Adrz

Voorbereiding op de opname op de Kinderafdeling

De operatie wordt uitgesteld in de volgende situaties:

  • direct na een vaccinatie:
    • Minder dan twee dagen na een D(K)TP, HIB, MenC, pneumokok en Hepatitis
    • Minder dan 12 dagen na de BMR
  • drie weken na een kinderziekte of contact met een kinderziekte
  • als uw kind kort voor de opname ziek is (verkouden, koorts, diarree, ect.), neem dan contact op met 088 125 43 25

Vertrek uit het ziekenhuis

Ontslag

We proberen de duur van de opname zo kort mogelijk te houden, als uw kind voldoende is opgeknapt mag hij of zij naar huis. Als u in de eerste 7 dagen dat u thuis bent, nog vragen heeft over de aandoening waarvoor uw kind in het ziekenhuis heeft gelegen, mag u bellen naar 088 125 43 25.

Weer thuis

Na verblijf in het ziekenhuis moeten kinderen vaak weer wennen aan de thuissituatie. Sommige kinderen willen geen moment alleen zijn, zijn prikkelbaar, rusteloos of juist erg in zichzelf gekeerd. Opnieuw duimzuigen, bedplassen of angstig dromen zijn dingen die voor kunnen komen. Praten over het ziekenhuis kan uw kind helpen de ervaringen te verwerken. Met aandacht, warmte en geduld verdwijnt dit gedrag vaak binnen enkele weken. Gebeuren er dingen waarmee u geen raad weet, dan kunt u altijd advies vragen aan de huisarts.

Onderzoek, behandeling en operatie

Toestemming voor een onderzoek of behandeling

Een medisch onderzoek of behandeling mag alleen worden uitgevoerd als daarvoor toestemming is gegeven. Hieraan vooraf gaat de plicht die de zorgverlener heeft om begrijpelijke informatie over het onderzoek of de behandeling te verstrekken. Voor kinderen gelden specifieke regels:

  • Tot 12 jaar: toestemming van de ouder(s) of voogd is vereist. Het kind hoeft zelf geen toestemming te geven, maar heeft recht op informatie die in begrijpelijke woorden wordt gegeven afhankelijk van het ontwikkelingsniveau.
  • Van 12 tot 15 jaar: zowel de ouders als het kind dienen toestemming te geven.
  • 16 jaar en ouder: de jongere dient zelf toestemming te geven.

Meer informatie over het recht op informatie en de vereiste toestemming vindt u op wgbo.nl.

Reacties van het kind

Het is mogelijk dat uw kind zich in het ziekenhuis anders gaat gedragen dan normaal, zoals agressief en koppig zijn of zich van u afkeren. Ook is het mogelijk dat uw kind zich extra aanhankelijk gaat gedragen. Dit zijn reacties op een ongewone situatie. Met wat extra aandacht gaat dit voorbij. U kunt zich zorgen maken over de reactie van uw kind op zijn ziekte, zijn behandeling of het verblijf in het ziekenhuis. Aarzel niet deze problemen te bespreken met de arts, de verpleegkundige of de medisch pedagogisch zorgverlener.

Meer informatie

Voor uitgebreide informatie over neurologische aandoeningen kijkt u op de website van onze neurologen. Hier vindt u onder andere informatie over TIA-service, acute hersenhulp, het Centrum voor slaap- en waakstoornissen, onze hoofdpijnpoli, kinderneurologie en nog veel meer.

Bijwerkingen

Chemotherapie kan bijwerkingen geven zoals vermoeidheid, misselijkheid, gebrek aan eetlust en haaruitval. Niet iedereen heeft hier evenveel last van. De bijwerkingen zijn afhankelijk van uw conditie en verschillen per persoon en per medicijn. Ook kan chemotherapie de aanmaak van rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes remmen. Daardoor is de kans groter op bloedarmoede, infecties en stollingsstoornissen. Soms wordt de kuur om die reden uitgesteld. Uw arts of verpleegkundige adviseert u over de bijwerkingen.

Behandeling bij kleincellig longkanker

Chemotherapie en bestraling bij kleincellig longkanker

Kleincellige longkanker geeft snel uitzaaiingen door het hele lichaam. De behandeling is daarom op het hele lichaam gericht. Ook als het gezwel nog klein is. Een operatie van kleincellig longkanker is niet gebruikelijk.

  • U start met chemotherapie. U bent opgenomen in het ziekenhuis en krijgt daar drie dagen achter elkaar het infuus met chemotherapie. Drie weken later krijgt u de volgende kuur.

Samen met de tweede kuur krijgt u een bestraling van het gezwel. U gaat twee maal per dag naar het ZRTI. Na afloop van de chemokuur gaat u zelf elke dag naar het ZRTI voor de bestraling.

Na de chemotherapie en bestraling van de tumor wordt uit voorzorg het hoofd bestraald. Kleincellig longkanker zaait vaak uit naar de hersenen. Onderzoek heeft aangetoond dat schedelbestraling de kans op hersenuitzaaiingen verminderd en de gemiddelde overlevingskans verhoogd.

Chemotherapie bij uitgezaaide kleincellig longkanker

Bij uitgezaaide kleincellig longkanker krijgt u chemokuren. Elke drie weken een kuur van drie of vier dagen. Na afloop van de chemotherapie kijkt de arts naar het resultaat. Daarna wordt bekeken of de longen of hersenen een bestraling kunnen krijgen.

Behandeling bij niet-kleincellig longkanker

  • Chemotherapie kan gegeven worden als genezende behandeling in combinatie met bestraling.
  • Soms wordt chemotherapie na een longoperatie gegeven. De chemotherapie kan alle uitzaaiingen bestrijden ook als ze niet zichtbaar zijn. Dat maakt de kans op langdurige overleving groter.
  • Als genezing niet meer mogelijk is, kan chemotherapie toegediend worden om de klachten te verlichten en de ziekte te remmen.

Chemotherapie samen met bestraling bij niet-kleincellig longkanker

Is het gezwel klein? Kan het niet geopereerd worden? Dan krijgt u een behandeling met bestraling en chemotherapie samen. De chemotherapie duurt een aantal dagen, de bestraling gaat langer door. Er zijn twee mogelijkheden:

  • U bent in behandeling bij het ziekenhuis. U krijgt daar 3 dagen op de afdeling dagverpleging het infuus met chemotherapie. Daarna krijgt u bij het ZRTI de bestraling. Na afloop gaat u elke dag naar huis.
  • U bent opgenomen in het ziekenhuis. U krijgt daar elke dag het infuus met chemotherapie. Later op de dag gaat u naar het ZRTI voor de bestraling. Daarna overnacht u 1 nacht in het ziekenhuis.

Na de chemokuur gaat u elke dag vanuit huis naar het ZRTI voor de bestraling. Drie weken later krijgt u de volgende kuur.

‘Biologicals’

Sinds een aantal jaren zijn steeds meer zogenaamde ‘biologicals’ beschikbaar. Deze medicijnen (meestal als een dagelijks in te nemen tablet) zijn het resultaat van nader onderzoek naar het groeimechanisme van (long)tumoren. Deze ‘biologicals’ zorgen ervoor dat groeiprikkels voor tumorcellen worden geblokkeerd. Niet elke tumor is hier echter gevoelig voor. Of een tumor hier al dan niet gevoelig voor is, kan in het laboratorium worden nagegaan. Voorwaarde is dat er voldoende celmateriaal voorhanden is (celmateriaal dat afkomstig is van de tumor, via een punktie en/of biopt – weefselstukje). Het kan dus voorkomen dat uw behandelend arts u voorstelt een tweede (groter) weefselstukje te laten wegnemen, om dit in het lab te laten testen.

De waaier aan beschikbare ‘biologicals’ breidt snel uit en het valt te verwachten dat deze medicijnen in de nabije toekomst een steeds grotere rol gaan spelen in de behandeling van (long)tumoren. Arz laat momenteel alle patiënten met een niet-plaveiselcel / niet-kleincellig longtumor testen.

Patiënten van wie de tumor gevoelig blijkt te zijn voor een biological kunnen zowel dit medicijn als chemotherapie krijgen indien nodig. Patiënten van wie de tumor niet gevoelig is voor een biological zullen, indien nodig, enkel chemotherapie krijgen.

Na de operatie

Ontslag

Over het algemeen kun u na zo’n 5 dagen het ziekenhuis verlaten. U krijgt bij het verlaten van de afdeling een afspraak mee voor de chirurg. Als de uitslag van het weefselonderzoek bekend is, zal uw behandelend chirurg dit met u bespreken op de polikliniek. Hierbij is tevens aandacht voor het resultaat van de operatie, voor eventuele nabehandeling en voor de vooruitzichten. Het is aan te bevelen om tijdens het bespreken van de uitslag een familielid aanwezig te laten zijn.

Gevolgen van de longoperatie

Door het wegnemen van de long of een gedeelte ervan ontstaat ruimte. Is een long in zijn geheel verwijderd, dan vult de ontstane ruimte zich met weefselvocht dat wordt omgevormd tot een soort littekenweefsel. Is een deel van long verwijderd, dan vult de ruimte zich met het resterende longweefsel. Wat u wel of niet kan na de operatie is uiteraard afhankelijk van de kwaliteit van uw longen vóór de operatie en van de hoeveelheid longweefsel dat is verwijderd. Het missen van longweefsel hoeft niet altijd bezwaren op te leveren. Wel kan het betekenen dat minder lichamelijke inspanning mogelijk is dan voorheen. Het kan van belang zijn dat u revalidatie doet via het programma ‘Herstel & Balans’. De fysiotherapeut weet hier alles van.

