Maligne (huid)tumoren

Een maligne huidtumor is een kwaadaardige stoornis in de huid. Deze maligne huidtumoren kunnen in verschillende gradaties voorkomen. Het basaalcelcarcinoom (BCC) is de meest voorkomende vorm van huidkanker, gevolgd door het plaveiselcarcinoom (PCC) en het melanoom. Wanneer het gaat om een maligne huidtumor is het advies deze te laten verwijderen.

Meestal kan de open wond die ontstaat na het weghalen van de huidtumor gewoon (primair) gesloten worden. Als de tumor en dus de wond te groot is kan dit niet zomaar gesloten worden en bestaan er verschillende technieken om dit te doen:

1. Lokale transpositie lap
   Hierbij wordt huid rondom de ontstane wond zodanig verplaatst dat het gat gesloten kan worden: zo kan huid van de wang bijvoorbeeld naar de neus verplaatst worden (nasolabiale lap) en huid van het voorhoofd kan naar de neus (mijterflap).
2. Split Skin Graft (SSG)
   Tijdens de operatie schaaft de plastisch chirurg met een soort ‘kaasschaaf’ een dun laagje huid weg dat gebruikt wordt om de wond te bedekken. Over het algemeen wordt huid van het bovenbeen gebruikt. Door het schaven ontstaat een schaafwond. De schaafwond wordt verbonden met een verband, het is belangrijk dat dit verband blijft zitten. Deze wond bloedt vaak nog wat na, maar dit is niet erg. Soms wordt besloten het verband eerder te vervangen, maar in principe blijft het verband om het bovenbeen twee weken zitten. De controle van deze wond zal gebeuren op de polikliniek plastische chirurgie.
3. Full Thickness Graft (FTG)
   Hierbij wordt een stukje huid van volledige dikte weggehaald op een plek die daarna goed te sluiten is en waar het litteken nauwelijks opvalt. Bijvoorbeeld, vanachter het oor, aan de binnenkant van de arm of uit de lies. Deze wond wordt gesloten met een hechting, oplosbaar of niet oplosbaar. De wond zal worden afgeplakt met pleisters.

   Het huidtransplantaat wordt daarna op de ontstane open wond bevestigd. Op het transplantaat wordt een verband vastgehecht zodat er druk op het transplantaat wordt uitgeoefend om dit beter te laten hechten.

In bovenstaande gevallen betreft het een ingreep die 30-60 minuten duurt. De maligne huidtumoren worden altijd opgestuurd voor pathologisch anatomisch onderzoek. Hierbij wordt op microscopisch niveau gekeken naar de aard van de tumor en of hij volledig verwijderd is (radicaliteit). Als maligne huidtumoren niet volledig verwijderd blijken te zijn wordt een nieuwe ingreep gepland om de tumorresten te verwijderen.

Voor de ingreep

Voor de operatie adviseren wij u:

• altijd aan te geven wanneer u bloed verdunnende medicatie gebruikt
• altijd aan te geven wanneer u een pacemaker heeft
• altijd aan te geven wanneer u een allergie heeft
• acht weken voor en na de operatie niet te roken
• de dag voor de operatie geen alcohol te drinken
• uw sieraden uit te doen voorafgaand aan de operatie.

De dag van de ingreep

Op de afgesproken dag en tijd wordt u in Adrz verwacht, waar u zich aanmeldt bij de receptie (Goes en Zierikzee), of in de hal via de centrale aanmeldzuil (Vlissingen). U kunt kleding aantrekken waarin u zich prettig voelt; u moet een tijdje stilliggen. U hoeft voor de ingreep niet nuchter te zijn. De locatie van de tumor wordt verdoofd met kleine prikjes. Deze kunnen even gevoelig zijn. Het operatiegebied wordt schoongemaakt met een desinfectans en afgedekt met steriele doeken. Tijdens de ingreep kunt u gewoon met ons praten.

De plastisch chirurg verwijdert de tumor en de huid wordt gesloten met hele fijne meestal niet-oplosbare hechtingen. Het is een ingreep die ongeveer 20-30 minuten duurt. De maligne huidtumoren worden opgestuurd en microscopisch onderzocht.

Na de ingreep

Na afloop van de operatie, mag u wanneer u zich goed voelt direct naar huis. U krijgt een controleafspraak mee voor het verwijderen van de hechtingen. Bij pijn mag u 4 keer daags 1000 mg Paracetamol innemen.

U krijgt een nazorgformulier mee naar huis, waarin staat waar u op moet letten en wat u kunt verwachten.

