Vergrote prostaat
De prostaat is een klier ter grootte van een walnoot welke alleen bij mannen voorkomt. Deze ligt onder de blaas, om de plasbuis heen. De prostaat maakt het zaadvocht aan welke de zaadcellen in leven houdt. Bij bijna alle mannen wordt de prostaat groter bij het ouder worden. Doordat de prostaat om de plasbuis heen ligt, is er een kans dat de prostaat de plasbuis dichtduwt wanneer hij blijft groeien. Hierdoor wordt de doorgang voor de urine door de plasbuis smaller.
Hierdoor kunt u de volgende klachten krijgen:
- Vaak kleine beetjes moeten plassen
- Zwakke urinestraal
- Nadruppelen
- Het duurt wat langer voordat de eerste plas komt
- De blaas niet helemaal leeg kunnen plassen
- De plas moeilijk op kunnen houden
- ’s Nachts uit bed moeten om te plassen
De dag van de operatie
Voorbereiding
Het is belangrijk tevoren aan uw uroloog te melden dat u bloedverdunners gebruikt. Deze moet u mogelijk stoppen. Na de operatie hoort u wanneer u weer mag starten met deze medicatie.
Ter voorbereiding op de operatie heeft u een afspraak op het opnameplein. Tijdens dit bezoek wordt u in maximaal anderhalf uur onderzocht en goed voorbereid op uw opname. Deze afspraak wordt ook wel preoperatieve screening genoemd.
TUEB operatie
De uroloog heeft u onderzocht en vastgesteld dat uw prostaat te groot is. De uroloog heeft u verteld over het uitpellen van de prostaat, de mogelijkheden en de risico’s. Samen heeft u besloten om de operatie te ondergaan.
Transurethrale enucleatie van de prostaat met behulp van bipolaire energie. Transurethraal betekent dat de uroloog de operatie uitvoert via de plasbuis (urethra), via de natuurlijke weg.
Enucleatie wil zeggen dat de uroloog iets uitpelt, in dit geval is dit (een deel van) uw prostaat.
Tijdens de operatie ligt u op uw rug met de benen in de beensteunen. De uroloog schuift een holle buis in de plasbuis tot aan de prostaat. Hierdoor kan de uroloog instrumenten inbrengen.
De uroloog gebruikt een dun metalen lisje dat kan snijden en branden. De prostaatklier wordt van het prostaatkapsel losgemaakt. Vervolgens wordt de klier in kleine stukjes gesneden, deze stukjes spoelen weg via de plasbuis. Er blijft een blaaskatheter achter zodat de wond kan genezen. Na de operatie is het normaal dat de urine wat bloederig is. Via de blaaskatheter wordt uw blaas met vloeistof gespoeld.
Na de operatie
- Katheter: deze wordt na één of twee dagen na de operatie verwijderd, dit bepaalt de uroloog. U gaat dan weer zelf plassen. Na elke keer plassen meet de verpleegkundige hoeveel urine er nog in de blaas zit, ook wel residumeting genoemd.
- Incontinentie: nadat de katheter verwijderd is kan het zijn dat u uw plas niet goed kunt ophouden of wat plas (gedeeltelijk) verliest. Dit komt door de grote wond in de prostaat en omdat de sluitspier van de blaas moet wennen aan de nieuwe situatie. Meestal duurt dit enkele weken tot enkele maanden.
Wanneer u de plas niet goed kunt ophouden krijgt u een startpakket met incontinentiemateriaal mee voor thuis. Heeft u meer materiaal nodig dan kunt u dit zelf bij bestellen via de instructie van het startpakket. De machtiging voor de zorgverzekeraar is dan geregeld. - Retrograde ejaculatie: droog klaarkomen. Tussen de blaas en de prostaat in zit een kleine sluitspier welke ervoor zorgt dat de zaadlozing naar buiten gaat. Soms werkt deze sluitspier niet meer na de operatie. Hierdoor kan (een deel van) de zaadlozing in de blaas terecht komen. Dit is niet erg, u plast dit later weer uit.
Klachten na de operatie
Het is mogelijk dat u na de operatie last heeft van de volgende klachten:
- Een brandend gevoel in uw plasbuis en/of blaas bij het plassen. Veel drinken helpt.
- Urineverlies of nadruppelen, minder sterke urinestraal. Dit duurt vaak enkele weken tot enkele maanden.
- Niet of onvoldoende uitplassen.
- Veel aandrang tot plassen.
Nazorg
Advies voor thuis
- Bloedverlies: tot ongeveer acht tot twaalf weken na de operatie kan er wat bloed in de urine zitten. Wanneer u erg actief bent, veel doet, bestaat de kans dat er meer bloed in de urine zit. Het advies is dan ook rust te nemen en veel te drinken.
- Veel drinken: Het is belangrijk veel te drinken, twee liter per dag. Een tot twee alcoholische consumpties is toe gestaan, maar is niet verstandig. Alcohol werkt bloed verdunnend en kan een bloeding veroorzaken.
- Niet persen: persen bij de ontlasting moet worden voorkomen, hierdoor kunnen bloedingen ontstaan. Het is belangrijk de eerste weken uw voeding hierop af te stemmen. Veel drinken en bijvoorbeeld volkoren producten eten. Vermijd juist producten als wit brood, witte rijst.
Lichamelijke inspanning
- De eerste week na uw operatie niet te veel lichamelijk werk. Ook geen zwaar huishoudelijk werk zoals stofzuigen.
- Niet fietsen tot 6 weken na de operatie
- Rijd de eerste weken nog geen auto, vaak moet u ineens plassen. Dit kan gevaarlijk zijn in het verkeer.
- Doe rustig aan, de eerste weken na de operatie merkt u dat u sneller moe bent dan anders. Dit is normaal, na enkele weken vermindert de vermoeidheid vanzelf.
- Til tot aan de controle afspraak geen zware voorwerpen, niet meer dan 10 kg.
- In overleg met uw uroloog mag u weer gaan werken.
- U kunt beter geen geslachtsgemeenschap hebben de eerste 6 weken na de operatie.
Controle afspraak
Na ongeveer drie maanden komt u terug op de polikliniek Urologie voor de controle afspraak.
Contact opnemen met het ziekenhuis
Neem contact op met het ziekenhuis wanneer u:
- Koorts hoger dan 38.5°C heeft.
- Niet meer kunnen plassen.
- Aanhoudende fors bloederige urine. Een beetje bloed aan het begin van de plas is normaal.
Tijdens kantooruren kunt u contact opnemen met de polikliniek Urologie, in spoedeisende gevallen kunt u ’s avonds, ‘s nachts en in het weekend contact opnemen met de spoedeisende hulp. Beide zijn bereikbaar via de receptie van het ziekenhuis (088 125 00 00)
Contact
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen of ontstaan er na de behandeling onverhoopt problemen waarover u zich zorgen maakt, dan kunt u bellen naar de poli Urologie via 088 125 00 00. Buiten werktijden kunt u bellen naar de Afspraakcentrale van Adrz via 088 125 00 00. Zij verbinden u door met de betreffende afdeling.
Wilt u een afspraak maken, annuleren of verzetten? Neem dan contact op met de Afspraakcentrale via 088 125 00 00 of via het contactformulier.