Periode na ontslag

  • Eenmaal thuis bent u in het begin nog niet fit. U bent waarschijnlijk snel moe en kortademig en heeft u weinig zin om iets te ondernemen. Dit is een normaal verschijnsel na dit soort operaties. Het herstel duurt enige maanden en verloopt in een langzaam stijgende lijn, waarbij u goede en minder goede dagen zult hebben.
  • U zult merken dat u in het begin snel kortademig bent bij (geringe) inspanning. Dit komt omdat het resterende longweefsel zit moet aanpassen aan de nieuwe situatie. U zult merken dat deze kortademigheid geleidelijk gaat afnemen bij het rustig uitbreiden van activiteiten.
  • Bij hoesten, niezen of diep inademen komt er spanning op de wond. Dit kan pijnlijk zijn. U hoeft niet bang te zijn dat de wond openspringt. Van de fysiotherapeut heeft u geleerd hoe u tegendruk op de wond kunt geven om de pijn te verminderen. U kunt ook gerust op uw zij gaan liggen zonder dat dit slecht is voor de wond.
  • Om een goede wondgenezing te bevorderen, is het verstandig om de eerste zes weken geen zware voorwerpen, zoals koffers of tassen, te dragen.
  • Voor uw en andermans veiligheid is het belangrijk dat u de eerste zes weken na de operatie geen auto rijdt. Door de narcose kan uw reactievermogen zijn verminderd. Bovendien kan de wond uw bewegingsvrijheid beperken.
  • Het is de bedoeling dat u zo snel mogelijk weer in uw oude ritme komt. Het is niet nodig om een bed in de huiskamer neer te zetten. Ook ’s ochtends lang in bed liggen en ’s avonds vroeg naar bed gaan is niet nodig. Wel kunt u ’s middags een uurtje gaan rusten.
  •  U begint met activiteiten die u gemakkelijk aankunt. De zwaarte en duur van de activiteiten kunt u geleidelijk aan opvoeren. U moet steeds uitproberen tot hoever u kunt gaan zonder overmatig moe te worden of kortademig. Dit geldt ook voor sociale activiteiten zoals bezoek ontvangen. Zorg er voor dat u voldoende beweegt. Heeft u en/of uw naasten behoefte aan verdere begeleiding dan kunt u dit aangeven tijdens de policontroles.

 

In de volgende gevallen dient u altijd contact op te nemen met het ziekenhuis

  • Temperatuur hoger dan 38,5 graden.
  • Veranderingen bij de wond zoals toenemende roodheid en/of pijnklachten en/of lekkage van vocht uit de wond.
  • Toenemende kortademigheid en/of pijnklachten.

Mocht u bovenstaande klachten binnen 14 dagen na de operatie krijgen dan moet u op werkdagen het secretariaat van de chirurg bellen: 0164 27 83 68. Indien deze klachten

optreden buiten de reguliere werktijden neemt u contact op met spoedeisende hulp: 0164 27 83 02.

De dag van de operatie

Gang van zaken op de verpleegafdeling

Meestal wordt u de dag van de operatie in de ochtend opgenomen op de verpleegafdeling, soms kan het nodig zijn om hier van af te wijken, maar dit wordt dan altijd met u besproken. Laat geld, sieraden (inclusief trouwring) of andere waardevolle spullen thuis. De verpleegkundige op de afdeling zal met u kort nog een  aantal vragen met u doornemen, tevens wordt de temperatuur, bloeddruk en polsslag gemeten. Zij neemt tevens de hele procedure rondom u operatie nog kort met u door. Indien u vragen heeft, kunt u die met haar doornemen. Medische vragen moet u echter met de chirurg bespreken. U bent vanaf 24.00 uur nuchter voor de operatie. U kunt het beste op de ochtend van de operatiedag douchen. Ongeveer 1 uur voor de operatie wordt u klaargelegd voor de operatie. Dit houdt in dat u een operatiejasje aan krijgt en dat prothesen, sieraden, make-up en nagellak verwijderd dienen te worden. Indien de anesthesioloog een rustgevend medicijn heeft voorgeschreven als voorbereiding voor de operatie, krijgt u die ook toegediend. Voordat u dit inneemt, moet u nog even naar het toilet om te plassen. Hierna blijft u in bed. De verpleegkundige zal dan een pijl zetten op de te opereren zijde.

Naar de operatieafdeling

De verpleegkundige brengt u naar de operatieafdeling. Hier wordt u verder voorbereid op de operatie. Deze voorbereidingen vinden plaats op de inslaapkamer waar een dun slangetje in de rug wordt ingebracht (hier wordt continue pijnbestrijding langs gegeven, dit blijft tot een aantal dagen na de operatie zitten). Tevens wordt een infuus en een urinekatheter ingebracht. Daarna stapt u over op een operatiebed en wordt u naar de operatiekamer gereden. De anesthesioloog brengt u vervolgens  in slaap, waarna de operatie plaatsvindt. Direct na de operatie wordt de eerste contactpersoon gebeld door de chirurg.

Op de intensive care

Na de operatie wordt u naar de afdeling intensive care gebracht. Daar wordt de eerste tijd na de operatie intensief bewaakt en verpleegd. De eerste uren na de operatie kan u nog slaperig zijn. U krijgt zuurstof toegediend via een neusslangetje. Verder heeft u een infuus, hier worden vocht en eventuele medicijnen toegediend. U hebt 1 drain in het operatiegebied, dun slangetje in de rug voor pijnbestrijding en een urinekatheter. Uw hartritme, bloeddruk en temperatuur worden automatisch gemeten. De verpleegkundigen en alle anderen die bij uw behandeling en verzorging betrokken zijn, zullen alles wat zij doen vooraf zo duidelijk mogelijk aan u uitleggen.  De fysiotherapeut komt bij u langs. Deze controleert of u voldoende diep kunt doorzuchten en helpt u eventueel met het ophoesten van slijm.

Naar de verpleegafdeling

Zodra uw algemene toestand dit toestaat, gaat u, de volgende dag na de operatie, terug naar de verpleegafdeling. Hier kunt u verder herstellen. Het verloop van uw herstel wordt nauwkeurig gevolgd door de chirurg, die dagelijks langskomt. De verpleegkundige bieden u ondersteuning in de dagelijkse zorg.   Zolang het resterende longweefsel nog niet helemaal optimaal ontplooit is dit  blijft de drain zitten. Controle van het resterende longweefsel vindt plaats d.m.v. een röntgenfoto.

In principe mag u de eerste dag na de operatie al uit bed. Eerst alleen op de stoel. Later gaat u wandelen op de kamer, dan op de gang en uiteindelijk gaat u ook traplopen. Dit alles onder begeleiding van de fysiotherapeut. Hechting blijven tot aan de policontrole zitten, en worden bij de eerste policontorle (na ongeveer 2 weken) verwijderd.

Voor de operatie

Een longoperatie kan nodig zijn bij een hardnekkig ontstekingsproces of een goedaardige afwijking, maar meestal is longkanker de reden. Voorafgaand aan het voorstel tot operatie hebt u al verschillende onderzoeken ondergaan. De diagnose staat vaak al vast. Soms echter is de diagnose niet bewezen en moet tijdens de operatie hierover zekerheid worden verkregen. De chirurg neemt dan een stukje weefsel weg, wat direct door de patholoog wordt onderzocht. Het kan gebeuren dat er pas zekerheid wordt verkregen nadat de gehele longkwab, waar de afwijking in zit, is verwijderd en onderzocht.

Waarom een longoperatie?

Een longoperatie kan nodig zijn bij een hardnekkig ontstekingsproces of een goedaardige afwijking, maar meestal is longkanker de reden. Voorafgaand aan het voorstel tot operatie hebt u al verschillende onderzoeken ondergaan. De diagnose staat vaak al vast. Soms echter is de diagnose niet bewezen en moet tijdens de operatie hierover zekerheid worden verkregen. De chirurg neemt dan een stukje weefsel weg, wat direct door de patholoog wordt onderzocht. Het kan gebeuren dat er pas zekerheid wordt verkregen nadat de gehele longkwab, waar de afwijking in zit, is verwijderd en onderzocht.

Wanneer is een longoperatie mogelijk?

Helaas is slechts een minderheid van de patiënten met longkanker te helpen met behulp van een operatie met daarbij zicht op definitieve genezing. Om in aanmerking te komen voor een longoperatie moet er sprake zijn van een beperkte ziekte in de long zonder uitzaaiingen in de lymfeklieren of elders in het lichaam. Bovendien moet het voor de chirurg technisch mogelijk zijn om het gezwel volledig te kunnen verwijderen en u moet fit genoeg zijn om een dergelijk zware operatie te kunnen ondergaan. Om aan al deze voorwaarden te kunnen voldoen vindt, voordat er tot een operatie kan worden overgegaan, uitgebreid onderzoek plaats naar de uitgebreidheid van de ziekte en naar uw conditie. Pas na de operatie kan de chirurg zeggen of alle kwaadaardige cellen zijn verwijderd en of er nog een nabehandeling nodig is.