Herstelperiode

Als wonden primair of met een transpositie gesloten worden, zullen de hechtingen na zeven à veertien dagen verwijderd worden. Wij adviseren u om tot het verwijderen van de hechtingen de wond droog te houden.

Bij een huidtransplantatie blijft het beschermende verband op de transplantatiewond vijf tot zeven dagen zitten. Wanneer het verband op de poli wordt verwijderd kan er worden beoordeeld of het huidtransplantaat goed is ingegroeid. De wond zal opnieuw worden verbonden en u krijgt nieuwe instructies mee voor thuis.

Wanneer de huidtransplantatie op uw been plaatsvindt, dan is het van belang dat u het been zo min mogelijk belast en zoveel mogelijk omhoog houdt. De eerste twee weken na de ingreep is dit het belangrijkst. Wanneer u dit niet doet zal er meer vocht in het been komen. Dit geeft een groter risico dat het transplantaat niet goed aanslaat. Indien de plastisch chirurg het nodig acht, krijgt u na de ingreep een onderbeen gipsspalk. Daarbij kan de chirurg u een recept voor bloedverdunners meegeven. Het is dan raadzaam voor de ingreep krukken in huis te hebben.

Heeft de huidtransplantatie plaatsgevonden op een andere plek van het lichaam, bijvoorbeeld de arm of het hoofd, dan moet u voorzichtig doen en stoten voorkomen. De eerste week na de ingreep mogen de wonden niet nat worden. Zeker het verband op het transplantaat moet kurkdroog blijven, anders kan het transplantaat niet hechten.

Financiële aspecten

De ziektekostenverzekeraar vergoedt de kosten van deze operatie, maar hierbij wordt wel aanspraak gemaakt op uw eigen risico.

Risico’s

De ingreep zal worden uitgevoerd door een ervaren plastisch chirurg in samenwerking met eveneens ervaren, gediplomeerde OK-assistentes, in een goed geoutilleerde behandelkamer, zodat u verzekerd bent van een kwalitatief goede behandeling.

Toch kunnen zeldzame complicaties optreden. Zoals bij iedere operatie kunnen er in het behandelde gebied zwelling en bloeduitstortingen optreden die na verloop van tijd spontaan verdwijnen. Het risico hierop is groter wanneer u bloedverdunners gebruikt. Wanneer u bloed verdunnende medicatie gebruikt, moet u dit altijd melden aan de plastisch chirurg. Het gebruik hiervan moet men voor de operatie staken. Uw plastisch chirurg bespreekt met u hoelang van tevoren dit moet.

Nicotine vergroot de kans op problemen bij de wondgenezing. Wij raden u dan ook dringend aan om acht weken voor en na de operatie niet te roken.

Zoals bij iedere operatie kunnen er zich in het behandelde gebied infecties voordoen. De infectie wordt meestal met antibiotica behandeld.

De littekens kunnen lang rood blijven, maar met de tijd vervagen ze behoorlijk.

Bepaalde lichaamsdelen zoals de schouders en het borstbeen geven een verhoogde kans op minder mooie littekenvorming dan elders op het lichaam. De littekens zijn daar vaak dikker en breder dan elders op het lichaam.

Het kan voorkomen dat de getransplanteerde huid gaat krimpen of samentrekken. Dit wordt een contractuur genoemd. Wanneer de contractuur ernstige functiebeperkingen geeft, kan deze door middel van een operatie worden hersteld.

In sommige gevallen treedt geen goede genezing op en is een deel of het gehele transplantaat niet goed aangeslagen. Meestal komt dit door een infectie of een slecht bloedtoevoer in het getransplanteerde gebied. Afhankelijk van de oppervlakte moet de operatie dan herhaald worden.

Wanneer blijkt uit de conclusie van het microscopie onderzoek dat de tumor niet geheel of met een te kleine marge is verwijderd, wordt geadviseerd nogmaals een ingreep te ondergaan waarbij extra huid wordt weggehaald. Hiermee wordt de kans dat de huidtumor op deze plaats terugkomt verkleind.

Toestemming

Bij dit formulier ontvangt u tevens een toestemmingsverklaring. Het toestemmingsformulier is een verklaring die u vooraf tekent, waarmee u bevestigt dat u toestemming geeft om de operatie uit te laten voeren en dat u voldoende geïnformeerd bent over de eventuele risico’s en complicaties die zich voor kunnen doen. Op aanvraag is de modelregeling arts-patiënt en de klachtenprocedure te verkrijgen.

Contact