Bronchoscopie is een onderzoek van uw luchtwegen. Dit onderzoek gebeurt met behulp van een dunne flexibele buigzame slang (bronchoscoop), die via uw mond naar de luchtpijp ingebracht wordt. Aan de tip van de bronchoscoop zit een camera, die verbonden is met een beeldscherm. Hierdoor kan de longarts uw luchtwegen goed bekijken om erachter te komen wat de oorzaak van uw klacht is.
Tijdens de bronchoscopie kan er gespoeld worden met fysiologisch zout. Dit wordt gedaan om het opzuigen van weefsel/slijm te vergemakkelijken. Het opgezogen weefsel/slijm kan opgestuurd worden voor verder onderzoek. Zo kunnen er ook kleine hapjes (biopten) afgenomen worden voor verder onderzoek. Hier voelt u niets van. Het onderzoek duurt ongeveer een half uur.
Voorbereiding thuis
Van tevoren regelen
Het is belangrijk dat u, ruim voordat het onderzoek plaatsvindt, contact op neemt met uw behandelend arts als u:
- Bloedverdunners gebruikt. De arts bespreekt met u of u deze mag doorgebruiken, moet stoppen of moet aanpassen.
- Suikerziekte (diabetes) heeft en insuline gebruikt. De arts bespreekt met u of u de eenheden van insuline moet aanpassen of dat de toediening gestopt moet worden. Het is raadzaam om uw insulinepen mee naar het ziekenhuis te nemen.
- Een pacemaker of ICD hebt.
- Bekend bent met een allergie.
Regelen voor uw onderzoek
- Neem een actuele medicijnlijst mee naar het ziekenhuis.
- Het is raadzaam, dat u iemand regelt, die u naar huis kan brengen. De gegeven medicijnen van de verdoving kunnen van invloed zijn op hoe u zich voelt na het onderzoek.
- Op zich is het onderzoek goed te verdragen, maar soms kan sedatie wenselijk zijn. Dit moet overlegd worden met de longarts. Het regelen moet voorafgaand aan de datum van het onderzoek gedaan zijn, dus niet op de dag van het onderzoek zelf. Van dit rustgevend middel (roesje) kunt u zich suf/slaperig voelen. Daarom mag u op die dag niet zelfstandig deelnemen aan het verkeer. Regel voorafgaand aan het onderzoek, dat iemand u naar huis kan brengen. Daarnaast mag u de eerste 24 uur geen belangrijke beslissingen nemen. Zie ook de patiëntfolder: sedatie. Lees deze zorgvuldig door.
De dag van het onderzoek
Voorbereiding
Nuchter zijn
- Uiterlijk zes uur voor het onderzoek mag u nog een beschuit belegd met jam zonder boter, kop thee, koffie zonder melk of een glas water.
- Tot twee uur voor het onderzoek mag u nog beperkt kleine slokjes water drinken.
Gebruik medicijnen
- ‘Puffers’ voor de longen mag u gebruiken, zoals u thuis gewend bent.
- U mag uw medicijnen tot twee uur voor het onderzoek nog innemen met een kleine slok water. Tenzij uw behandelend arts anders met u heeft afgesproken.
Kleding
Draag tijdens de behandeling makkelijk zittende kleding, die prettig draagt en ruimvallend is.
Opname
Als het onderzoek onder een roesje plaats vindt, wordt u opgenomen op zaal van de Scopie Behandel Afdeling (SBA). De verpleegkundige neemt nog enkele vragen met u door en legt u nog het een ander uit over het onderzoek. In verband met de te geven medicijnen voor de sedatie en de sterke pijnstiller, wordt u aangesloten aan bewakingsapparatuur. Ook krijgt u een infuusnaald in uw onderarm/hand. Dit is om de sedatie en de pijnstiller te kunnen geven. Als het onderzoek zonder roesje plaatsvindt, neemt u plaats in de wachtkamer en komt een (endoscopie)verpleegkundige u ophalen voor het onderzoek.
Het onderzoek
Als u een gebitsprothese heeft, moet u die vlak voor het onderzoek op de behandelkamer uitdoen. U krijgt een knijper op uw vinger, zodat het zuurstofgehalte (saturatie) in uw bloed gecontroleerd kan worden tijdens het onderzoek. Bij een te lage saturatie krijgt u zuurstof via een neusbril toegediend.
Vlak voor het onderzoek worden uw neus en keel verdoofd met Lidocaïne spray. De verdoving geeft u het gevoel dat uw keel en neus gezwollen zijn en dat het slikken moeilijker gaat, maar u kunt gewoon ademen via uw neus of mond. Het verdoven is nodig om de kokhalsreflex te verminderen. Door de verminderde kokhalsreflex verloopt het onderzoek voor u gemakkelijker en kan de longarts het onderzoek beter uitvoeren. Als de verdoving is ingewerkt, brengt de longarts de bronchoscoop via uw mond naar binnen. Voorafgaand aan het inbrengen van de bronchoscoop, krijgt u een bijtring tussen uw tanden. Dit om uw tanden en de scoop te beschermen. Het onderzoek is niet pijnlijk, maar kan wel een vervelend gevoel geven. De arts kan dan via de bronchoscoop extra verdoving geven. Dit kan een hoestprikkel veroorzaken, maar door goed op uw ademhaling te letten, kan de hoestprikkel onderdrukt worden. De endoscopieverpleegkundige ondersteunt u hierbij.