Wat moet u nog weten voor de operatie?

Meestal staat het operatieplan van tevoren vast. Soms echter blijkt pas tijdens de operatie dat:

  • er meer longweefsel moet worden verwijderd dan eerst gedacht, of
  • verwijdering van longweefsel niet goed mogelijk is, of
  • operatieve verwijdering van het longweefsel geen goede behandeling van de aandoening lijkt.

Ondanks alle onderzoeken vooraf, zijn bovenstaande problemen niet altijd te vermijden. U moet dit altijd beseffen als u geopereerd gaat worden.

Welke typen van longoperaties zijn er?

De linkerlong heeft 2 kwabben, de rechterlong 3 (zie afbeelding). Afhankelijk van de locatie van het gezwel moeten één longkwab (=lobectomie) of meerdere longkwabben (=bilobectomie) worden verwijderd en soms zelfs een gehele long (=pneumonectomie). Altijd worden ook de lymfeklieren in de omgeving van de tumor verwijderd en onderzocht op eventuele uitzaaiingen. Wanneer door een beperkte longfunctie niet een gehele longkwab kan worden verwijderd, kan een kleiner stuk van de long worden weggenomen. Het nadeel daarvan is dat de tumor dan sneller kan terugkomen. Als er besloten wordt tot een longoperatie dan vindt deze altijd plaats onder algehele narcose en ruggenprik. Er zijn grofweg een twee manieren om de longkanker weg te opereren:

  • De open thoracotomie;
  • De kijkoperatie; deze operatie kan m.b.v. de “robot” (Da Vinci) of m.b.v. VATS (=Video Assisted Thoraco surgery).

Bij beide operatietechnieken wordt vóór het sluiten van de wond door de chirurg 1 (soms 2) drain(s) in de borstholte achtergelaten. Op deze drain(s) wordt zo nodig een afzuigsysteem aangesloten. Hierdoor kunnen bloed en lucht worden afgevoerd. De drain(s) worden na een aantal dagen weer verwijderd.  Soms moet een drain wat langer blijven zitten, dit is afhankelijk of de overgebleven long zich goed ontplooit. Wanneer de gehele long wordt weggenomen krijgt u geen drain.

Open thoracotomie

Bij deze operatie wordt er tussen de ribben door geopereerd en worden daarbij de ribben gespreid. Na het openen van de borstholte wordt bekeken hoe de situatie is: de omvang en afwijking van het zieke weefsel en de ligging ten opzichte van de bloedvaten en luchtpijpvertakkingen.  Na deze inventarisatie wordt besloten tot verwijdering van de aandoening met het omringende weefsel.

Robot/VATS lobectomie

Als het type longkanker en de andere omstandigheden zich ervoor lenen worden de grotere longoperaties zoveel mogelijk door middel van een kijkoperatie gedaan. De kijkoperatie kan worden verricht met behulp van een operatie-robot of met de normale kijkoperatie (VATS). Soms kan er een gecombineerde ingreep worden gedaan. Bij de kijkoperaties wordt de longkwab via een aantal kleinere openingen in de borstkas verwijderd. Het voordeel van deze ingrepen is dat de ribben niet gespreid hoeven te worden. Dit voorkomt pijn. Daarnaast is het ‘zicht’ voor de chirurg tijdens de operatie beter. Hierdoor is er minder bloedverlies en is ziekenhuisverblijf korter.

Operatie bij uitzaaiingen in de longen

In bijzondere gevallen kunnen enkelvoudige uitzaaiingen in de long van een kanker elders in het lichaam (longmetastase) chirurgisch verwijderd worden wanneer er geen aanwijzingen zijn voor ziekteactiviteit elders in het lichaam. Da kans op genezing is dan vergelijkbaar als bij een longkankergezwel dat beperkt is tot de long.

Mogelijke complicaties

Geen enkele ingreep is vrij van de kans op complicaties. Zo zijn er ook bij longoperaties de normale risico’s op complicaties van een operatie, zoals trombose, longontsteking, nabloeding en wondinfectie. Daarnaast zijn er nog enkele specifieke complicaties mogelijk:

  • Omdat er bij longoperaties zeer grote slagaders en aders betrokken zijn, bestaat er een kans op een ernstige bloeding. Gelukkig komt dit zelden voor.
  • Na de operatie kunnen er zich tijdelijke verandering het hartritme voordoen. Met medicijnen is dat te verhelpen.
  • Na een longoperatie bestaat de eerste dagen bijna altijd wel enige luchtlekkage, wat via de drain(s) kan worden afgevoerd. Een enkele keer kan deze luchtlekkage soms meer dan een week aanhouden. Geen ernstige, maar wel een vervelende complicatie.
  • Als gevolg van zenuwbeschadiging bij het uitnemen van de linkerlong, of een deel ervan, kan er in zeldzame gevallen een blijvende heesheid optreden.
  • Na de operatie kan een deel van de luchtweg verstopt raken (atelectase). Fysiotherapie is dan nodig, maar daarnaast moet soms ook de  slijmprop met een flexibele kijkslang (bronchoscoop) worden verwijderd.

De kans dat één van de bovengenoemde complicaties een dodelijk gevolg heeft, varieert van bijna nul tot zes procent.  Dat is mede afhankelijk van uw lichamelijke conditie, de leeftijd en de ernst van de aandoening.

Wat moet u vooraf regelen?

We raden aan om al vóór uw operatie stil te staan bij de vraag of u na de operatie thuis voldoende opvang zult hebben. U zult dan namelijk hulp nodig hebben bij dagelijkse handelingen die u nog niet zelf mag uitvoeren. Zo mag u tot 6 weken na ontslag geen zwaar huishoudelijk werk verrichten (zoals tillen, stofzuigen). Dit betekent dat u de eerste weken hiervoor aangewezen zult zijn op de hulp van anderen. U kunt dit voorafgaande aan uw operatie bespreken met de verpleegkundige op het spreekuur bij de anesthesie. Zij kan dan samen met u alles doornemen en zo nodigde transferverpleegkundige van het ziekenhuis in schakelen. Wanneer u een baan hebt, kunt u uw werkkring alvast melden dat u zeker niet zult komen werken tot de eerste controleafspraak. Deze afspraak wordt meestal gemaakt voor ongeveer 2 weken na ontslag uit het ziekenhuis. In geval van zwaar lichamelijk werk duurt het mogelijk langer voordat u weer kunt werken.

Ondersteuning

Het vooruitzicht op een longoperatie kan gevoelens oproepen van angst, onzekerheid en verdriet, zowel bij u als bij de mensen om u heen. Het kan moeilijk zijn hierover met elkaar te praten, soms lukt dat zelfs al helemaal niet. Toch is het wenselijk er juist wel over te praten. Dit kan uw herstel bespoedigen. Hiervoor kunt u een beroep doen op een geestelijk verzorger of zo nodig oncologieverpleegkundige. De afdelingsverpleegkundige kan voor u een afspraak met hen maken.

Fysiotherapie

Ook de fysiotherapeut zal kennis met u komen maken voor de operatie. Deze zal u uitleg geven over de juiste ademhaling en hoesttechniek. In verband met uw herstel is het namelijk belangrijk om na de operatie goed door te kunnen ademen en slijm te kunnen ophoesten, ondanks de ongemakken van de operatiewond. Om u hierin te ondersteunen, krijgt u voor de operatie een hulpmiddel mee, de triflow. U moet dit hulpmiddel meebrengen naar het ziekenhuis als u opgenomen wordt voor de longoperatie. Ook is het belangrijk om na de operatie uw schouder goed te bewegen, aan de kant die geopereerd wordt. De fysiotherapeut zal u daarbij helpen en u ook adviezen geven voor de juiste houding. Na de operatie zal de fysiotherapeut regelmatig bij u langskomen.

Anesthesie

Een paar dagen voor de operatie gaat u bij de anesthesiemedewerker en verpleegkundige langs op het Pre Operatief Spreekuur (=POS). De anesthesioloog is de arts die verantwoordelijk is voor de narcose tijdens de operatie. Indien u wilt, spreekt de anesthesioloog voor de nacht (voorafgaande aan de operatie) een slaapmiddel af. De verpleegkundige op de POS neemt bij u het intakegesprek af. Indien nodig zal zij met u de thuissituatie doornemen en de transferverpleegkundige inschakelen.

Meer informatie

Op de website van de Long Alliantie Nederland (LAN) vindt u uitgebreide voorlichting over het nut en gebruik van inhalators, bijsluiters, protocollen en instructiefilmpjes betreffende het gebruik ervan.

Patiëntenvereniging

Stichting Longkanker p/a NFK
Postbus 8152
3503 RD Utrecht
0800 022 66 22 (hulplijn); 030 291 60 90 (secretariaat)
secretariaat@longkankernederland.nl

Actualiteiten Cliëntenraad

Over allerlei zaken adviseren, dat bestrijkt een breed terrein en een grote verscheidenheid aan onderwerpen. De cliëntenraad (CR) geeft een aantal voorbeelden.

