Liever post digitaal ontvangen? Bekijk hier de instructie!

Deze folder geeft u informatie over een laparoscopie. Het is goed u te realiseren dat de situatie voor u persoonlijk anders kan zijn dan beschreven.

De gynaecoloog heeft u een laparoscopie voorgesteld. Dit is een ingreep waarbij de arts met een laparoscoop in de buikholte kan kijken.

De meest laparoscopische operaties door de gynaecoloog zijn:

  • een kijkoperatie om baarmoeder/eierstokken en eileiders te bekijken, bijvoorbeeld in geval van vruchtbaarheidsstoornissen (laparoscopie met blauw)
  • laparoscopische sterilisatie
  • verwijderen van cysten of van één of beide eierstokken
  • verwijderen van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap

De ingreep

De gynaecoloog maakt twee tot vier kleine sneetjes in de buik (bij de navel en het schaamhaar, links en/of rechts in de buik) om de laparoscoop en verschillende instrumenten in de buikholte te brengen.

Het belangrijkste verschil met normale operaties, is dat de incisies (sneetjes) in de buik een stuk kleiner zijn dan bij een normale operatie. Dit maakt dat de hersteltijd na de ingreep een stuk korter is. Meestal wordt de ingreep tijdens een dagopname gedaan, zodat u dezelfde dag weer naar huis mag. Het is echter ook mogelijk dat de arts u liever een nacht in het ziekenhuis opneemt. Dit wordt uiteraard met u besproken.

Een laparoscopie vindt plaats onder volledige narcose.

Laparoscopie met blauw (onder andere bij vruchtbaarheidsonderzoek)

Een laparoscopie met blauw vindt plaats op de OK onder algehele narcose. Dit onderzoek vindt meestal binnen twee weken na het begin van de menstruatie plaats. U neemt contact op met de opname op de eerste of tweede dag van uw menstruatie. U wordt dan zo spoedig mogelijk na de menstruatie en binnen de periode van ongeveer twaalf dagen ingepland. Het beste is het als de menstruatie net over is. De laparoscopie wordt op dat moment gedaan omdat er dan geen kans bestaat dat u op het moment van de ingreep zwanger bent.

Voorbereiding

  • U mag vanaf middernacht voorafgaande aan de ingreep niet meer eten, drinken en roken.
  • Regel van te voren het vervoer naar huis, want na de narcose mag u de eerste 24 uur niet zelf autorijden.

Het onderzoek

Als de narcose werkt, maakt de arts een klein sneetje (8-15mm) in of vlak onder de navel. Nu wordt eerst via een dunne naald met ronde punt ongeveer twee à drie liter gas (CO2 oftewel koolzuurgas) in de buikholte gebracht. De buik wordt hierdoor een beetje opgeblazen. Dit vergemakkelijkt het zicht en daardoor wordt de kans op verwonding van darmen of bloedvaten klein. Vervolgens wordt de op een lichtbron aangesloten kijkbuis door het sneetje in de buikholte gebracht. De arts kan nu alle organen in de buikholte goed bekijken. Indien nodig maakt de arts nog een tweede sneetje, vlak boven of in het schaamhaar. Hier kunnen hulpinstrumenten doorheen worden geschoven, bijvoorbeeld een instrumentje om de organen tijdens het onderzoek opzij te duwen, of een speciaal tangetje waarmee een klein stuk weefsel kan worden weggehaald (biopsie). Soms wordt vooraf via de schede een klein staafje in de baarmoeder gebracht om deze heen en weer te kunnen bewegen, zodat alles beter te overzien is. Eventueel wordt er een vloeistof (blauw) door de eileiders gespoten, om te zien of deze open zijn. Als het onderzoek en de eventuele behandeling zijn afgelopen, laat de arts het gas via het sneetje weer ontsnappen.

Na het onderzoek

U blijft op de uitslaapkamer tot u weer wakker bent. Daarna wordt u naar uw kamer gebracht, waar u blijft tot u weer naar huis mag. De eerste 24 uur kunt u wat last hebben van pijn in of op uw schouders. Dat komt omdat er wat gas in de buikholte achterblijft.  Sommige patiënten voelen zich de eerste dagen na het onderzoek niet fit. Dit is een bijwerking van de narcose. Ook kunt u een paar dagen een beetje buikpijn hebben. Soms treedt bloedverlies uit de schede op. Bij gebruik van blauwe vloeistof kan er enkele dagen blauwzwart gekleurde afscheiding zijn. Deze verschijnselen verdwijnen vanzelf.

De hechtingen kunt u op de vijfde dag na de ingreep door de huisarts laten verwijderen. De sneetjes laten kleine littekens na, die na verloop van tijd nauwelijks meer te zien zijn.

Het hangt uiteraard van de ingreep af, wanneer u weer normaal kunt functioneren. Meestal voelt u zelf wel, wanneer alles weer kan. U doet er goed aan uzelf een dag of tien te ontzien.

Controle afspraak
Meestal krijgt u een afspraak mee voor een controle op de polikliniek. Uw arts bespreekt dan met u de resultaten van het onderzoek en of behandeling.

Complicaties

Bij elke operatieve ingreep bestaat de kans op complicaties. Complicaties kunnen zijn dat de darm of blaas beschadigd wordt of dat er bloedingen of infecties optreden. Deze kans is echter klein.

Neem contact op met uw (huis)arts in de volgende gevallen:

  • buikpijn die niet minder, maar juist heviger wordt
  • koorts
  • roodheid en zwelling van de wond
  • vochtverlies uit de wond

Contact

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met uw behandelend arts. Buiten werktijden kunt u bellen naar de Afspraakcentrale van Adrz via 088 125 00 00. Zij verbinden u door met de betreffende afdeling.

Wilt u een afspraak maken, annuleren of verzetten? Neem dan contact op met de Afspraakcentrale via 088 125 00 00 of via het contactformulier.