Besmetting en preventie van tuberculose
Tuberculose wordt meestal overgedragen via de lucht door een patiënt met (besmettelijke) longtuberculose. Door het hoesten komen de bacteriën vanuit de longen via kleine druppeltjes in de omgeving. Deze kleine druppeltjes kunnen dan bij inademing in de longblaasjes van iemand anders terecht komen. Daar veroorzaken de bacteriën kleine ontstekingshaarden. Dan kunnen er verschillende dingen gebeuren:
- het lichaam ruimt de ontstekingshaarden zelf op, je wordt dan niet ziek;
- ontstekingshaarden veroorzaken ziekte;
- ontstekingshaarden worden versleept naar andere delen van het lichaam.
Vroeger kon je ook tuberculose krijgen door het drinken van besmette melk van zieke koeien. Deze vorm komt bijna niet meer voor in Nederland. De veestapel is vrij van deze bacterie en de melk is gepasteuriseerd.
In landen waar tuberculose vaak voorkomt vaccineert men tegen de ziekte. In Nederland krijgen alleen kinderen (jonger dan 12 jaar), van wie minimaal één ouder uit een land komt waar tuberculose vaak voorkomt, een vaccinatie. Ook krijgen volwassenen die reizen naar bepaalde landen een vaccinatie-advies als de reis langer duurt dan 12 maanden.
De behandeling
De ziekte is te behandelen met een combinatie van verschillende antibiotica. De behandeling duurt minimaal zes maanden en kan bijwerkingen geven. Als de bacterie resistent is tegen de twee krachtigste antibiotica dan spreek je van multiresistente tuberculose. De behandeling duurt dan minimaal 20 maanden. De GGD is nauw betrokken bij een TBC behandeling.