Met een pasgeboren kindje zit je niet altijd op een roze wolk. Je baby kan te vroeg of met een ziekte geboren zijn, een allergie hebben of overmatig huilen. Dan staan de artsen en verpleegkundigen van de ABC-poli (Advanced Baby Care) van de afdeling Kindergeneeskunde voor je klaar.
De ABC-poli is er voor baby’s die te vroeg zijn geboren, tussen de 32 en 37 weken zwangerschap. “Als ze nog jonger zijn, is de bevalling in een academisch centrum”, vertelt kinderarts Marlies Vermaas. Zij is neonatoloog, een arts gespecialiseerd in te vroeg of ziek geboren baby’s. “Van te vroeg geboren kindjes zijn vooral de longen en hersenen nog niet volgroeid. Ze liggen in een van onze twaalf couveusebedjes. Vaak verblijven ze hier een aantal weken; soms blijven de ouders een nachtje slapen. Verder liggen hier kindjes die een slechte start hebben gehad door zuurstofgebrek of kindjes die met een infectie of een hart- of longafwijking worden geboren.” Onderzoek gebeurt als het even kan terwijl een ouder vlak bij het kindje is. “En zo comfortabel mogelijk, want hoe rustiger de baby’s zijn, hoe beter je ze kunt onderzoeken. Onze zorg is gericht op optimale ontwikkeling van de baby, waarbij we nauw samenwerken met de Zeeuwse Ketenzorg Prematuren: gespecialiseerde fysiotherapeuten, logopedisten, het consultatiebureau of revalidatieartsen van Revant. Voor ouders schakelen we vaak een maatschappelijk werker of een psycholoog in. Want als zij ontspannen zijn, is het beter voor het kind.”
Huilbabypoli
Collega-kinderarts Harry Molendijk heeft zich gespecialiseerd in huilbaby’s. Samen met doktersassistente Marit Tromp onderzoekt hij vandaag een baby die vrijwel de hele dag huilt. Harry luistert naar de baby via een stethoscoop en stelt de ouders vooral heel veel vragen. De conclusie: hier is sprake van een koemelkallergie; verder is de baby kerngezond. Er wordt speciale babyvoeding voorgeschreven, die morgen al wordt thuisbezorgd. Harry legt uit dat het belangrijk is dat het kindje niet te veel huilt: dan krijgt het namelijk extra lucht binnen, wat kramp veroorzaakt, waardoor het weer meer gaat huilen. De ouders staan open voor het aanleren van de zogenaamde troostreflex, waarbij de baby wordt ingebakerd. Marit demonstreert het inbakeren in een speciale doek; de baby voelt zich daardoor geborgen. Ook legt ze uit hoe de baby zijwaarts op de arm kan worden gelegd – op zo’n manier dat je ook het speentje kunt ondersteunen. Vervolgens wiegt Marit het kindje op en neer, terwijl ze ondertussen sussende geluiden maakt. “Hiermee boots ik het geluid van de bloedvaten in de baarmoeder na.” Dan oefent de moeder het inbakeren en leert ze hoe ze haar baby daarna in het wiegje kan leggen. Ze krijgen ook nog uitleg over een app waarmee ze ‘huiltjes’ kunnen herkennen en de baby via de telefoon kan laten sussen. Harry: “Dankzij deze aanpak hebben we het aantal ziekenhuisopnamen met tachtig procent laten dalen en het aantal recepten voor maagzuurremmers gehalveerd. Dat zijn prachtige resultaten!”