Adrz

Onderzoek en diagnose

Als uw huisarts vermoedt dat u darmkanker of een andere aandoening van de (dikke) darm heeft, verwijst hij u naar een maag-darm-leverarts voor een consult. Uw huisarts verwijst u ook door als hij geen verklaring vindt  voor klachten zoals bloedarmoede, vermagering en/of aanhoudende buikpijn. Aan de hand van de verwijsgegevens van de huisarts wordt bepaald hoe urgent de verwijzing is.

Bevolkingsonderzoek darmkanker

Vanaf 2014 is het bevolkingsonderzoek naar darmkanker ingevoerd. Adrz is geselecteerd als een van de ziekenhuizen waar mensen terecht kunnen voor vervolgonderzoek (colonscopie) als zij positief getest zijn met de ontlastingstest van het RIVM.

Colonscopie

Bij een verdenking op darmkanker wordt in eerste instantie een colonscopie verricht. U wordt hierover geïnformeerd door de arts of de MDL-verpleegkundige. De MDL-verpleegkundige geeft u in een groepsvoorlichting of in een persoonlijk gesprek informatie en stelt u vragen als voorbereiding op het onderzoek. Tijdens de colonscopie worden er meestal biopten (stukjes weefsel) weggenomen. Dit wordt onderzocht door de patholoog en geeft duidelijkheid of er al dan niet sprake is van kanker.

 Behandelteam

Medisch specialisten

Mw J.Y. van Berkel, internist

Dhr. dr. M. Bubic, MDL-arts

Dhr. P. Konstatopoulus, MDL-arts

Mw A. Stegeman, internist

Dhr F. Waltman, internist

Dhr A.A. Tanis, MDL-arts

MDL-verpleegkundigen

Joke Huijbregtse

 

 

 

 

 

 

Verpleegkundig specialist

Als er vanuit de colonscopie afwijkingen naar voren komen, wordt de verpleegkundig specialist ingeschakeld. Een verpleegkundig specialist is opgeleid om, naast de verpleegkundige taken, ook medische taken uit te voeren en neemt in de behandeling van darmkanker taken van de arts over. Zij werkt ook als een ‘casemanager’ wat betekent dat zij zorg draagt voor een soepel verloop van de verschillende afspraken. Zij neemt kort na de scopie contact met u op om het verdere traject met u te bespreken. U kunt bij haar terecht voor vragen en zij is het aanspreekpunt voor u gedurende de fasen van onderzoek, behandeling en controle.

In het ADRZ werken Judith Kuiper en Marjon Oostdijk als verpleegkundig specialist darmkanker. Zij zijn via e-mail of telefonisch bereikbaar: j.kuiper@adrz.nl (06-83591252); marjon.oostdijk@adrz.nl (06-12923308).

Vervolgonderzoek

Na een colonscopie waarbij er gedacht wordt aan kanker. worden de volgende vervolgonderzoeken gepland:

  • CT scan van de longen en de buik. Het doel van dit onderzoek is om vast te stellen of er uitzaaiingen zijn in de rest van het lichaam en dan met name in de longen en de lever.
  • Bloedonderzoek.
  • Als er wordt gedacht aan endeldarmkanker wordt aanvullend een MRI verricht. Met dit onderzoek wordt nauwkeurig vastgesteld hoe groot de afwijking is en of er lymfeklieren zijn vergroot in de buurt van de afwijking.
  • Soms zijn er nog meer onderzoeken nodig om de diagnose te kunnen stellen.

Meer informatie

Meer informatie over de diagnostiekfase bij darmkanker vindt u in onze folder Verdenking darmkanker.

Persvragen en woordvoering

Wilt u als redactie of journalist meer weten over Adrz of wilt u een interview afnemen? Neem dan contact op met de afdeling Communicatie en Marketing en vraag naar een van onze woordvoerders. Of stuur een e-mail naar communicatie@adrz.nl.

Woordvoerders

  • Ilona Wielemaker, manager Communicatie en Marketing, telefoonnummer: 06 82 94 47 02
  • Danielle Steijn – Laing, senior adviseur Communicatie en Marketing, telefoonnummer: 06 51 36 90 53
  • Madelon Malcontent, senior adviseur Communicatie en Marketing, telefoonnummer: 06 82 22 32 48

Buiten kantooruren

Buiten kantooruren kunt u onze woordvoerders bereiken via 06 82 94 47 02.