Nazorg
Let op: u mag niet zelfstandig deelnemen aan het verkeer en u mag de eerste anderhalf uur na het onderzoek niet eten of drinken.
Als het onderzoek onder een roesje heeft plaats gevonden, komt u nog even bij op de zaal van SBA en als alle controles, zoals bloedruk, pols en saturatie goed zijn, mag u met begeleiding naar huis. Komt u poliklinisch, dan mag u direct naar huis, mits u zich goed voelt. Het kan zijn dat u een licht gevoel in uw hoofd heeft door de gegeven verdoving. Dit verdwijnt vaak binnen een paar uur.
U mag het eerste anderhalf uur niet drinken of eten Door de gegeven keelverdoving kan u zich namelijk makkelijk verslikken. Als het gevoel in de keel terug is, mag u eerst voorzichtig een slokje water drinken. Als u zich hierbij niet verslikt, kunt u iets eten.
U kan last hebben van een geïrriteerde keel. In de loop van de dag verdwijnt dit. Vermijd krachtig hoesten, want u voelt dit minder door de gegeven verdoving. Ook kan u wat bloederig slijm ophoesten, maar dit gaat meestal vanzelf over. De kans hierop is groter als er biopten zijn afgenomen. Als reactie op het onderzoek, kan u ’s avonds wat verhoging hebben. Hiervoor mag u paracetamol gebruiken.
Uitslag
Direct na het onderzoek kan de longarts in het kort vertellen wat hij/zij gezien heeft. Als er weefsel afgenomen is, krijgt u die uitslag van uw behandelend arts op de poli.
Complicaties
Complicaties na een bronchoscopie zijn erg klein. Na bioptafname komt zelden een bloeding voor. In zeer zeldzame gevallen kan er een klaplong optreden.
Wat moet u doen bij problemen
Neem op werkdagen tussen 8.30 uur en 16.30 uur contact op met de polikliniek Longgeneeskunde via de receptie van het ziekenhuis 088 125 00 00 als u last heeft van:
- Toenemende benauwdheid.
- Pijn bij ademhalen.
- Als het ophoesten van slijmerig bloed erger wordt of niet binnen twee dagen over is.
- Als u de dag na het onderzoek nog een lichaamstemperatuur boven de 38 graden heeft.
In spoedeisende gevallen kunt u ’s avonds, ‘s nachts en in het weekend contact opnemen met de Spoedeisende hulp via de receptie van het ziekenhuis in Goes via 088 125 00 00.
Contact
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen of zijn er veranderingen in uw gezondheid opgetreden tussen het maken van de afspraak en het onderzoek, zoals het krijgen van een pacemaker of het starten met een bloedverdunner? Neem op werkdagen tussen 8.30-12.30 uur en 13.00-16.30 uur contact op met de polikliniek Longgeneeskunde via de receptie van het ziekenhuis via 088 125 00 00.
Wilt u een afspraak maken, annuleren of verzetten? Neem dan contact op via het contactformulier. Deze wordt vaak dezelfde werkdag nog in behandeling genomen. U kunt op werkdagen tussen 8.00 uur en 13.00 uur ook telefonisch contact opnemen met de Afspraakcentrale via 088 125 00 00, kies in het keuzemenu voor optie 1. Annuleer uw afspraak minimaal 24 uur voor het onderzoek, we helpen in uw plaats graag iemand anders.
Informatie over uw afspraak
Plaats en datum onderzoek
Goes
Datum __________________________________________
U wordt verwacht om ____________________________________________
Op afdeling __________________________________________
Gepland tijdstip onderzoek is ____________________________________________
Enkele vragen over u medische conditie
Heeft u een afwijking aan uw hart of bloedvaten, waarvoor u is geadviseerd om bij ingrepen van tevoren antibiotica te gebruiken?
Ja/nee
Heeft u een pacemaker/ICD?
Ja/nee
Bent u onder behandeling van de trombosedienst? Gebruikt u Sintromitis of Marcoumar of Acenocoumarol of Fenprocoumon?
Ja/nee
Gebruikt andere bloedverdunnende -/antistollingsmiddelen?
Ja/nee
Heeft u een stoornis in de bloedstolling?
Ja/nee
Heeft u suikerziekte?
Ja/nee
Heeft u kwetsbare, niet te verwijderen gebitsdelen?
Ja/nee
Heeft u in het verleden een maagoperatie gehad?
Ja/nee
Heeft u nog vragen aan de arts?
Ja/nee