Aanmeldzuilen

Bij Adrz Vlissingen zijn bij de herinrichting van het ziekenhuis aanmeldzuilen ingevoerd. Niet meer melden bij de receptie, maar met een identiteitsbewijs bij een aanmeldzuil. Het systeem kende veel kinderziekten en het blijft lastig dat er in Vlissingen tweemaal aangemeld moet worden. Vrijwilligers zijn onmisbaar voor begeleiding. Er is voor gekozen ook in Goes aanmeldzuilen te plaatsen; wel een ander systeem dan in Vlissingen.

De Cliëntenraad (CR) was in de gelegenheid te adviseren over de inrichting van de aanmeldzuilen, om aanwijzingen en teksten te beoordelen en tenslotte het systeem uit te proberen. Er is vooral gelet op duidelijkheid van de aanwijzingen en het gebruiksgemak.  Het is even wennen, maar het systeem werkt goed. Aanmelden bij de receptie is vrijwel niet meer nodig en er wordt een dagticket geprint met informatie over de afspraak en de route naar de wachtkamer. De aanmelding wordt meteen digitaal doorgegeven aan de medewerkers, zodat bekend is dat de patiënt is gearriveerd.

Coronavirus (COVID-19)

Vanaf maart 2020 eiste de coronapandemie een groot deel van de aandacht op. Het ziekenhuis werd als het ware op zijn kop gezet; een uitgebreide aanmeldprocedure, looproutes, mondkapjes, geen begeleider mee. Tijdens de eerste coronagolf moest een aanzienlijk deel van de normale zorg op een lager pitje worden gezet. Buiten het ziekenhuis in Goes werd een tweede bloedpriklocatie ingericht, naast een teststraat van de GGD. In december 2020 werden tijdens de tweede golf planbare operaties eveneens uitgesteld, opdat medewerkers vrij gemaakt konden worden voor de crisiszorg.

Door een en ander liepen de wachttijden fors op. Er is een inhaalslag gemaakt door de Afspraakcentrale gedurende enkele weken ’s middags niet telefonisch bereikbaar te laten zijn. Om te voorkomen dat, ondanks duidelijke regels, teveel bezoekers en begeleiders in het ziekenhuis komen, is een regeling voor het melden van bezoek (boek een bezoek) ingevoerd. Elk nadeel heeft zijn voordeel: het aantal telefonische consulten steeg enorm en een aantal specialisten begon als proef met beeldbellen. Het is de bedoeling dat dit ziekenhuisbreed wordt ingevoerd. De CR vindt dat een goede ontwikkeling.

De CR wordt op de hoogte gehouden van de gang van zaken en maatregelen in het ziekenhuis, onder meer door informatie vanuit het crisisteam. De raad staat op het standpunt dat in deze bijzondere situatie de normale inspraakprocedures even aan de kant moeten staan. Wel wordt erop gelet dat maatregelen zo min mogelijk (extra) belastend zijn voor de patiënten. Per patiënt zijn per bezoekmoment maximaal twee bezoekers toegestaan.

Medicatievoorziening

Al enkele jaren pleit de CR voor verbetering van medicatieverstrekking bij vertrek uit het ziekenhuis buiten de reguliere werkuren. Ofwel wanneer apotheken en huisartspraktijken zijn gesloten. Het ziekenhuis mag volgens bestaande afspraken geen medicatie meegeven, ook niet om de eerste korte periode te overbruggen. Voor de patiënten en hun mantelzorgers levert dit een hoop onnodig gedoe op.

De CR vindt dat een ergerlijke situatie. Die kan worden opgelost door inrichting van een farmaceutisch steunpunt in het ziekenhuis, om te zorgen voor een patiëntgerichte medicatieverstrekking. Er moeten dan wel goede afspraken gemaakt worden met apothekers en vooral de apotheekhoudende huisartsen, waarvan Zeeland er veel telt. De CR stelt dat patiëntvriendelijkheid voorop moet staan. Het lijkt erop dat een doorbraak in zicht is en dat een akkoord kan worden bereikt over inrichting van een klinische apotheek in het ziekenhuis, locatie Goes.

Naamgeving afdelingen

Het is velen een doorn in het oog, de naamgeving en bewegwijzering in locatie Goes. In het Adrz Vlissingen is ervoor gekozen de afdelingen de namen van Zeeuwse regio’s en deltawateren te geven. Daar ga je naar Saeftinghe of Veerse Meer. In Goes is er ooit voor gekozen om verpleegafdelingen met een letter aan te duiden. Waarom is niet te achterhalen. Volgens de CR is geen sprake van logische benaming. Bij afdeling C verwacht je Cardiologie. Niks is minder waar, Cardiologie is afdeling L. Zo is Longgeneeskunde afdeling D, Oncologie afdeling G, Neurologie en Geriatrie E, enzovoorts. Daar is geen chocola van te maken.

Bij de raad van bestuur is een ongevraagd advies ingediend om de benaming te veranderen en wel zodanig dat patiënten en bezoekers niet meer hoeven te puzzelen. Die heeft toegezegd zowel naamgeving als bewegwijzering (in als om het ziekenhuis) aan te pakken. Er wordt een plan gemaakt. Door het uitbreken van de coronapandemie is de uitvoering opgeschort. Jammer, maar wat in het vat zit …

Parkeren locatie Goes

Op verzoek van de CR is overlegd over mogelijkheden om meer parkeerplaatsen te verwezenlijken op de locatie Goes. Daar is regelmatig sprake van filevorming en tekort aan plaatsen. Verschillende mogelijkheden zijn besproken. Bij het zoeken naar ruimte moet rekening worden gehouden met mogelijke bouwactiviteiten op de locatie. In de loop van 2021 wordt daarover meer duidelijkheid verwacht.

Op verzoek van de raad is aan adviesbureau Juust uit Kapelle opdracht gegeven de (on)mogelijkheden voor het scheppen van meer parkeerruimte te onderzoeken. Het advies wordt begin 2021 verwacht. Dan moet blijken of er op redelijk korte termijn verbetering mogelijk is.

Een ander verkeersprobleem dat aangepakt moet worden, is de situatie op het kruispunt van het Adrz met de ’s Gravenpolderseweg. Met name tijdens de spitsuren ’s morgens en einde middag is sprake van wachten en aanschuiven. Bovendien is de oversteek voor fietsers en voetgangers onduidelijk en gevaarlijk. De CR vindt dat het in het bijzonder aan de gemeente Goes is om deze ongewenste situatie zo spoedig mogelijk aan te pakken.

Patiëntpanel

Tot groot genoegen van de CR is in de tweede helft van 2020 het digitale patiëntenpanel van Adrz van start gegaan. Over de opzet is advies gevraagd aan bureau Newcom, dat ervaring heeft met panels in andere ziekenhuizen. Uitgangspunt is dat mensen meer inbreng krijgen in de voor patiënten belangrijke onderwerpen die spelen in Adrz.

Bij een eerste werving meldden zich ruim 170 deelnemers aan; streven is tenminste 200 panelleden. De gemiddelde leeftijd is 63 jaar en 60 procent is vrouw. De deelnemers wonen verspreid over de regio Midden- en Noord-Zeeland. Er kunnen zich continu nieuwe deelnemers aanmelden. Daar zijn de deelnemersvoorwaarden en een aanmeldformulier te vinden. De panelleden worden een aantal keren per jaar benaderd over een actueel onderwerp dat speelt in Adrz. Invullen van de vragenlijst staat elke ronde vrij.

Het wordt geen eenrichtingsverkeer; elk onderzoek wordt terug gekoppeld naar de panelleden en er wordt gevraagd over welke onderwerpen de panelleden graag een mening willen geven. De eerste vragenronde ging over de communicatie en de aanpak van de eerste coronagolf in het ziekenhuis. De resultaten zijn gedeeld met het crisisteam van Adrz en uiteraard de deelnemers.

Patiëntportaal

Adrz beschikt over een digitaal patiëntportaal. Via Mijn Adrz kan elke patiënt zijn persoonlijke dossier inzien. De belangstelling van patiënten voor deze informatiebron is bemoedigend. Nochtans blijkt in de praktijk dat veel mensen onbekend zijn met het portaal en dat is jammer. Immers, het biedt veel informatie over persoonlijke medische onderwerpen, van nieuwe en oude afspraken tot uitslagen laboratorium en beeldvormende technieken. De CR hoopt van harte dat via mond-tot-mond reclame het aantal bezoekers van het portaal snel toeneemt.

Rookvrij

De CR heeft tweemaal in een ongevraagd advies gevraagd om invoering van een geheel rookvrij ziekenhuis. Dus zowel binnen als buiten en van toepassing op iedereen die zich op een locatie van het ziekenhuis bevindt. De raad is van mening dat in en om een instelling die zich inzet voor gezondheidszorg, roken taboe moet zijn. Dat roken de gezondheid ernstig schaadt behoeft geen betoog.

Van belang is daarbij wel dat de andere zorginstellingen in de buurt, Emergis en Revant, eenzelfde koers varen. Maar Adrz heeft sowieso een eigen verantwoordelijkheid. De raad van bestuur zegde een visie toe. Die is er in 2020 niet gekomen. De CR heeft met klem aangedrongen om nu eindelijk de knoop door te hakken. Onderkend wordt dat handhaving lastig, het ziekenhuis moet niet voor politieagent of boa spelen. Maar een rookvrij ziekenhuis is een duidelijk signaal, ook aan mensen die denken dat roken de gezondheid niet schaadt.