Foto Adrz

Te gebruiken voor publicaties

Compliment geven

Adrz vindt het van groot belang ervaringen van patiënten, cliënten en bezoekers te horen. Veel ervaringen met onze organisatie zijn gelukkig positief. Mocht u hierover iets kwijt willen, dan stellen wij dat zeer op prijs. Wilt u een afdeling, een arts of een andere medewerker graag een compliment geven? U kunt schriftelijk een compliment indien door het invullen van het complimentenformulier.

Postadres Adrz

Post aan al onze locaties kunt u sturen naar:

Adrz
Postbus 15
4460 AA Goes

Voor post aan een patiënt vermeldt u bij het bovenstaande adres de Adrz-locatie (Goes of Vlissingen). Ook vermeldt u de naam, de afdeling en het kamernummer van de patiënt.

Openingstijden locaties

Goes

De locatie Goes is 24 uur per dag, 7 dagen per week geopend. Dit geldt ook voor de spoedeisende hulp (SEH) van het Adrz Goes. Bij spoedgevallen neemt u altijd eerst contact op met uw huisarts of de Huisartsenpost (HAP).

Vlissingen

De locatie Vlissingen is geopend van maandag tot en met vrijdag van 6.30 tot 21.30 uur. In de weekenden is deze locatie gesloten.

 

Thuis na de schouderoperatie

Weer thuis

De eerste tijd na de operatie kan uw schouder en het gebied rondom de wond dik en warm aanvoelen. Dit wordt geleidelijk minder. Soms heeft u blauwe plekken, deze verdwijnen vanzelf. Wanneer neemt u contact op met uw huisarts?Het is belangrijk dat u in de volgende gevallen contact opneemt met uw huisarts, als:

  • de operatiewond gaat lekken
  • de wond steeds dikker wordt
  • de wond steeds meer pijn gaat doen ook al bent u minder gaan bewegen
  • u koorts krijgt hoger dan 38.5°C

Vertel uw huisarts altijd dat u geopereerd bent en hoelang dit geleden is.

Adviezen voor thuis

  • Als de wond droog is mag u douchen. Vermijd zeep in het wondgebied. In bad gaan mag maar pas op voor het weken van de wond. Droog houden van de wond bevordert een goede wondgenezing, u kunt beter geen afsluitende pleister op de wondjes plakken.
  • Het is veiliger omzittend te douchen. U kunt een douchestoel of kruk lenen bij de thuiszorg.
  • Als u pijn heeft, kunt u het beste paracetamol 500 mg gebruiken. U mag vier maal per dag twee tabletten nemen. Als de pijn minder wordt kunt u dit weer afbouwen.
  • Leg de eerste zes weken een kussen onder uw arm als u gaat slapen. Na zes weken mag u weer op uw geopereerde schouder liggen.
  • Verder mag u de eerste zes weken niet (brom)fietsen, autorijden, sporten, geen huishoudelijk werk doen en niet zwaar tillen.

Na de schouderoperatie

Na de operatie kan dearm nog gevoelloos zijn. Dit is het gevolg van de verdovingsprik in de hals die de anesthesist u meestal geeft voor de operatie. Als u pijn heeft, vraag dan om pijnstillers aan uw verpleegkundige. Dit kunnen tabletten of injecties zijn. Na de operatie zit uw arm in een draagband. Mogelijk zit er een drain in het wondgebied om vocht af te voeren.

De eerste dag na de operatie

De eerste dag na de operatie is het belangrijk dat u uw arm en elleboog goed hoog houdt. Dit om zwelling van het wondgebied zo snel mogelijk te laten afnemen. Het verband wordt verwijderd en u krijgt een pleister op de wond. Tevens wordt er een röntgenfoto ter controle gemaakt.

Fysiotherapie

De dag na de operatie leert de fysiotherapeut hoe u moet oefenen met uw schouder, arm en hand. De oefeningen doet u een aantal keer per dag zelfstandig. Na het ontslag uit het ziekenhuis gaat u door met de oefeningen.

Complicaties

Algemene complicaties kunnen zijn: nabloeding, wondinfectie en trombose. Een complicatie van een schouderoperatie kan een stijve schouder zijn.

Ontslag

De hechtingen worden ongeveer veertien dagen na de operatie verwijderd op de polikliniek. Na zes weken komt u voor een controle op de polikliek. U krijgt hiervoor een afspraak mee en een machtiging voor fysiotherapie in overleg met de schouderorthopeden en de fysiotherapeut van het Schoudernetwerk Zeeland. Indien nodig krijgt u een recept voor pijnstillers die u kunt afhalen bij uw apotheek.

