Liever post digitaal ontvangen? Bekijk hier de instructie!

Deze folder geeft u informatie over het plaatsen en het gebruik van een Port-a-Cath. Het is goed u te realiseren dat voor u de situatie anders kan zijn dan beschreven.

Op advies van uw arts is besloten dat u een inplanteerbare centraal veneuze katheter krijgt: een Port-a-Cath ofwel PAC.

Port-a-Cath (PAC)?

Een PAC is een implanteerbaar centraal veneuze katheter. Dit is een slangetje die onder de huid in een grote ader wordt geplaatst welke gebruikt kan worden als infuus.

Een PAC bestaat uit twee onderdelen:

  • Het reservoir: een klein metalen injectiekamer net onder de huid waarop ze het infuus kunnen aanprikken of bloed uit kunnen afnemen.
  • De katheter: het slangetje dat vanuit het reservoir in de grote ader wordt geplaatst.

Om toegang te krijgen tot het systeem wordt er met een speciale Port-a-Cath-naald het reservoir door de huid aangeprikt. De naald wordt aangesloten op het infuus en weer verwijderd wanneer het infuus klaar is. Het aanprikken gebeurt door een geschoolde verpleegkundige.

Er kan voor een PAC worden gekozen wanneer er bij de behandeling regelmatige toediening via het infuus nodig is, zoals bij bijvoorbeeld chemotherapie of andere middelen die irritatie kunnen geven van uw aders. Ook het afnemen van bloed is mogelijk bij een PAC. De PAC kan blijven zitten tot de behandeling is afgerond, dit kan zelfs tot enkele jaren zijn.

De dag van de behandeling

Voorbereiding

Indien u bloed verdunnende medicijnen gebruikt, moet u dit vóór de behandeling aan de arts melden. In sommige gevallen moeten deze tijdelijk gestopt worden in overleg met de arts.

Pijnstillers
Pijnstillers zoals Paracetamol zijn te koop bij de apotheek en drogist en het is raadzaam om deze voor de ingreep alvast in huis te halen.

Anesthesie
De plaatsing van een PAC wordt gedaan onder lokale verdoving met een roesje of, als uw gezondheid het toestaat, onder algehele verdoving (narcose).

De behandeling

De operatie wordt veelal onder lokale verdoving met een roesje uitgevoerd. Eventueel kan, als uw gezondheid het toestaat, ook gekozen worden voor een narcose. Via een kleine snee in de hals wordt een katheter ingebracht in de grote ader. Deze wordt vervolgens opgeschoven zodat deze net boven het hart komt te liggen. Via een tweede snee onder het sleutelbeen wordt het reservoir onder de huid geplaatst. Het uiteinde van de katheter wordt onder de huid geleid naar het reservoir en met elkaar verbonden. Alle onderdelen van de PAC liggen hierdoor onder de huid en zijn niet zichtbaar. Door middel van röntgen wordt tijdens de operatie de ligging van de katheter gecontroleerd.

Na de behandeling

Als alles goed gaat kunt u op de dag van de operatie weer naar huis.

Controle
De controle nadien vindt in principe plaats bij de arts of verpleegkundige die u verwezen heeft voor een PAC, bijvoorbeeld de oncologieverpleegkundige. Bij problemen met het PAC-systeem kan uiteraard altijd contact worden opgenomen met de poli chirurgie.

Pijn
Bij pijn kunt u pijnstillers zoals Paracetamol gebruiken. Hiervan mag u per dag maximaal vier keer 1000mg gebruiken.

Leefregels na de operatie
U zult weinig last hebben van de PAC. Het is wel mogelijk dat u hem ziet of voelt liggen.

Met het volgende kunt u rekening houden na de operatie:

  • U krijgt een implantatiebewijs mee naar huis die u te allen tijde bij u draagt.
  • De eerste drie dagen na de ingreep mag u niet in bad. Wel mag u douchen mits u de wond goed afplakt. Als de wond genezen is, dan kunt u gewoon douchen, baden en zwemmen.
  • De pleister een week laten zitten.
  • De hechtingen voor de huid zijn oplosbaar en hoeven dus niet verwijderd te worden.
  • De poort onderhuids is vast gemaakt met onoplosbare hechting, deze worden niet verwijderd.
  • Het dragen van een autogordel kan de eerste tijd wat lastig zijn. U kunt eventueel een kussentje onder de gordel doen.
  • Het systeem dient, wanneer het niet wordt gebruikt 1 keer per 4 tot 6 weken doorgespoten te worden met heparine.

Complicaties

Geen enkele ingreep is vrij van de kans op complicaties. Complicaties na het plaatsen van een PAC komen gelukkig weinig voor. Deze bestaan onder andere uit:

  • Hematoom (bloeduitstorting);
  • Pneumothorax (klaplong);
  • Een infectie van het PAC systeem;
  • Een diep veneuze trombose van de arm.

Uiteraard wordt altijd geprobeerd het risico op complicaties zo klein mogelijk te houden.

Om complicaties op te merken is het van belang regelmatig de aanprikplaats te controleren. Neem bij de volgende kenmerken contact op:

  • Wanneer er tekenen van een infectie zijn: de aanprikplaats is rood, warm, pijnlijk, gezwollen en/of komt er pus uit. Of als u koorts heeft (al dan niet met koude rillingen);
  • Wanneer bij de aanprikplaats blauwe plekken of een zwelling ontstaat, of pijnlijk is.

Contact

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen of ontstaan er na de behandeling onverhoopt problemen waarover u zich zorgen maakt, dan kunt u bellen naar de polikliniek Chirurgie via 088 125 42 37. Buiten werktijden kunt u bellen naar de Afspraakcentrale van Adrz via 088 125 00 00. Zij verbinden u door met de betreffende afdeling.

Wilt u een afspraak maken, annuleren of verzetten? Neem dan contact op met de Afspraakcentrale via 088 125 00 00 of via het contactformulier.