Toekomst ziekenhuis

De CR staat positief tegenover de strategische visie Samen Zeeland, die het Adrz voor de toekomstige zorg in de provincie opgesteld heeft. Die brengt komende jaren voor de inwoners van Zeeland veranderingen met zich mee. De raad omarmt de vier uitgangspunten: zorg dichtbij waar mogelijk; zorg centraal waar nodig; midden in de maatschappij; gastvrij en betrouwbaar. Het betekent in de praktijk onder meer concentratie van voorzieningen, zoals voor acute en complexe zorg. Maar tegelijk ook het opzetten van een aantal regionale gezondheidscentra. Op Schouwen-Duiveland moet het eerste gezondheidscentrum tot stand komen.

Aan keuzes zijn onvermijdelijk. Die zullen niet overal positief landen. Daarvan is de CR zich zeker bewust. Maar toekomstige ontwikkelingen laten geen ruimte voor stilstand. De zorgvraag neemt jaarlijks toe. Dat komt onder meer door de vergrijzing van de bevolking: en een krappe arbeidsmarkt. Er moet worden geconcentreerd en worden ingespeeld op nieuwe technologie, die zorg op afstand en thuis mogelijk maakt.

De CR beklemtoont dat het Adrz de uitdagingen niet alleen kan oppakken. Samenwerking met andere zorgaanbieders is noodzaak. Dat geldt voor de hele keten, van huisarts en thuiszorg, van verpleeghuis tot ziekenhuis. Van groot belang is ook dat patiënten in staat moeten zijn om te gaan met de nieuwe technologieën; voor de groep die dat niet kan of wil zullen maatregelen nodig zijn.

Vastgoedvisie

Adrz ontwikkelt een vastgoedvisie. Belangrijk onderdeel daarvan is waar en hoe straks welke zorg wordt verleend. De centrale locatie in Goes is in 1987 in gebruik genomen. Het is een ouder gebouw, dat veel onderhoud vergt en een niet altijd doelmatige indeling heeft. Nieuwe ontwikkelingen zijn moeilijk inpasbaar. Kortom, er moet verbouwd of geheel vernieuwd worden. In 2021 zal een keus gemaakt moeten worden: verbouw van het huidige complex of complete nieuwbouw. De CR is voorstander van een nieuw, in etappes te bouwen, ziekenhuis achter de huidige locatie. Het gaat om een miljoeneninvestering en daarvoor moet aandeelhouder Erasmus MC goedkeuring geven. Toegezegd is dat de CR bij de ontwikkeling van een plan betrokken zal worden.

Zeeuwse Zorg Coalitie

Op initiatief van verzekeraar CZ hebben de raden van bestuur van Adrz, Emergis, Svrz en ZorgSaam de Zeeuwse Zorg Coalitie (ZZC) gevormd (de zogenoemde kerngroep). Inmiddels zijn daarbij ook vertegenwoordigers betrokken van provincie, gemeenten, huisartsen, gehandicaptenzorg en jeugdzorg. De Nederlandse zorgautoriteit kijkt mee. Doel is door samenwerking de toekomstige zorg in Zeeland veilig te stellen, dus ook goed bereikbaar voor de inwoners. Er is uit verschillende subsidiepotten geld beschikbaar voor het opzetten van een projectorganisatie.

De vier cliëntenraden van de kerngroep deelnemers hebben een gezamenlijk overleg gevormd om de ontwikkelingen – die zich niet in het openbaar afspelen – zo goed mogelijk te volgen. Immers, de belangen van de Zeeuwse inwoners zijn in het geding. Gevraagd is om te zorgen voor tijdige inspraak en medezeggenschap, dat wil zeggen: vanaf een moment dat het er nog toe doet.

Daarop is tot nu toe terughoudend gereageerd; de coalitiepartners vragen zich af in hoeverre de cliëntenraden voldoende representatief zijn voor de bevolking. De discussie hierover loopt nog. De vier raden staan op het standpunt dat zij door hun samenstelling en kennis heel goed de belangen van de Zeeuwen kunnen behartigen en prima weten wat er speelt onder de inwoners. De CR Adrz vindt dat projecten en plannen in elk geval onderworpen moeten zijn aan een patiënt effectrapportage. Ook moet voldaan worden aan de regels voor advisering en instemming die in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen staan.

Kinderallergologie

Allergieklachten komen steeds vaker voor bij kinderen. Soms is de reden van de klachten meteen duidelijk, soms zijn er alleen vermoedens. Op de polikliniek Kinderallergologie onderzoeken we de oorzaak van de klachten.

Soort klachten

Allergieklachten kunnen erg uiteenlopen. Het kan bijvoorbeeld gaan om eczeem, hooikoorts, astma, netelroos, een vochtophoping of een medicatie-, insecten- of voedselallergie.

Opzet spreekuur

In Adrz doet kinderarts Hilde Knockaert het spreekuur Kinderallergologie. Zij werkt daarbij nauw samen met de kinderallergologen van het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam. De spreekuren in Adrz houdt Hilde vaak samen met verpleegkundige Jenny Rietveld. Jenny begeleidt onder andere de behandeling van kinderen met eczeem. Ook legt zij uit hoe u en uw kind een auto-injectorpen kunnen gebruiken. Dit is een voorgevulde injectiespuit waarmee u uw kind kunt behandelen bij een ernstige allergische reactie.

Kinderdiabetes

In Adrz Goes worden kinderen met diabetes behandeld door het Kinderdiabetesteam. Diabetes is een blijvende ziekte. Kinderen met diabetes worden dagelijks geconfronteerd met hun anders zijn. Zij volgen intensieve therapie die veel van hen en hun ouders vraagt.

Behandeling kinderdiabetes

Het Kinderdiabetesteam behandelt kinderen met diabetes met insulinepentherapie of insulinepomptherapie. Ook sensorbehandeling kan voor beide groepen worden ingezet volgens landelijke richtlijnen. De behandeling van diabetes is intensief en vraagt veel van uw kind en van u als ouder.

Kinderdiabetesteam Adrz

Het Kinderdiabetesteam van Adrz bestaat uit de volgende zorgverleners:

Het Kinderdiabetesteam is 24 uur per dag bereikbaar. U kunt altijd bellen bij spugen, ketonen in het bloed, ontregeling door ziekte, bewustzijnsverlies en voor andere dringende vragen.

Meer informatie

Kindercardiologie

De kindercardiologen van Adrz zijn gespecialiseerd in hartklachten bij kinderen. Zij zien kinderen waarbij verder onderzoek nodig is naar deze klachten. Zo doen zij regelmatig cardiologische screeningsonderzoeken om te kijken of een kind een erfelijke of aangeboren afwijking heeft.

Klachten aan het hart

De meest voorkomende klacht aan het hart waarmee kinderen bij de kinderarts komen, is het hartruisje. Daarnaast zijn hartkloppingen, pijn op de borst of een familielid met een erfelijke hartafwijking redenen voor een afspraak bij de kinderarts. In veel gevallen kan de kinderarts op basis van het verhaal van uw en uw kind, een lichamelijk onderzoek en een hartfilmpje een diagnose stellen. Maar soms is het beeld niet zo duidelijk en wordt uw kind doorgestuurd naar een kindercardioloog.

Kindercardiologisch spreekuur

Bij Adrz hebben we 4 keer per jaar een speciaal kindercardiologisch spreekuur. Tijdens dit spreekuur spreken u en uw kind met kindercardioloog Ingrid Frohn van het Erasmus MC en kinderarts Jolanda van Keulen van Adrz.  Zij doen tijdens het spreekuur regelmatig cardiologische screeningsonderzoeken. Meestal zijn deze om te onderzoeken of uw kind een erfelijke of aangeboren afwijking heeft. Wanneer nodig kunnen zij ook een echo van het hart maken. Tijdens het spreekuur zien de kindercardioloog en -arts ook kinderen die bijvoorbeeld een 24-uursonderzoek naar het hartritme hebben ondergaan. Bij tussentijdse problemen kunnen ouders altijd contact opnemen voor overleg of een beoordeling van het kind.

Samenwerking Sophia Kinderziekenhuis

Voor kinderen die in Adrz worden geboren en waarbij verdenking is op een hartafwijking, kunnen de artsen van Adrz 24 uur per dag overleggen met een kindercardioloog van het Sophia Kinderziekenhuis. Daarnaast werken de artsen van Adrz en het Sophia Kinderziekenhuis nauw samen als het gaat om de begeleiding van kinderen met ingewikkelde hartafwijkingen. Deze kinderen gaan vaak om en om naar Adrz en het Sophia Kinderziekenhuis. Dit bespaart ouders veel ritten naar Rotterdam.

Meer informatie

Kinderastma

De Astmapoli is er voor kinderen die vanwege astma vaak medicijnen nodig hebben, opgenomen moeten worden of naar de spoedeisende hulp moeten. Ook kan op de Astmapoli worden uitgezocht of er inderdaad sprake is van astma bij uw kind. Daarnaast is de Astmapoli er voor kinderen met andere aandoeningen aan de luchtwegen.

