Dagelijks krijgen patiënten bij Adrz een diagnose te horen van een medisch specialist. Sommige diagnoses, zoals kanker, diabetes of een andere chronische ziekte, kunnen van invloed zijn op hoe een patiënt zich mentaal voelt. Het werkt ook omgekeerd: geestelijke problemen zijn van invloed op de lichamelijke gezondheid. De medisch psychologen in het ziekenhuis werken op het grensvlak tussen lichaam en geest.
Op de afdeling Medische Psychologie van Adrz geven Rianne Jongsma (psycholoog) en Rosa Drijgers (psycholoog gespecialiseerd in de gezondheidszorg) kortdurende behandeltrajecten aan patiënten die zijn doorverwezen door de medisch specialist. Daarnaast wordt op de afdeling ook neuropsychologisch onderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld om dementie op te sporen. Rianne: “Bij Adrz vormen we een team om de patiënten heen. Wij worden ingeschakeld als de medisch specialist inschat dat wij, als medisch psychologen, een bijdrage kunnen leveren aan de geestelijke gezondheid van een patiënt.”
Ieder behandeltraject maatwerk
Rianne en Rosa benadrukken dat veel mensen met vijf tot twaalf gesprekken geholpen zijn. Soms wordt doorverwezen, bijvoorbeeld naar de specialistische gezondheidszorg. “We starten ieder traject met een intakegesprek. We willen de patiënt graag leren kennen en willen natuurlijk weten wat de klachten zijn en hoe wij daarbij kunnen helpen. Zo geven sommige mensen aan zich minder somber te willen voelen of met minder angst te willen leven. Voor anderen is een meer gestructureerd leven belangrijk of ze willen weten hoe ze kunnen ontspannen in deze stressvolle periode van hun leven. Juist omdat de klachten en de persoonlijke eigenschappen van iedere patiënt anders zijn, leveren we altijd maatwerk.”
Gedragsverandering in gang zetten
De behandeling bestaat veelal uit gesprekken, waarin gebruik gemaakt wordt van verschillende behandelmethoden. Zo wordt ook aandacht besteed aan psycho-educatie. Rosa: “Dat betekent dat we voorlichting en advies geven bij de psychische klachten die iemand ervaart. Die informatie kan helpen om de klachten een plek te geven. Verder krijgen patiënten regelmatig oefeningen mee naar huis. De kans op een succesvolle gedragsverandering is namelijk het grootst als de patiënt er ook zelf mee aan de slag gaat.”