dietetiek via 088 125 00 00 of stuur een e-mail naar dietetiek@adrz.nl.

Als u de afdeling niet kunt bereiken, kunt u bellen naar de Receptie van Adrz via 088 125 00 00.

Wilt u een afspraak maken, annuleren of verzetten? Neem dan contact op via het contactformulier. Deze wordt vaak dezelfde werkdag nog in behandeling genomen. U kunt op werkdagen tussen 8.00 uur en 13.00 uur ook telefonisch contact opnemen met de Afspraakcentrale via 088 125 00 00, kies in het keuzemenu voor optie 1.