Kinderarts en kinderlongverpleegkundige

Kinderarts Marquita Greijn heeft zich gespecialiseerd in longziekten bij kinderen, waaronder astma. Zij onderzoekt of uw kind inderdaad astma heeft en welke behandeling bij uw kind het beste werkt. Ze werkt veel samen met kinderlongverpleegkundige Jennie Rietveld. Jennie neemt uitgebreid de tijd om te vragen hoe het met uw kind gaat en welke medicijnen uw kind gebruikt. Ook oefent zij met u en uw kind het innemen van de medicijnen. Soms komt zij bij u thuis kijken om te zien of er iets veranderd moet worden. Denk aan de vloerbedekking, knuffels in bed en de ventilatie in huis. De kinderartsen doen wanneer nodig aanvullend onderzoek naar de aandoening van uw kind. Bijvoorbeeld naar de longfunctie.

Links kinderarts Marquita Greijn, rechts kinderlongverpleegkundige Jennie Rietveld

Medicatiewijzer

De kinderartsen hebben samen een kaart gemaakt waarop staat welke medicijnen zijn voorgeschreven aan uw kind. Ook staat op de kaart hoe vaak die medicijnen ingenomen moeten worden. De kaart heet de medicatiewijzer. De kaart is ook handig voor uw huisarts of als u op vakantie gaat. De kinderarts vult de medicatiewijzer in en past deze wanneer nodig aan.

Overgewicht bij kinderen

Overgewicht is ook onder de Zeeuwse bevolking een groeiend probleem. Meestal zijn  combinaties van levensstijl, beweging, eetpatroon en erfelijke factoren mede-oorzaken. Toch zijn er vaak vragen over een eventuele medische oorzaak. In de meeste gevallen kan de huisarts hier onderzoek naar doen. Bij twijfel wordt het advies van een kinderarts gevraagd.

Gevolgen overgewicht opsporen

Zelfs op kinderleeftijd kunnen al gevolgen van overgewicht worden opgespoord. Denk aan een hoge bloeddruk, een hoog cholesterolgehalte of (kinder)diabetes. Voor onderzoek wordt altijd verwezen naar een team met daarin een fysiotherapeut, diëtiste en kinderpsycholoog. Na de eerste afspraak doet een kinderarts nog (half)jaarlijks controles. Voor sommige kinderen om onverwachte problemen op te sporen, voor andere een steun in de rug. In zeer ernstige gevallen kan de kinderarts doorverwijzen naar Merem Medische Revalidatie. Hier krijgen kinderen met overgewicht intensieve begeleiding.

Meer informatie

Kijk voor meer informatie op:

Kinderorthopedie

Bij orthopedische problemen bij kinderen werkt de afdeling Kindergeneeskunde regelmatig samen met orthopeed dokter Jansen. Dokter Jansen heeft veel ervaring met de behandeling van orthopedische aandoeningen bij kinderen.

Orthopedische aandoeningen

Bij orthopedische aandoeningen moet u denken aan bijvoorbeeld congenitale heupdysplasie (CHD). Dit is een aangeboren heupafwijking waarop door de kinderartsen wordt gescreend bij positieve familieanamnese of na een stuitligging. Wanneer CHD is aangetoond volgt behandeling bij dokter Jansen. Bijvoorbeeld met een spreidbroek of gipsbroek. Andere aandoeningen waarbij dokter Jansen wordt betrokken, zijn de behandeling van klompvoetjes, de rugverkromming (scoliose), beenlengteverschillen, reumatische gewrichtsontstekingen, platvoeten en andere groeiafwijkingen. Ook behandelt dokter Jansen infecties of ontstekingen van de gewrichten, botten, wervels en tussenwervelschijven. Tot slot neemt dokter Jansen deel aan het spreekuur op kinderrevalidatiecentrum De Lindenhof. Dit centrum is er voor kinderen met spasticiteit of andere neurologische afwijkingen waarbij vergroeiingen aan de benen kunnen voorkomen.

Meer informatie

Folder Klompvoetjes behandelen

Kinderneurologie

Het specialisme Kinderneurologie onderzoekt en behandelt aandoeningen aan het zenuwstelsel. Onder het zenuwstelsel vallen de hersenen, het ruggenmerg, de zenuwen en de spieren. Voor een afspraak bij de kinderneuroloog is een doorverwijzing nodig van de huisarts, kinderarts of een ander medisch specialist.

Aandoeningen en onderzoeken

De kinderneuroloog onderzoekt en behandelt onder andere naar wegrakingen, hoofdpijn, hersentumoren, tics, ontwikkelingsachterstanden, spierzwakte of spierspasticiteit en leerproblemen. Ook bij plotselinge aandoeningen als een hersenschudding, hersenvliesontsteking en epileptische aanvallen is de kinderneuroloog betrokken. Soms zijn de problemen aangeboren, soms worden ze pas duidelijk tijdens het opgroeien van het kind. Onze (kinder)neurologen hebben veel mogelijkheden om het zenuwstelsel door te meten en zichtbaar te maken. Denk aan een CT-scan, MRI-scan, echo, EMG en EEG. Ook is het mogelijk om genetische tests te doen via bloedonderzoek.

Samenwerken

Een kinderneuroloog werkt nauw samen met andere dokters en ziekenhuisafdelingen, en dan vooral met de kinderartsen. In ons ziekenhuis zijn met name dokters Frank Visscher en Daniëlle de Jong gespecialiseerd in de kinderneurologie. Daarnaast zijn alle neurologen van Adrz opgeleid om kinderen met plotselinge neurologische problemen te kunnen opvangen. Buiten het ziekenhuis hebben de kinderneurologen nauwe banden met kinderrevalidatiecentrum Revant. Hierbij werken kinderarts, neuroloog, orthopedisch chirurg en revalidatiearts intensief samen. Ook werken de kinderneurologen samen met de Ithaka-kliniek van Emergis voor kinder- en jeugdpsychiatrie.

Doorverwijzen

Soms is het nodig om een kind door te verwijzen naar een andere organisatie. Bijvoorbeeld als het kind een hersentumor of heel zeldzame spieraandoening heeft. Het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam is dan onze partner. Een enkele keer moeten we nog verder doorverwijzen.

Meer informatie

Maag-, darm- en leverziekten bij kinderen

Het specialisme Maag-, Darm- en Levergeneeskunde (MDL) bij kinderen behandelt problemen aan het spijsverteringskanaal of de lever bij kinderen. Alle MDL-kinderartsen behandelen de meest voorkomende klachten. Bijvoorbeeld voedingsproblemen, spugen, slecht groeien, diarree, buikpijn, obstipatie of geelzucht.

MDL-team Kindergeneeskunde

De kinderartsen werken vaak samen met specialisten uit verschillende vakgebieden. Zo werkt de kinderarts tijdens het vaststellen van de aandoening en tijdens de behandeling vaak samen met een diëtist. Dit kan tijdens een afspraak op de polikliniek zijn, maar ook tijdens een opname. Bij toilettraining of relaxatietraining begeleidt een pedagogisch medewerker of kinderfysiotherapeut het kind. Een kinderpsychologe kan het kind helpen bij het vaststellen van functionele buikpijn (vroeger spastische darm) en biedt handvatten voor het omgaan met functionele buikpijn.

Samenwerking academische centra

De MDL-kinderartsen werken heel intensief samen met academische centra, zoals het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam. Een van de speerpunten is het beter vaststellen en begeleiden van voedingsallergieën. Zo kunnen we zogenaamde provocatietesten doen, om te onderzoeken of het kind allergisch is voor een bepaald voedingsmiddel of medicijn. Daarnaast geeft een kinderdiëtist begeleiding bij allergiediëten. De laatste jaren is er ook veel aandacht voor het voorkomen van ondervoeding bij ernstig zieke kinderen tijdens een ziekenhuisopname.

Veelvoorkomende ziektebeelden

Veelvoorkomende maag-, darm- en leverziektebeelden die we in Adrz kunnen vaststellen en behandelen, zijn:

  • Functionele buikpijn (vroeger spastische darm)
  • Infectie maagwandslijmvlies (helicobacter pylori-infectie )
  • Infectie spijsverteringsstelsel (gastro-enteritis)
  • Ontsteking darm (ziekte van Crohn)
  • Ontsteking dikke darm (colitis ulcerosa)
  • Overgevoeligheid voor gluten (coeliakie)
  • Overgevoeligheid voor melkproduten (lactose-intolerantie)
  • Terugkomen maaginhoud in slokdarm (gastro-oesophageale reflux)
  • Verstopping darm (obstipatie)
  • Voedingsproblemen waarvoor sondevoeding nodig is
  • Voedselallergieën

Aangeboren verhoogd cholesterol bij kinderen

Bij een verhoogd cholesterolgehalte is sprake van versnelde aderverkalking. Patiënten kunnen hierdoor al jong een hartinfarct krijgen. Als we na een hartinfarct op jonge leeftijd een sterk verhoogd cholesterolgehalte zien, raden we aan om bij de familieleden, ook kinderen, bloed af te nemen om het cholesterolgehalte te bepalen. Dit onderzoek kan in Adrz plaatsvinden.

Verwijzing kinderarts Adrz

Een aangeboren verhoogd cholesterol in het bloed (familiaire hypercholesterolemie) komt relatief vaker voor in Zeeland dan in de rest van Nederland. Wanneer bij een kind het cholesterolgehalte sterk verhoogd is, is een verwijzing naar de kinderarts nodig. Bij Adrz is dokter Boelen hierin gespecialiseerd. Dokter Boelen weet welk aanvullend onderzoek nodig is, wanneer behandeld moet worden en welke medicijnen kinderen mogen hebben.

