Adrz

Patiënten die last hebben van kortademigheid, vermoeidheid of veel hoesten, worden door de medisch specialist vaak doorverwezen naar de afdeling die longfunctieonderzoek uitvoert. Ronnie Slabbekoorn werkt daar als longfunctieanalist. Hij legt uit welke onderzoeken hij en zijn zes collega’s zoal uitvoeren en wat dat betekent voor de patiënt.

“Sommige longfunctieonderzoeken doet de huisarts al”, vertelt Ronnie. “Patiënten die hier komen zijn meestal doorverwezen
door de longarts, de cardioloog, de oncoloog of een andere specialist. Heel vaak gaat het om patiënten met astma of COPD,
maar ook mensen met andere ademhalingsklachten, zoals slaapapneu, komen op onze afdeling. Momenteel zien we een
forse toename van ex-COVID-patiënten die benauwdheidsen vermoeidheidsklachten blijven houden. De ene keer gaat
het om een kort onderzoek, de andere keer zijn het heel uitgebreide testen. Dan vragen we een patiënt bijvoorbeeld
op een hometrainer te fietsen, terwijl we ondertussen via een mondstuk de luchtstroom meten, de bloeddruk controleren,
het zuurstofgehalte in het bloed meten en een hartfilmpje maken.”

Oefeningen begeleiden

De rol van longfunctieanalist is om de patiënten te stimuleren de oefeningen zo goed mogelijk te doen. “Als we een patiënt
vragen flink uit te ademen, dan is het belangrijk dat dat zo krachtig mogelijk gebeurt. Of we vragen de longen zo leeg
mogelijk te blazen, zodat we de longinhoud goed kunnen bepalen. We meten eerst alles in ruststand en bouwen de
inspanning daarna langzaam op. Soms is het hard werken! Hoe beter de patiënt alle oefeningen uitvoert, hoe duidelijker
de resultaten zijn. Ook nemen patiënten soms in een cabine plaats – ‘de telefooncel’ wordt die grappend genoemd – waarin
we drukverschillen kunnen meten. En bij het vermoeden van astma onderzoeken we met een prikkelende stof hoe de longen daarop reageren. Een bezoek aan onze afdeling kan al snel een uur duren en soms komen patiënten terug voor vervolgonderzoek.”

Medicijnen of revalideren

De resultaten van alle onderzoeken gaan daarna naar de behandelend arts. “Die bepaalt de vervolgstappen. Soms schrijft de arts medicatie voor om het ademhalen te vergemakkelijken. Bij astma of COPD wordt de patiënt regelmatig doorverwezen
naar de fysiotherapeut voor ademhalingsoefeningen en als er sprake is van kanker volgt soms een operatie – als de conditie
van de patiënt dit toelaat. Patiënten komen hier vaak na een aantal weken of maanden terug om te kijken of de behandeling
effectief is.” Ronnie vertelt dat op de afdeling ook onderzoek wordt gedaan naar slaapapneu – een nachtelijke verstoring van
de ademhaling. “Aan het eind van de middag krijgt de patiënt hier allerlei apparatuur ‘aangesloten’ die de adembeweging, het
zuurstofgehalte en hartritme meet. Na een nacht thuis slapen, lezen we de apparatuur hier de volgende dag uit. Zo kunnen we
analyseren of iemand last heeft van ademstops.”

Niet roken, flink bewegen

Of je je met een goede longfunctie vitaler voelt? Ronnie draait het liever om: “Met een verstoorde longfunctie is het lastig om
je vitaal te voelen, omdat je meer moeite hebt met inspanning. Je krijgt dan minder zuurstof in je bloed en moet dus sneller
ademen. In ruststand gebruik je ongeveer 20-25% van je longcapaciteit – de meeste mensen hebben dan geen klachten.
Maar als je je gaat inspannen, verbruik je meer zuurstof. Heb je bijvoorbeeld nog een longcapaciteit van 50%, dan word je echt
belemmerd bij zoiets als traplopen.” Ronnie heeft ook nog tips heeft om je longen gezond te houden: “Niet roken! En lekker
blijven bewegen is altijd verstandig. Ook luchtvervuiling heeft invloed. Wat dat betreft wonen we hier in Zeeland goed: dicht
bij de zee is de lucht schoner. We hebben bijvoorbeeld patiënten die uit Limburg hierheen verhuizen vanwege de zeelucht. En
krijg je medicijnen voorgeschreven, gebruik die dan zoals de arts adviseert.”