Bepalen of het onderzoek nodig is
Om de zorg voor een kind zo prettig mogelijk te maken, is het allereerst belangrijk om te bepalen of de behandeling of het onderzoek op dat moment echt nodig is. Soms kan een arts er bijvoorbeeld voor kiezen om een behandeling of onderzoek helemaal niet, later of op een andere manier te doen. Is een behandeling of onderzoek wel echt nodig? Dan denkt het Kind- en Comfortteam mee over hoe dit zo prettig mogelijk kan worden gedaan. Bijvoorbeeld door bepaalde behandelingen te combineren, waardoor minder ziekenhuisbezoeken nodig zijn.
Duidelijkheid over wat gaat gebeuren
Is een behandeling of onderzoek bij een kind inderdaad nodig, dan is het belangrijk dat het kind van tevoren zo precies mogelijk weet wat er gaat gebeuren. De uitleg over wat het kind zal zien, horen en voelen, moet daarvoor ook afgestemd worden op het niveau van het kind. Bijvoorbeeld bij een kind van vier schat je eerst in hoe angstig het kind is, en daar stem je je uitleg op af en een kind van twaalf jaar wil vaak wel graag weten wat er gebeurt. Hier kun je veel meer uitleg geven en ook vertellen waarom iets op die manier gedaan wordt. Het werkt dus geruststellend als de verwachtingen van het kind kloppen met de werkelijkheid. Bovendien zorgt dit ervoor dat het kind beter kan en wil meewerken tijdens het onderzoek of de behandeling.
Verdoving bij kleine ingrepen
Wat voor volwassenen voelt als een kleine ingreep, kan voor een kind heel ingrijpend en indrukwekkend zijn. Zoals afnemen van bloed. Door de ervaring in het ziekenhuis voor het kind prettig mogelijk te laten verlopen, is de kans groter dat het op latere leeftijd minder bang is voor medische handelingen. Daarom maken we in Adrz tegenwoordig vaak gebruik van verdoving bij kleine ingrepen. Bijvoorbeeld door pleisters met verdovende zalf te plakken voor de behandeling. Zo doen we in Adrz bijna alle bloedafnames bij kinderen met behulp van een verdoving.
Een comfortabele houding en afleiding
Een ander punt waar we in Adrz rekening mee houden bij een behandeling of onderzoek bij een kind, is de houding. Het kind kan bijvoorbeeld op schoot zitten bij een van de ouders. Dan vindt het de handelingen minder spannend. Ook mag het kind wanneer mogelijk buik aan buik zitten met de ouder. Het kind kan dan niet of niet goed zien wat er gebeurt. Ook dit maakt het ziekenhuisbezoek minder spannend. Daarnaast leiden we het kind zoveel mogelijk af als het medische handelingen ondergaat. De hersenen kunnen maar een ding tegelijk. Als de plek waar de medische handeling plaatsvindt goed verdoofd is met bijvoorbeeld Emla, dan voelt het kind niet veel van de handeling. Het kind kan het dan wel nog spannend vinden. Als we afleiding eerder starten dan de medische handeling, zijn de hersenen bezig met de afleiding en merkt het kind weinig van deze medische handeling.
Positieve taal gebruiken
Tot slot is positief taalgebruik heel belangrijk voor een kind. “Je voelt zo iets warms” geeft een heel andere beleving dan “Dit medicijn geeft een branderig gevoel”. Door negatieve woorden als ‘pijn’ en ‘vervelend’ te vermijden en de aandacht van het kind te verleggen met afleiding, zorgen we ervoor dat het kind medische handelingen positiever ervaart.
Levenslang profijt van prettige ervaring
Door op al de bovenstaande punten te letten, wil Adrz de eerste ziekenhuiservaringen van kinderen verbeteren. Want daar hebben ze hun hele verdere leven voordeel van. Het Kind- en Comfortteam zet zich in naast deze standaarden in om maatwerk te leveren waar kinderen dat nodig hebben.