Samenwerkingen

De Kinderafdeling van het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam onderzoekt en adviseert over de behandeling van kinderen met een verhoogd cholesterol. Ook werkt de Kinderafdeling van Adrz samen met de lipidenpolikliniek van het Erasmus MC in Rotterdam.

Meer informatie

Kijk voor meer informatie over een (aangeboren) verhoogd cholesterol op:

Eetstoornissen bij kinderen

In Nederland zien we dat een groeiende groep jongeren een eetstoornis ontwikkelt. Zo’n stoornis leidt vaak tot ernstig onder- of overgewicht met bijkomende medische problemen. Adrz behandelt, in samenwerking met andere organisaties, jongeren met een eetstoornis.

Verschillende soorten eetstoornissen

Eetstoornissen kunnen zich op verschillende manieren uiten. Denk aan:

  • gebrek aan eetlust door een psychische oorzaak (anorexia nervosa)
  • terugkerende eetbuien, om het eten vervolgens weer kwijt te willen raken (boulimia nervosa)
  • in korte tijd grote hoeveelheden voedsel eten (binge eating disorder)
  • bepaald voedsel weigeren te eten (ARFID)

Medisch-lichamelijke zorg in Adrz

Het belangrijkste onderdeel van de behandeling bij een eetstoornis doet de GGZ. De GGZ onderzoekt de oorzaak van de eetstoornis en start de therapie op. Kinderartsen Marquita Greijn en Jolanda van Keulen van Adrz ondersteunen de behandeling met medisch-lichamelijke zorg. Zij werken intensief samen met het eetstoornisteam van Emergis. Daarnaast is een diëtiste en soms een logopediste bij de behandeling betrokken. De medisch-lichamelijke zorg houdt met name begeleiding op de polikliniek in, maar soms is een opname noodzakelijk.

Verwijzing naar Adrz

Een verwijzing naar Adrz gaat via de huisarts, jeugdarts of GGZ-behandelaren.

Meer informatie

Kinderimmunologie en -infectieziekten

Immunologie is het vakgebied dat zich bezighoud met het afweersysteem tegen infectieziekten. Als bacteriën of virussen het lichaam binnendringen probeert ons afweersysteem de bacteriën en virussen uit te schakelen. Het specialisme Kindergeneeskunde heeft veel kennis over het afweersysteem van kinderen.

Verschillende onderdelen afweersysteem

Ons afweersysteem bestaat uit verschillende onderdelen:

  • Organen, zoals lymfklieren, milt, beenmerg en amandelen
  • Cellen, zoals witte bloedcellen
  • Eiwitten, zoals antistoffen

Het specialisme Kindergeneeskunde heeft veel kennis over het afweersysteem van kinderen en over mogelijke afwijkingen aan dit systeem. De kinderartsen van Adrz werken bovendien goed samen met kinderimmunologen en -infectiologen uit Rotterdam, Leiden, Amsterdam en Utrecht.

Behandelingen

De afdeling Kindergeneeskunde kan kinderen met afwijkingen aan het afweersysteem op verschillende manieren behandelen. Zo heeft de afdeling meerdere ultraclean rooms. Dit zijn speciale ruimtes waarin we kinderen met een verminderde afweer goed kunnen beschermen tegen infecties. Ook het toedienen van eiwitten waarin de antistoffen zitten (immunoglobulines) via een bloedvat of onder de huid is een mogelijke behandeling. Hiermee zijn bijvoorbeeld kinderen die zelf niet genoeg antistoffen kunnen maken, toch beschermd tegen infecties. Deze behandeling kan in het ziekenhuis of thuis worden gegeven.

Kinderhematologie

Hematologie is het specialisme dat zich bezighoudt met bloedziekten. Hieronder vallen afwijkingen van het bloed, de bloedvormende organen en lymfklieren. Ook afwijkingen in de bloedstolling en bloedtransfusieproblemen horen bij de Hematologie.

Werkwijze Hematologie

Als u en uw kind door uw huisarts worden verwezen in verband met het vermoeden op een bloed- of lymfklierziekte, komt u samen op het spreekuur van de hematoloog of de verpleegkundig specialist hematologie. Zij zullen in eerste instantie een gesprek met u en uw kind hebben en lichamelijk onderzoek doen. Ook vragen zij vervolgonderzoek aan om tot een diagnose te komen. Dit kan bestaan uit uitgebreid bloedonderzoek, radiologisch onderzoek, een beenmergpunctie of een punctie van een aangedane lymfklier. Soms is het nodig kinderen met bloedaandoeningen samen met een academisch ziekenhuis te zien en te behandelen.

Kinderartsen

De kinderartsen dokter Nix en dokter Jonkers zijn gespecialiseerd in bloedziekten.

Verblijf op de Kinderafdeling

Soms is een opname op de Kinderafdeling nodig, dit kan best spannend zijn. Daarom mag u altijd bij uw kind blijven. Een deel van de zorg wilt u waarschijnlijk ook graag zelf blijven doen. Wij vinden het vanzelfsprekend dat een van de ouders bij het kind blijft slapen. We noemen dat rooming-in. Sommige verpleegkundige controles en handelingen vinden ook ‘s nachts plaats. Een ongestoorde nachtrust kunnen we helaas niet garanderen.

Gebruik van mobiele telefoon is toegestaan op de gehele afdeling.

Rooming-in en rooming-in bij isolatieverpleging

Als uw kind geïsoleerd wordt verpleegd vanwege een besmettelijke ziekte, dan mag uw kind niet van de kamer. Ook als uw kind zich in isolatieverpleging bevindt, is het mogelijk dat één ouder naast het kind blijft slapen. U kunt de kamer verlaten nadat u uw handen heeft gereinigd.

Zie ook folder Rooming-in en ouderparticipatie.

Familiekamer

Op de Kinderafdeling is een familiekamer aanwezig. Er is een keukentje met koelkast en magnetron aanwezig.

Televisie

Bij ieder bed hangt boven het voeteneinde een televisie. De kinderen mogen gratis kijken. U kunt, indien u dat wenst, afspraken maken met de verpleegkundigen over de tijden, programma’s, waar en hoelang uw kind televisie mag kijken.

Bezoektijden

Als ouder/verzorger mag u constant bij uw kind blijven. Na de lunch is er even rusttijd. Voor het overige bezoek is er doorlopend bezoek van  8.00 tot 20.00 uur. Het is aan te raden het bezoek zoveel mogelijk over de bezoektijd te verspreiden. Voor de wiegen-/couveuse afdeling is een andere bezoekregeling van toepassing. Op de Kinderafdeling geldt de regel dat kinderen enkel in overleg van de afdeling af mogen. Als de arts met u afspreekt dat u met uw kind naar buiten mag dan betekent dat, dat uw kind wel op het ziekenhuisterrein moet blijven, maar bijvoorbeeld wel naar het parkje naast het parkeerterrein mag gaan.

Speelkamer en tienerkamer

Op de Kinderafdeling is een tienerkamer en een speelkamer, waar kinderen hun ziekzijn door spel even kunnen vergeten. Kinderen moeten zich hier veilig kunnen voelen, daarom mogen er geen medische handelingen door verpleging of artsen worden verricht. De speelkamer is toegankelijk voor de patiëntjes van de Kinderafdeling. Broertjes en zusjes zijn welkom onder begeleiding van de ouders.

Medisch pedagogisch zorgverlener

De medisch pedagogisch zorgverlener heeft een zelfstandige en centrale functie in de pedagogische begeleiding van patiënten voor en tijdens de ziekenhuisopname.

  • De medisch pedagogische zorg in een ziekenhuis begeleidt kind en ouder(s) tijdens de ziekenhuisopname. Ook helpt zij kind en ouder(s) bij de voorbereiding op en de begeleiding naar operaties en onderzoeken.
  • De medisch pedagogische zorg wordt onder andere ingeschakeld bij angstige kinderen, bij psychosociale problemen, zoals zindelijkheidsproblemen, slaapproblemen, huilproblemen, eetproblemen of gedragsproblemen. En voor begeleiding en afleiding bij interventies zoals bloedafname, infuus inbrengen, sonde inbrengen en klysma’s.
  • Zij bieden structuur, veiligheid en duidelijkheid gedurende de opname mede door het gebruik van dagprogramma’s en het opstellen en uitvoeren van pedagogische begeleidingsplannen.
  • Zij hanteren focustaal en dragen hierdoor bij aan stress- en pijnreductie.

Kinder- en Jeugdpsychologie

Wanneer u een gesprek met een kinderpsycholoog wenst, kunt u de kinderarts vragen om een verwijzing. Ook kan een verpleegkundige of medisch pedagogisch hulpverlener problemen van uw kind voorleggen aan de kinderarts en deze vragen om een kinderpsycholoog in te schakelen. Zo kan de kinderpsycholoog uw kind en/of u proberen te helpen wanneer uw kind bijvoorbeeld ernstig ziek is, een chronische ziekte heeft of psychosomatische klachten heeft.