Na de operatie

U kunt na de operatie misselijk en dorstig zijn. Tegen de misselijkheid kunt u medicijnen krijgen. Om er voor te zorgen dat u voldoende vocht binnen krijgt heeft u een infuus in uw arm.
Soms wordt er een slangetje in uw maag geplaatst om maagsappen af te voeren, dit wordt een maaghevel genoemd. Dit voorkomt problemen bij misselijkheid en overgeven. Zodra het mogelijk is zal het slangetje weer worden verwijderd zodat u weer normaal kunt eten en drinken. Als het drinken goed gaat mag u geleidelijk ook weer gaan eten. Zodra u zelf weer voldoende kunt drinken zal het infuus verwijderd worden.

Soms wordt er een slangetje in het wondgebied achtergelaten om bloed en vocht af te voeren, dit wordt een drain genoemd. Als er geen vocht meer uit de drain komt kan de drain worden verwijderd, dit is meestal na een paar dagen.

Als de galwegen tijdens de operatie geopend zijn zit er nog een tweede slangetje, dat gal afvoert. Een week na de operatie worden er röntgenfoto’s gemaakt waarbij via dat slangetje contrast in de galwegen wordt gespoten. Op de röntgenfoto’s is te zien of de gal goed naar de darm stroomt en of er nog stenen in de galwegen zijn achtergebleven. Als alles in orde is kan de galwegdrain verwijderd worden.

Adviezen voor thuis

Pijn

Bij pijn kunt u pijnstillers zoals Paracetamol gebruiken. Hiervan mag u maximaal vier keer twee tabletten per dag gebruiken (dwz 4x per dag 1000 mg). Het is verstandig de eerste dagen de pijnstillers standaard in te nemen. Als de pijn onder controle is kunt u afhankelijk van uw pijnklachten na enkele dagen de pijnstillers minderen of stoppen.

Wondzorg

De wond heeft geen speciale verzorging nodig. U kunt uzelf gewoon wassen of douchen.

 

Dieet

U hoeft geen dieet te volgen. Het is wel verstandig net na de operatie voorzichtig te zijn met het gebruik van vet tijdens een maaltijd. Probeer steeds meer uit wat u kunt verdragen.
Heeft u klachten na gebruik van bepaalde voedingsmiddelen? Laat deze dan weg en probeer het later nog eens. Na korte tijd kunt u weer eten wat u gewend was.

Werk

De vermoeidheid die u thuis te wachten staat wordt vaak onderschat. Hulp vanuit uw directe omgeving kan zeker helpen. Al weer snel zult u merken dat u geleidelijk aan meer kunt. Wanneer de wond genezen is, mag u alle normale activiteiten weer hervatten. Na een laparoscopische cholecystectomie kunt u meestal weer snel aan het werk. Na een open (conventionele) operatie duurt het herstel over het algemeen wat langer. Dat is mede afhankelijk van het soort werk.

Voorbereiden op de operatie

Bloedverdunners

Indien u bloed verdunnende medicijnen gebruikt, moet u dit vóór de behandeling aan de arts melden. Bloedverdunners geven een verhoogd risico op nabloedingen. In overleg met uw arts moet u tijdelijk stoppen met deze medicijnen.

Pijnstillers

U kunt pijnstillers zoals Paracetamol kopen bij de apotheek en drogist. Zorg ervoor dat u deze vóór de ingreep al in huis heeft.

Medische en andere vragen

Heeft u een medische of andere vraag, dan kunt u contact met ons opnemen via telefoonnummer
088 125 00 00.

Vanuit het buitenland kunt u bellen naar telefoonnummer 0031 113 234 000.

Klacht indienen

Onze medewerkers doen hun best u zo goed mogelijk te helpen. Toch kan het voorkomen dat u niet tevreden bent over uw behandeling, verzorging of de organisatie. In de meeste gevallen kunt u het probleem het beste bespreken met degene die hiervoor verantwoordelijk is. De hulpverlener krijgt dan de kans de zorg te verbeteren. Indien dit niet leidt tot een gewenste oplossing, kunt u zich via het klachtenformulier richten tot onze klachtenfunctionaris. Deze neemt dan contact met u op.

Meer informatie over het behandelen van klachten bij Adrz vindt u in onze folders:

Persoonlijke gegevens wijzigen

Bent u verhuisd of wijzigt er iets anders in uw persoonlijke gegevens? Dan kunt u uw gegevens zelf aanpassen via Mijn Adrz. Lukt dit niet, dan kunt u een e-mail sturen naar bureaupatientenregistratie@adrz.nl.

Via dit e-mailadres kunt u ook het overlijden van een naaste doorgeven.

Afspraak maken of wijzigen

Voor het maken of wijzigen van een afspraak gaat u naar de pagina afspraak maken.