Een instabiele schouder betekent dat de kop van de bovenarm niet goed voor de kom blijft zitten. Soms schiet hij helemaal uit de kom (luxatie of ontwrichting), of hij schiet gedeeltelijk uit de kom en weer terug (subluxatie). Als dit het gevolg is van een ongeluk, kan er een beschadiging ontstaan in de schouder. Die beschadiging zorgt er weer voor dat de schouder vaker (gedeeltelijk) uit de kom kan schieten.
Mogelijke oorzaken
Instabiliteit van de schouder kan ontstaan door:
- Een ongeluk, bijvoorbeeld een val (traumatische schouderinstabiliteit)
- Extreme lenigheid (hypermobiliteit)
- Een combinatie van deze twee
In 80-90% van de gevallen gaat de schouder naar voren uit de kom. Een schouderluxatie kan een beschadiging geven van:
- Het labrum – de stootrand om de kom van de schouder. Deze kan losscheuren.
- Het kapsel om het schoudergewricht. Hierin kan een scheurtje ontstaan.
- De gewrichtsbanden. Deze kunnen uitrekken of scheuren.
- De pezen. Deze kunnen scheuren (cuff-ruptuur).
- Het bot. Er kan een rand afbreken van de kom. Of er ontstaat een deuk in de kop als deze uit de kom schiet.
Klachten
Mensen met een instabiele schouder klagen over:
- Felle pijnscheuten. Meestal aan de voorkant van de schouder en bij kracht zetten. En vooral als de schouder uit de kom is.
- De schouderkop die regelmatig uit de kom schiet (luxatie of ontwrichting). Bijvoorbeeld bij het gooien van een bal.
- Een onzeker gevoel in de schouder; alsof hij uit de kom schiet.
- Een pijnlijk of klikkend gevoel in de schouder.