Liever post digitaal ontvangen? Bekijk hier de instructie!

Deze folder geeft u informatie over een pacemakervervanging. Het is goed u te realiseren dat de situatie voor u persoonlijk anders kan zijn dan beschreven.

Wilt u informatie over de werking van de pacemaker en leven met een pacemaker? Vraag dan bij de polikliniek Cardiologie naar de brochure ‘Pacemaker’ van de Nederlandse Hartstichting.

De pacemaker

Een pacemaker is een klein apparaatje dat onder de huid bij het hart wordt geïmplanteerd. De pacemaker houdt uw hartslag in de gaten en voorkomt dat de hartslag te traag wordt. De pacemaker kan ook uw hartslagtoename verbeteren als sprake is van een te trage hartslag bij inspanningen of het hart activeren wanneer sprake is van ongecoördineerde samentrekkingen. Om uw hartslag te controleren en zo nodig te stimuleren, wordt gebruikgemaakt van pacemakerdraden. Deze worden via een ader in het hart geplaatst en worden ook verbonden met de pacemaker. In combinatie met medicijnen probeert de pacemaker hartslag en hartritme te reguleren.

Een pacemakervervanging

Na een pacemakerimplantatie wordt de batterij van de pacemaker regelmatig gecontroleerd door de pacemakertechnicus. Als blijkt dat de batterij bijna leeg is, komt u in aanmerking voor een pacemakervervanging. De oude pacemaker wordt verwijderd, de nieuwe pacemaker wordt aangesloten op de pacemakerdraden en op zijn plaats gelegd. De vervanging verloopt bijna hetzelfde als een implantatie; het grootste verschil is dat de pacemakerdraden in bijna alle gevallen blijven liggen. Voor een vervanging van de pacemaker wordt u opgenomen op de dagverpleging Cardiologie. In de loop van de dag mag u weer naar huis.

Voorbereiding vervanging

  • Voor een vervanging is een recent algemeen bloedonderzoek nodig. De dag van opname (dit is de dag van de ingreep) prikt de verpleegkundige op de afdeling bloed bij u.
  • Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt van de Trombosedienst, kijkt de Trombosedienst of deze anders ingesteld moeten worden. De Trombosedienst vertelt u ook of en wanneer u uw medicijnen moet minderen of stoppen en wanneer uw bloed wordt gecontroleerd.
  • De planner geeft de datum van de ingreep door aan de Trombosedienst. Heeft u een mechanische kunstklep, dan wordt in overleg met de cardioloog een andere oplossing gezocht. Vaak kan de medicatie-inname gewoon doorgaan, maar met een lagere INR.
  • Gebruikt u het medicijn Ascal (Carbasalaat), Acetylsalicylzuur, Persantin of Plavix (Clopidogrel) Dan neemt u deze in zoals u gewend bent.
  • Gebruikt u het medicijn Dabigatran=Pradaxa, Apixaban=Eliquis, Rivaroxaban=Xarelto, Edoxaban=Lixiana Dan moet u deze de dag voor de ingreep en de dag van de ingreep niet
  • Andere medicatie die door uw arts is voorgeschreven mag u ‘s morgens wel innemen.
  • Een eventueel plastablet neemt u bij voorkeur na de ingreep in.

Eten en drinken

  • U hoeft niet nuchter te zijn voor de implantatie, u mag gewoon ontbijten. Bij voorkeur een licht verteerbare maaltijd gebruiken.
  • Als u diabetespatiënt bent mag u gewoon eten, tabletten innemen en/of insuline spuiten zoals u gewend bent.

Opname pacemakervervanging

Voor de pacemakervervanging wordt u opgenomen op de dagbehandeling Cardiologie. Anderhalf uur voor de ingreep moet u aanwezig zijn op de afdeling. U mag geen bezoek of begeleider meenemen i.v.m. de COVID-maatregelen. De bloeduitslag moet bekend zijn voor de ingreep. De implantatie vindt plaats op de hartkatheterisatiekamer. Vergeet niet u uw eigen medicatie mee te nemen.

Voor de ingreep

  • Wordt u gevraagd uw sieraden af te doen.
  • Mag u uw gebitsprothese en gehoorapparaat inhouden.
  • Mag u uw bril ophouden. Gebruikt u contactlenzen, geef dit dan door aan de verpleegkundige.
  • Krijgt u een infuusnaaldje in uw arm waardoor antibiotica worden toegediend.
  • Wordt een ECG gemaakt en worden uw temperatuur en bloeddruk gecontroleerd.
  • Krijgt u een speciaal hemd aan.
  • Kunt u een kalmerend tabletje krijgen.

De ingreep

Tijdens de ingreep krijgt u steeds uitleg over wat er gaat gebeuren. Voor de meeste patiënten is de plaatselijke verdoving voldoende. Als u pijnklachten heeft, moet u dit direct aangeven.

De plaats waar de pacemaker komt, wordt ingestreken met een ontsmettend middel. Dit is meestal het huidgebied onder het linkersleutelbeen. U krijgt steriele doeken over uw lichaam en rond het implantatiegebied, en u krijgt een plaatselijke verdoving toegediend.

De huid wordt ter plaatse van de pacemaker wordt vier tot acht centimeter ingesneden. De pacemaker wordt verwijderd en de nieuwe pacemaker wordt op de bestaande draden aangesloten. Daarna worden de onderhuid en opperhuid weer gesloten met oplosbare hechtingen.

Na de ingreep

  • De pacemaker wordt direct na de ingreep door de pacemakertechnicus doorgemeten.
  • U wordt opgehaald door de verpleegkundige van de afdeling. De verpleegkundige controleert uw bloeddruk, hartritme en de wond.
  • Er wordt een ECG gemaakt.
  • U mag een pijnstiller (paracetamol) nemen.
  • U krijgt controle afspraken, (eventueel) een recept voor medicijnen en uw medicijnkaart mee van de verpleegkundige.
  • De wond is afgeplakt met een doorzichtige pleister, deze mag zeven dagen blijven zitten.
  • U mag de dag na de ingreep douchen maar niet in bad of zwemmen, omdat de wond dan week wordt.

Contact

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen of ontstaan er na de behandeling onverhoopt problemen waarover u zich zorgen maakt, dan kunt u bellen naar Cardiologie via 088 125 44 80 (Goes) of 088 125 53 25 (Vlissingen). Buiten werktijden kunt u bellen naar de Afspraakcentrale van Adrz via 088 125 00 00. Zij verbinden u door met de betreffende afdeling.

Wilt u een afspraak maken, annuleren of verzetten? Neem dan contact op met de Afspraakcentrale via 088 125 00 00 of via het contactformulier.