Pijnbestrijding

Een bevalling gaat (meestal) gepaard met pijn en dat is een normaal verschijnsel. De duur van de bevalling en ernst van de pijn kunnen verschillen. Meestal neemt de pijn toe wanneer de ontsluiting vordert. Als uw angst en/of spanning ervaart kan dit de aanmaak van endorfines (lichaamseigen pijnstillend hormoon) belemmeren. Het is dus belangrijk om een goede manier van ontspanning te vinden en comfort te creëren, hiermee kan uw bevalling ook bespoedigd worden. De kraamverzorgende of de verpleegkundige kan helpen met adviezen over ademhalings- en ontspanningsoefeningen en over verschillende houdingen om de weeën op te vangen. Zo is er de mogelijkheid om op een skippybal te zitten. Ook onder de douche of in bad kan voor u een manier zijn om de weeën beter op te vangen.

Bekijk de folder ‘Jouw bevalling: Welke houding past bij jou?’ voor meer  voorbeelden van bevalhoudingen.

Als de pijn te veel wordt, of u vindt het moeilijk om te ontspannen, kunt u vragen om pijnstilling. In ons ziekenhuis kunt u in principe kiezen tussen een ruggenprik (epidurale analgesie) of een pijnstillende injectie. De gynaecoloog of de klinisch verloskundige geeft hierover informatie. Samen besluit u wat de meest effectieve pijnstilling is. Hierbij wordt gekeken naar de conditie van de baby en uw ontsluitingsfase.

Tijdens de zwangerschapscontrole is het belangrijk uw wensen over pijnbestrijding te bespreken. Het gebruik van de verschillende middelen hangt af van hoe u de pijn ervaart én van het verloop van de bevalling. Iedere vorm van pijnstilling vindt plaats onder CTG-registratie en onder begeleiding van de gynaecoloog of de klinisch verloskundige.

Bijzonder bevallen

De meeste bevallingen verlopen spontaan, maar soms moet een bevalling om welke reden dan ook worden bespoedigd en kiest de gynaecoloog voor een zogeheten kunstverlossing.

Vacuümextractie

Afhankelijk van de reden en de omstandigheid kan de geboorte van uw baby worden bespoedigd door middel van een zuignap (vacuümextractie), u perst zelf nog steeds mee. Dit kan alleen bij een volledige ontsluiting. De eerste fase van de bevalling, de ontsluiting, is dan al achter de rug. Het is alleen mogelijk op deze manier hulp te bieden als de baby in hoofdligging ligt en diep genoeg is ingedaald.

Wanneer een vacuümextractie?

Er kan een vacuümextractie worden gedaan als de:

  • conditie van de moeder of die van het kind zodanig is, dat de uitdrijving snel moet verlopen
  • uitdrijving niet vordert na lang persen
  • moeder niet mag persen vanwege een ziekte zoals hart- en longaandoening

Stuitligging

Als uw kindje in een stuit ligt krijgt u van de gynaecoloog uitleg over welke vorm van bevallen in uw situatie het beste is. Dat kan een vaginale bevalling of een keizersnede zijn. Samen maakt u een plan over hoe u gaat bevallen.

De keizersnede

Een keizersnede (Sectio Caesarea) is een operatie onder plaatselijke verdoving (ruggenprik) of algehele narcose waarbij de baby door een operatie ter wereld komt. Uw partner mag bij de keizersnede aanwezig zijn.

Wanneer is een keizersnede nodig?

Soms is al voor de uitgerekende datum bekend dat een vaginale bevalling niet mogelijk is en wordt een keizersnede gepland. Een keizersnede is nodig:

  • als de placenta voor de baarmoedermond ligt
  • wanneer er afwijkingen van het bekken zijn
  • als de baby mogelijk zuurstofgebrek krijgt en een normale bevalling niet afgewacht kan worden
  • als mogelijk aan het eind van een eerdere zwangerschap een keizersnede is uitgevoerd
  • als na volledige ontsluiting van de baarmoedermond de baby niet voldoende is ingedaald en de baring na enige tijd persen onvoldoende vordert
  • als vaginale geboorte bij stuitligging niet verantwoord lijkt na beoordeling door de gynaecoloog
  • om diverse andere redenen waarbij de geboorte niet op de gewone manier kan plaatshebben, bijvoorbeeld een dwarsligging of een uitgezakte navelstreng of wanneer de baby vroeger in de zwangerschap geboren moet worden
  • ook tijdens de bevalling kunnen er situaties ontstaan waardoor een keizersnede nodig is

Wat gebeurt er bij een keizersnede?

Bij een geplande (primaire) keizersnede vindt voorafgaand aan de operatie een medisch onderzoek plaats naar uw gezondheidstoestand. Dit gebeurt door de anesthesioloog op het preoperatieve spreekuur. De keuze tussen plaatselijke verdoving en algehele verdoving (narcose) wordt uitgelegd en in overleg met u bepaald. Verder wordt er een aantal voorbereidingen getroffen zoals bij elke operatie.

Gentle Sectio 

Bij een geplande keizersnede kunt u in ons ziekenhuis met een Gentle sectio bevallen. Via een buikoperatie proberen wij uw baby op een zo natuurlijk mogelijke manier ter wereld te brengen. Het uitgangspunt is dat moeder en haar partner meer betrokken worden bij de ingreep en dat de baby na de geboorte bij de ouders blijft. De kinderarts is altijd aanwezig bij de geboorte en onderzoekt of de  baby in goede conditie is en tot en met het einde van de operatie bij de moeder mag blijven.

De baby wordt bloot op de borst bij de moeder gelegd en bedekt met een warme molton om afkoeling te voorkomen. Voordelen direct huid op huidcontact:

  • hechting moeder-kind verloopt beter
  • borstvoeding komt sneller op gang
  • baby’s zijn rustiger, hebben een stabielere hartslag, ademhaling en bloedsuikerwaarden

Een Gentle Sectio is alleen mogelijk bij een geplande sectio rond de uitgerekende datum als er geen complicaties verwacht worden en als de moeder kiest voor een ruggenprik. De Gentle Sectio kan van maandag tot en met vrijdag, op bepaalde tijden.

Voorbereiding op de keizersnede

Om de kans op een infectie te verkleinen is het belangrijk dat u één week voor de keizersnede het schaamhaar niet meer wegscheert. Op de dag zelf moeten sieraden, piercings, nagellak, make-up, contactlenzen en eventueel kunstgebit verwijderd worden. Je krijgt een operatiehemd aan. Vlak voor de operatie krijgt u een blaaskatheter. De dag voor de keizersnede komt u voor een opnamegesprek. Tijdens dit gesprek met een verpleegkundige van de kraamafdeling wordt een aantal vragen met u doorgenomen en kunt u uw wensen kenbaar maken. Bij het laboratorium laat u bloedprikken om de uitgangswaarde te bepalen.

Operatiekamer

De gynaecoloog maakt een horizontale snede vlak boven het schaambeen. Dit litteken is later nauwelijks meer te zien. De baby wordt uit de baarmoeder getild (dit is het geboortetijdstip) en de navelstreng wordt afgebonden en doorgeknipt. Vervolgens worden de placenta en de vliezen verwijderd. Bij een geplande keizersnede mogen uw baby en uw partner met u mee naar de uitslaapkamer (recovery). Als dit niet mogelijk is, gaan de partner en de baby naar de kraamafdeling waarbij de baby voor het eerste contact bloot bij de partner mag liggen.

De baby

Soms kan een baby die met de keizersnede wordt geboren wat moeite hebben met ademhalen. Om de conditie van de baby te beoordelen, wordt het na de geboorte door een kinderarts uitvoerig onderzocht en zo nodig behandeld. Het is toegestaan om foto’s te maken tijdens de keizersnede, doe dit wel in overleg. Filmen is niet toegestaan.

Controles en verzorging

Kort na de keizersnede heeft u waarschijnlijk pijn. Dit wordt veroorzaakt door de wond of  door naweeën. De verpleegkundige vraagt regelmatig hoe het met de pijn is. Hierbij gebruikt zij een zogenaamde pijnscore. Op een schaal van 1 tot 10 kunt u uw pijn aangeven. 0 is geen pijn en 10 ondragelijke pijn. Aan de hand van de pijnregistratie krijgt u zo nodig aanvullende pijnmedicatie toegediend.

  • Na de operatie kunt u wat slap en duizelig voelen bij het opstaan en kunt u last hebben van darmkrampen.
  • In de meeste gevallen bent u na een dag weer zover hersteld dat het infuus en de blaaskatheter worden verwijderd.
  • Uw eetlust komt weer terug en vrij snel kunt u al wat gemakkelijker uit bed komen.
  • Na een plaatselijke verdoving heeft u de eerste uren na de operatie nog geen controle over uw benen.
  • Na een keizersnede worden altijd regelmatig bloeddruk, pols, temperatuur, bloedverlies en de hoeveelheid urine gecontroleerd.
  • Er worden oplosbare hechtingen gebruikt.
  • U krijgt, om trombose te voorkomen, eenmaal per dag antistolling.
  • In principe mag u op de derde dag, indien er geen verdere problemen zijn ontstaan, weer naar huis.
  • Voor u met ontslag gaat, kunt u de folder ‘Keizersnede – richtlijnen voor thuis’ doornemen. Daarin staan tips en adviezen.

Verzorgen van je baby

Uw partner wordt direct betrokken bij de zorg voor uw baby en zodra u daar zelf toe in staat bent, kunt u samen de zorg voor u baby nemen. Er is altijd een verpleegkundige of kraamverzorgende bij u in de buurt om te helpen en om adviezen en tips te geven.